'Ja meneer.'
De kadetten trokken hun pak aan. Sutton deed dit met de grootst mogelijke weerzin. Vervolgens begaven ze zich in de donkere leegte en daar was het nu echt eenzaam.
Toen ze weer binnenkwamen, was Henry Belt naar zijn hut verdwenen.
'Zoals meneer Belt zei, hebben we niet veel keus,' zei Ostrander. 'Mars hebben we gemist, dus dan maar naar Jupiter. Gelukkig staat hij op een gunstige plaats - anders zouden we naar Saturnus of Uranus moeten zeilen.'
'Die zitten achter de zon,' zei Lynch. 'Jupiter is onze laatste kans.'
'Laten we het dan echt goed doen. Ik stel voor dat we nog een laatste poging doen om die verrekte lagers in orde te brengen...'
Maar nu leek het slingeren en wiebelen afgelopen te zijn. De schijven draaiden volmaakt en de accuratessemonitor brandde groen.
'Geweldig!' riep Lynch. 'Voer hem z'n cijfers. Hijs de zeilen! Volle kracht vooruit! Regelrecht naar Jupiter. Allemachtig, wat een trip!'
'Wacht maar tot het afgelopen is,' waarschuwde Sutton. Sinds hij weer binnen was na de inspectie, was hij aan de zijkant blijven staan. Zijn wangen waren hol en zijn ogen staarden. 'Het is nog niet voorbij. En misschien is dat ook niet de bedoeling.'
De overige vijf deden of ze hem niet hoorden. De computer braakte stromen getallen en hoeken uit. Ze hadden nog een miljard mijl voor de boeg. De versnelling was wegens het verminderende zonlicht niet zo groot meer. Het zou minstens een maand duren voordat Jupiter dichtbij kwam.
6
Met zijn grote zeil uitgespreid voor de zon vluchtte het schip als een geest - naar buiten, altijd naar buiten. Stuk voor stuk hadden de kadetten in stilte dezelfde berekening gemaakt en ze hadden allemaal dezelfde uitkomst gekregen. Als de zwaai rond Jupiter niet heel precies in zijn werk ging, als het schip niet terug geslingerd werd als een steen aan een touw, dan kregen ze geen nieuwe kans. Saturnus, Uranus, Neptunus en Pluto bevonden zich helemaal aan de andere kant van de zon en het schip, dat met honderdvijftig kilometer per seconde vloog, kon niet geremd worden door de tanende aantrekkingskracht van de zon, en evenmin kon het voldoende versnellen met zeil en stuwstraal om een concentrische cirkel te beschrijven. De aard van het zeil maakte het onbruikbaar als rem; de stuwkracht was altijd buitenwaarts gericht.
In de romp leefden en dachten zeven mannen en de psychische verhoudingen borrelden en pruttelden als gist in een vat overrijp fruit. De fundamentele overeenkomst tussen de zeven, de menselijke gelijkheid, was geheel verloren gegaan; alleen de verschillen manifesteerden zich. Elk van de zes studenten zag iedere kadet nog slechts als een wandelende Eigenschap en Henry Belt als een onbegrijpelijk Ding, dat op onvoorspelbare momenten uit zijn hut kwam en dan stil rondsloop met de blinde, wezenloze grijns van een Attisch heldenstandbeeld.
Jupiter doemde op en werd geweldig groot. Eindelijk binnen het bereik van de zwaartekracht van de gasreus gekomen, schoof het schip er zijdelings heen. De kadetten besteedden steeds meer aandacht aan de computer en ze controleerden alle instructies twee keer. Verona was hierin het ijverigst; Sutton stond kwellingen uit en verviel tot gepruts. Lynch gromde en vloekte en zweette; Ostrander beklaagde zich op een janktoon en Von Gluck werkte met de kalmte van een fatalist. Culpepper leek onaangedaan, bijna zorgeloos en zijn onverstoorbare manier van doen verbijsterde Ostrander, maakte Lynch woedend en Sutton begon hem boosaardig te haten. Verona en Von Gluck daarentegen leken kracht te putten uit Culpeppers vredige aanvaarding van de situatie. Henry Belt zei niets. Soms kwam hij zijn hut uit om de grote kajuit en de kadetten te inspecteren met de onbevangen belangstelling van een bezoeker in een gesticht.
Het was Lynch die de ontdekking deed. Hij reageerde met een vreemd grommend geluid van pure ellende, wat een vragende echo van Sutton opriep. 'Mijn God, mijn God,' mompelde Lynch.
Verona stond meteen naast hem. 'Wat is er verkeerd?'
'Kijk. Dit tandrad. Toen we de schijven terugdeden, hebben we dit hele geval één streepje verschoven. Deze witte stip en die daar moeten synchroon lopen. Maar ze staan één tand uit elkaar. Het betekent dat alle uitkomsten consequent zijn en met elkaar overeenstemmen omdat ze allemaal met dezelfde factor afwijken.'
Verona reageerde ogenblikkelijk. Hij nam het huis weg en verwijderde verschillende onderdelen. Voorzichtig pakte hij het tandrad en stelde het goed in. De andere kadetten stonden eroverheen gebogen terwijl hij bezig was, behalve Culpepper, die de wacht had.
Belt maakte zijn opwachting. 'De heren zijn beslist vlijtige navigators,' zei hij na een poosje. 'Perfectionisten, zou ik bijna zeggen.'
'We doen ons best,' knarste Lynch. 'Het is een schande dat ze ons de ruimte insturen met zo'n machine.'
Daar verscheen het rode boekje. 'Meneer Lynch, ik geef u een slechte aantekening. Niet omdat u privé gevoelens heeft, want die zijn natuurlijk uw zaak, maar omdat u ze uitspreekt en daardoor bijdraagt aan een ongezonde sfeer van wanhoop en hysterisch pessimisme.'