'Op weerstand zijn ze zéker gestoten.'
Ze nam hem op met haar bespiegelende uitdrukking. 'Ja, jou kennende kan ik dat wel geloven.'
Barch besefte plotseling dat zijn verlangen om terug te keren naar de Aarde die hij zich herinnerde een onmogelijke droom was. 'En de Lekthwanezen? Wat doen die?'
'Lekthwa en Klau zijn al duizenden jaren vijanden.'
'Maar de Lekthwanezen zullen de Aarde niet helpen om van de Klau af te komen?'
'Niet door oorlogsschepen te sturen, als je dat bedoelt. Daar hebben wij de industriële middelen niet voor. Geen Magaraks, geen Purloppats, geen Brengastels.'
'Wat zijn die twee laatste?'
'Industriewerelden, net als deze, maar aan de andere kant van het rijk van de Klau.'
Barch trommelde op de tafel. 'Nou ja, we hebben al problemen genoeg.'
De leider van de Lenape, wiens naam Barch niet kon uitspreken en die hij daarom maar 'Big' noemde, kwam de zaal binnen met een stuk papier in zijn handen. Hij marcheerde naar Barch toe en legde het papier triomfantelijk voor hem neer. 'Dit,' kondigde hij aan, 'inventariseert de benodigdheden voor jouw plan.'
Barch staarde naar de voor hem betekenisloze symbolen. 'Is elk teken iets wat je nodig hebt?'
Big stuiterde uitgelaten op en neer. 'Ja. Je herinnert je dat ik gister van mening was dat het geen realistisch plan was.'
Barch zei: 'Geef me je potlood, of waar je ook mee schrijft.' Big gaf hem een buigzame vezelstift. 'Zo,' zei Barch, 'wat stelt dit voor?' Hij wees naar de eerste aantekening.
Big raakte de eerste alinea even aan. 'Toiletapparatuur, met reserveonderdelen. Afgeschermde navigatielampen, automatische piloot, sterrenvinder, communicatietoestellen.'
Barch zat geërgerd te luisteren. Big las door met een opgewekte stem. 'Dit is de drukcompensator.'
Barch zei moeilijk: 'Big. Stel je voor dat wij in de ruimte zitten met niets anders in de boot dan de milieumachine die voedsel en water levert.'
'Niet zo leuk,' vond Big.
'Maar zouden we het overleven?'
'Dat is nu niet ter zake.'
'Jawel. Daar heb ik het nu juist wel over. Iedere keer dat ik er op uit trek om iets te jatten, kan mijn dood zijn. En als ik dood ben, is er hier niemand meer die slim genoeg is om ons van Magarak af te krijgen. Dus-' Hij kraste een groot kruis over de eerste alinea, '-dat is afgehandeld. Overbodig. Wat staat hier?'
Benard zei Big: 'Dat zijn gereedschappen. Sommige ervan kan ik niet vertalen omdat ze heel gespecialiseerd zijn. Dit is een lier. Dit is een draadsplitser. Dit zijn verschillende soorten hamers, meters, roterende stootkussens. Allemaal onontbeerlijk.'
Barch ging er eens nijdig voor zitten. 'Big, wat scheelt jou? Dacht je soms dat we hier in een pakhuis zitten? We verschuilen ons in de bergen, weet je. Ik dacht dat jullie Lenape intelligente wezens waren. Waarom vraag je niet meteen ook om werkbanken met zachte kussens erop en automatische montagerobots?'
'Die staan er ook op,' zei Big blij. 'Kijk hier maar.'
Barch snoof verachtelijk. 'Jullie zijn nog erger dan de Lekthwanezen - jullie zitten in een sleur, een doodlopend slop. Jullie kunnen alleen denken wat iedereen de afgelopen miljoen jaar gedacht heeft. Nooit gehoord van improviseren?'
Big trok een bedenkelijk smoeltje.
'Stootkussens? Waar moet je die voor hebben? Hamers? Gebruik maar een steen I Een lier? Hang gewoon een touw onder het kleine vlot.' Barch verfrommelde het papier. 'Ik zal je zeggen wat je van me krijgt: lasapparatuur, dekplaten en brandstof voor de motoren. Voordat we klaar zijn, pikken we nog wel een boot of twee en daar kun je alle nodige reserveonderdelen af slopen.'
Big ging met loden benen zitten en kneep in zijn voorhoofd. 'Je hebt eigenaardige opvattingen over comfortabel ruimtereizen.'
'Comfortabel me zolen. Ik wil alleen naar huis.'
Komeitk Lelianr zei kleurloos: 'Barch is van de planeet Aarde.'
'Aarde?'
'Ver weg in de Efrstl-streek.' Het meisje keek Barch onbevangen aan. 'Zijn soort is maatschappelijk slecht georganiseerd, technisch beperkt en laat zich leiden door emoties. Maar ieder soort uitdaging schijnt in hen een koortsachtige energie wakker te roepen. Barch ziet het als dynamiek. Zonder dat komen ze niet in actie en of het tot iets uitvoerbaars leidt of niet, dat doet er niet toe. Met redelijk denken maak je merkwaardig genoeg geen indruk op hem; hij dwingt je op zijn manier te denken.'
'O,' zei Big. Hij bezag Barch met nieuwe belangstelling.
Barch grijnsde flauw. Tegen Komeitk Lelianr zei hij: 'Ben je er nog steeds van overtuigd dat mijn ideeën waanzinnig zijn?'
Ze staarde in het vuur. 'Nee.'
Barch ontspande zich. Het was een veelbetekenende overwinning. Een enorme overwinning. Hij wist het, en zij ook. 'Luister, Big, ik wil dat je redelijk bent. Zet je hersens eens aan het werk. Wees vindingrijk, wees handig. Vannacht gaan we lasapparatuur halen. Als we gereedschappen tegenkomen, pakken we die ook. Wil je misschien mee?'
'O nee, nee,' zei Big.