'Precies.'
Magnus Ridolph zei langzaam: 'Eerlijk gezegd voel ik mij eigenlijk niet nuttig meer. Als ik op Jexjeka de dood vind, dan zijn mijn schuldeisers mijn enige zorg. Ik zou niet graag zien dat mijn nagedachtenis bezoedeld werd door de schande van een schuld.
Hm- u zei dat er twee deurwaarders op mij wachten in het hostal? Goed, dan zal ik bescheiden zijn. Geef me een cheque voor tienduizend munits en koop die deurwaarders af, dan belast ik mij met uw probleem.'
Thifer gromde: 'Wat ben je die deurwaarders precies schuldig?'
'Ik weet het niet zeker,' antwoordde Ridolph luchtig. Hij keek naar de kaart. 'Het gaat om een rekening voor het eten van de dieren in mijn gaarde.'
'Voor hoe lang?'
'Slechts vier maanden, meer niet.'
Thifer dacht na. 'Dat kan me de kop toch niet kosten. Goed, ik doe het.'
'Ik maak vlug even een contractje op,' zei Magnus Ridolph. Hij voegde de daad bij het woord. Brommend over de vertraging die dit opleverde, zette Howard Thifer er ten slotte zijn handtekening onder.
Samen verlieten ze Thifers kruiser en liepen naar de Groene Leeuw in het Tempeldal aan het begin van het Caffronstrand.
Twee jongelieden die in de hal zaten, sprongen overeind toen ze Magnus Ridolph in het oog kregen en renden op hem af als terriërs.
'Heren, heren!' smeekte Ridolph die zijn handen opstak in gespeelde ontsteltenis. 'U hoeft helemaal niet met uw onplezierige papieren te wuiven. Bent u gemachtigd om een schikking te treffen?'
'Wij incasseren alleen het bedrag van het vonnis en geen cent minder.'
'Meneer Thifer hier betaalt. Bied hem alstublieft uw rekening aan.'
Thifer trok zijn chequeboek. 'Hoeveel is het?' bromde hij dreunend.
'Honderdtweeëntwintigduizend zeshonderd en twintig munits. Betaalbaar aan Organische Voorzieningen "De Voorhoede" in Sterhaven.'
Thifer keerde zich met afschuwelijke, traag oplaaiende woede naar Magnus Ridolph. 'Leugenachtige, verraderlijke ouwe geit die je bent!'
'"Geit",' zei Magnus Ridolph gedecideerd, 'is een scheldwoord waar ik een hekel aan heb. Verscheidene mensen hebben er spijt van dat ze dat woord in de mond namen. Mijn sik is praalzucht, dat wil ik toegeven. Maar afgezien van deze sik bezit ik geen eigenschappen van de geit.'
Thifers ogen waren effen plassen gloeiend vuur. 'Je zei dat het een rekening voor dierenvoedsel was. Jij hebt me bedrogen.'
'Zeker niet!' wierp Ridolph tegen. 'Leest u eenvoudig de specificatie maar die deze heren bij zich hebben.'
Thifer griste het papier uit de hand van de deurwaarder, die zwakjes protesteerde. Thifer las:
Rekening voor Magnus Ridolph, volgens onderstaande specificatie,
wegens leveranties gedurende het afgelopen kwartaal.
100 kg gesuikerde ceegee-eieren a M8o/kg
200 ltr sap (van de gele springboom van Lennox IV) a M4$/ltr
1 ton levende chancodillalarven a M42 3j/ton
8000
9000 4255
2 ton blubber van de bedding van de Lanklark Zinkput a Mj8o/ton
50 pnd Californische rozijnen, eerste kwal.
a Mi/pnd 50
100 kstn rijpe ticholamaknoppen van Maos VI
a M42/kst 4200
20 bevroren ijsalruinen a M600 12000
400 dzn...............
Thifer smeet de rekening terug. Tegen Magnus Ridolph zei hij bondig: 'Ik betaal niet.'
Ridolph antwoordde: 'Dan laat u mij geen keus dan u te vervolgen wegens contractbreuk. En bovendien mist u dan het plezier dat ik verdwijn van uw oase C of D.'
'Dat is waar,' zei Thifer. 'Helpen met jouw verdwijning, hoe klein mijn aandeel in de pret ook, is dit bedrag dubbel en dwars waard. Ik waarschuw je, Ridolph, vergevensgezind ben ik niet.' Aan de deurwaarder vroeg hij: 'Hoeveel was het ook weer?'
'Eenhonderdtweeëntwintigduizend, zeshonderd en twintig munits.'
'Hier heb je een cheque.' Thifer gaf een ruk met zijn hoofd in de richting van Magnus Ridolph. 'Laat je bagage naar mijn kruiser brengen. We vertrekken meteen naar Jexjeka.'
'Zoals u wenst,' zei Magnus Ridolph.
Tijdens de acht dagen durende reis van Azuur in de Boogschutter naar Jexjeka in de Kreeft 2/3, sprak Magnus Ridolph precies twee keer met Howard Thifer. De eerste dag lunchten ze samen en ze kwamen overeen het mysterie te bespreken in de uitkijkkoepel onder het genot van een kop koffie.
Het gesprek begon heel vriendelijk - 'een feest van de rede, een samenspraak der zielen'. Het duurde niet lang voordat Ridolph zich verrast toonde dat terwijl Thifer de planeet had afgezocht op mineralen en organisch leven, hij geen aandacht had geschonken aan de mogelijke aanwezigheid van de anorganische, soms bovenzintuiglijke schepsels die men op bepaalde planeten aantrof, zelfs op Aarde, waar ze bekend stonden als geesten.
Hierop liet Thifer zijn tot dan meest vernietigende gesnuif horen. 'John Southern beweerde dat je een detective was, geen met wierookbranders zwaaiende voodoo medicijnman.'
Magnus Ridolph knikte wijsgerig en merkte op dat Thifers houding niet ongebruikelijk was. Hij putte voorbeelden uit het dierenrijk. Varkens, beren, dolfijnen en andere dachten ook dat hun zintuigindrukken een accuraat beeld van de wereld leverden, zei hij.