De kadetten keken hem na. Culpepper stak zijn hand in zijn zak en haalde twee kleine metalen voorwerpen te voorschijn die hij de anderen toonde. 'Herkennen jullie ze?'
'Hmmf,' zei Lynch toonloos. 'Lagers voor de computer- schijven. De originele exemplaren.'
'Gevonden in de bak voor kleine reserveonderdelen. Daar lagen ze eerst niet.'
Von Gluck knikte. 'De machine scheen altijd direct na de zeilinspectie te haperen, herinner ik me.'
Lynch haalde sissend adem. Hij draaide zich op zijn hakken om en beende weg. Ostrander volgde hem. Culpepper haalde zijn schouders op. Een van de lagers gaf hij aan Verona en de andere aan Von Gluck. 'Souvenirs - of medailles. Jullie hebben ze verdiend.'
'Bedankt, Ed,' zei Von Gluck.
'Dank je,' mompelde Verona. 'Ik maak er een speldje van.'
Niet in staat elkaar in de ogen te zien, keken de drie naar de hemel, waar de eerste sterren van de schemering verschenen. Toen liepen ze het gebouw in waar familie en vrienden en vriendinnen stonden te wachten.
Wanneer de vijf manen opkomen
Seguilo had nooit ver kunnen gaan, want hij kon nergens naar toe. Toen Perrin de vuurtoren en het verlaten rotsterrein van een halve hectare eenmaal had afgezocht, bleven er geen mogelijkheden meer over - alleen de hemel en de oceaan.
Seguilo was niet in de vuurtoren en ook niet buiten.
Perrin ging de nacht in en staarde omhoog naar de vijf manen. Seguilo was niet bovenop de vuurtoren te bekennen.
Seguilo was verdwenen.
Perrin staarde besluiteloos naar het stromende zeewater van de Maurnilam Var. Was Seguilo uitgegleden op de natte rotsen en in de zee gevallen? Dan had hij beslist geroepen... De vijf manen straalden verblindend en glinsterend over het water. Het was heel goed mogelijk dat Seguilo op dit moment honderd meter van het land in het water dreef, onzichtbaar.
Perrin riep over de donkere zee: 'Seguilo!'
Hij keek weer om naar de vuurtoren. De dubbele bundels rood en wit licht zwierden over de horizon om de schuiten die van het Zuidelijk Werelddeel overstaken naar Ruimtestad te gidsen en ze te waarschuwen voor de Iselklip.
Perrin liep vlug naar de toren. Seguilo lag natuurlijk gewoon te slapen of hij zat op de wc.
Perrin begaf zich naar de bovenste kamer, liep om de lichtinstallatie heen en begon de trap af te gaan. 'Seguilo!'
Geen antwoord. De vuurtoren kaatste een trillende, metalen echo terug.
Seguilo was niet in zijn kamer, of op de wc, in de eetkeuken of in de opslagruimte. Waar kon hij dan nog zijn?
Perrin keek uit de deur. De vijf manen wierpen verwarrende schaduwen. Hij zag een grijze vlek - 'Seguilo!' Hij rende naar buiten. 'Waar heb jij gezeten?'
Seguilo richtte zich op tot zijn volle lengte. Het was een magere man met een wijs, droevig gezicht. Hij keerde zich naar Perrin, maar de wind verwoei het antwoord dat hij gaf.
Plotseling begreep Perrin het. 'Je moet onder de generator hebben gezeten!' Dat was de enige mogelijkheid waar hij niet aan had gedacht.
Seguilo was naar hem toegekomen. 'Ja... Ik zat onder de generator.' Hij aarzelde bij de deur, zijn ogen gericht op de manen, die vanavond allemaal samen als groep waren opgekomen. Er verschenen verbaasde rimpels in Perrins voorhoofd. Waarom wou Seguilo onder de generator kruipen? 'Voel je je wel goed?'
'Ja. Uitstekend.'
Perrin deed een stap naar hem toe en keek hem scherp aan in het licht van Ista, Bista, Liad, Miad en Poidel. Zijn ogen stonden dof en maakten Perrin niets wijzer; Seguilo's houding leek stijf. 'Heb je je bezeerd? Kom naar de trap en ga even zitten.'
'Goed.' Seguilo slenterde over de rotsen en ging op de treden zitten.
'Weet je zeker dat je in orde bent?'
'Ja.'
Na een aarzeling vroeg Perrin: 'Vlak voordat jij... onder de generator verdween, wilde je me iets vertellen dat je belangrijk vond.'
Seguilo knikte traag. 'Dat klopt.'
'Wat wilde je toen zeggen?'
Seguilo staarde stom naar de lucht. Er was niets te horen naast het stromen van de zee en het sissen en borrelen waar de rotsplaat onder de golven verdween.
'Nou?' vroeg Perrin na een tijdje. Seguilo antwoordde niet. 'Je zei dat wanneer de vijf manen tegelijk aan de hemel verschenen, het niet verstandig was om iets te geloven.'
'Ah,' knikte Seguilo, 'dat heb ik gezegd.'
'Wat bedoelde je daarmee?'
'Ik weet het niet zeker.'
'Waarom is het belangrijk om dan niets te geloven?'
'Ik weet het niet.'
Perrin rees bruusk overeind. Normaal gedroeg Seguilo zich kordaat, droog, weloverwogen. 'Voel je je echt wel goed?'
'Zo fit als een kievit.'
Dat klonk beter. 'Misschien knap je op van een glas whisky.'
'Prima idee.'
Perrin wist waar Seguilo zijn privé voorraad drank bewaarde. 'Ik haal een glas voor je. Blijf jij hier maar rustig zitten.'
'Ja, ik blijf hier zitten.'
Perrin haastte zich de vuurtoren in en klauterde de twee trappen naar de provisiekamer op. Of Seguilo inderdaad bleef waar hij was, stond nog te bezien: iets in zijn houding, in zijn betoverde blik naar de zee, deed vermoeden dat hij niet zou wachten. Perrin pakte de fles en een glas en haastte zich de trappen weer af. Eigenlijk wist hij al dat Seguilo verdwenen zou zijn.