Komeitk Lelianr hield hem bij zijn elleboog vast om hem te steunen. 'Je hebt een heleboel bloed verloren.'
Hij kromp in elkaar, met zijn ogen stijf dicht alsof hij een verschrikkelijk geestesbeeld uit wilde bannen. Hij mompelde: 'Die smeerlap van een Tick, die zich maar verstopte, wegglipte, rondsloop... Als hij gebleven was waar ik hem neergepoot had.' Hij veegde zijn voorhoofd af. 'Nou ja, allemaal verleden tijd. Kerbol is dood, en hij was de beste man van het dal.' Hij richtte zijn koortsige ogen fel op de hare. 'Hij was trouw. Kerbol hield stand, ook toen het zijn dood betekende.'
22
Abrupt liet ze zijn arm vallen. Barch wendde zich af. Hij ziedde van honderd koortsige opwellingen van razernij en smart. Traag strompelde hij naar het Grote Gat, waar hij met benen als natte vodden tegen de muur hing. Met sombere voldoening luisterde hij naar de bedrijvige geluiden. De eerste twee boten stonden naast elkaar op het vlakke deel van de vloer en daarboven hingen de vier schijnwerpers die zoveel bloed hadden gekost. De derde boot lag scheef aan de overkant en de kisten, dozen en balen van drie ladingen lagen verspreid in de tussenruimte.
Barch schatte de afstand tot het plafond. De stalactieten glinsterden en flonkerden, en de zoldering was uitermate grillig, maar er leek genoeg ruimte te zijn om boot 2 omgekeerd bovenop boot 1 te leggen als ze zover waren. Het was een nauw luisterende manoeuvre, maar Tick was een zelfverzekerd meester in de stuurkunst... Alsof hij telepathisch was, keek Tick op. Hij zat naast Pedratz, de lasser, die lange stukken buis tot stijlen sneed. Tick kwam springend als een kat over de rotsen aanrennen.
'En?' vroeg Barch.
'Wanneer geef je me mijn amulet terug?'
'Zodra we in de ruimte zijn.'
Tick rukte vertwijfeld aan zijn gevlochten bakkebaard. 'Te laat, te laat.' Zijn stem veranderde in gehinnik. 'Ik voel de dwang van de doodsangst, mijn hersens schrijnen, mijn knieën zijn slap van het waden door denkbeeldig bloed.'
Met gebarsten stem zei Barch: 'Als je niet ophoudt met dat gegrien, krijg je nog overal pijn. Ik heb jouw amulet in mijn zak en zolang ik veilig ben, is hij ook veilig. Hou dat maar in gedachten. Ga nu tegen Big zeggen dat ik hem wil spreken.'
Tick liep gebogen weg over de stenen vloer. Even later verscheen het ronde hoofd van Big behoedzaam boven de rand van boot i. De opalen ogen hielden Barch peinzend tien seconden vast en toen klauterde hij op de loopbrug, kwam achteruit de ladder af en drentelde door de grot. 'Wat wil je?'
'Ik wil met je praten over onze defensie.'
'Ik weet niets over vechten. De Podruods zijn de grote vechtersbazen.' Hij draaide zich al om.
'Wacht nog even,' grijnsde Barch. 'We hebben nu even geen Podruods bij de hand.'
'Dat is waar.'
'Van wat jij weet van de manier van denken van de Klau, hoe denk jij dat ze ons zullen aanvallen?'
'Ik neem aan dat ze gewapende Podruods sturen om ons te doden.'
'En als dat niet werkte?'
Bigs ogen werden groot terwijl hij erover nadacht. 'Ze zouden een monitor met torpedo's kunnen sturen om de berg open te breken. Of misschien installeren ze een kegel van dodelijke straling voor de ingang zodat wij gevangen komen te zitten als muizen in een schoen.'
'Kom even naar buiten,' zei Barch. 'Om soldaten naar binnen te sturen, hebben ze de volgende mogelijkheden. Ze kunnen een bootlading Podruods aan de grond zetten buiten de vallei en dan naar binnen marcheren, ongeveer zoals de Klau hier komen jagen. Of ze kunnen vlak voor de grot landen. Of ergens anders in het dal, maar dat is moeilijk omdat er binnen een geschikte afstand geen andere vlakke plekken te vinden zijn.'
Big keek zonder belangstelling naar de vochtige zwarte bergwand en wees toen naar de overkant van het dal. 'Daar bovenop zou een boot kunnen landen.'
'Dan zouden de Podruods van die steile helling af moeten klimmen en over die scherpe rotsen. Maar die top daar is wel strategisch gelegen tegenover de ingang van de grot. Dan zijn er dus drie plaatsen die we moeten bewaken. De ingang van het dal, die top en het vlakke stuk voor de grot.'
Big werd ongedurig. 'Ja ja. Op Lenau zouden we de grond met vibrators veranderen in gelei.'
'Maar dit is Palkwarkz Ztvo,' zei Barch. 'Ik vlieg met een lading springstoffen naar die top en ik begraaf er wat mijnen. Kun jij een ontsteking voor me maken die op afstand werkt?'
'Eerst moet ik de springstoffen zien.'
'We gaan terug naar het Grote Gat,' zei Barch. Hij keek voor het laatst door het dal. 'Zie je hoe hoog en dun de wolken zijn? Het is weer een grijze dag.' Op precies zo'n dag waren Komeitk Lelianr en hij in het grote dal gearriveerd en op een dag als deze had hij de Klau gedood en Clet uitgeschakeld. 'Met zulk weer komen de Klau jagen.'
In het Grote Gat liepen ze naar de explosieven die uit de eerste boot waren gekomen. 'Kerbol wist alles van dit spul,' zei Barch. 'Ik niet.'
Hij wrikte een kist open. De inhoud bestond uit glanzende grijze staafjes die in een bed van roestkleurig plastic lagen. 'Dit is Super. Heel zwaar werk. We hebben een kist of zestig. Genoeg om half Magarak op te blazen.'