Daarom was het essentieel dat de Klau in het duister bleven. Hij moest voorkomen dat hij hen provoceerde. Het was een vergissing geweest dat hij de vorige dag de Klau met het vlot had gedood. Maar het had niet anders gekund - het had hem meer aanzien opgeleverd dan wanneer hij Clet tienmaal had gedood. Misschien kon hij zijn drieste dreigementen beter afzwakken: het was beter als ze de Podruods zoveel mogelijk ontweken en alleen vochten als ze in het nauw werden gedreven.
Hij cirkelde om de schuit heen. De naadloze romp rees één en een kwart meter boven zijn hoofd uit. Hij probeerde zich een opbouw voor te stellen, maar hij kwam niet verder dan het beeld van een grote huisboot.
Hij klom aan boord. Ongeveer de helft van de lading bestond uit kisten van verschillend formaat. Naar voren toe lagen vier bundels zware buis, een half dozijn machines, blijkbaar boorfakkels, twaalf haspels met gladde kabel. Een goeie buit, dacht hij. Hij veranderde zijn voorstelling van een soort huisboot in een koepel van luchtdicht materiaal bovenop de schuit, verankerd met een net van kabels zodat de luchtdruk de koepel niet wegblies.
Hij sprong van de boot en ging terug naar de zaal. Bij het vuur staand keek hij toe terwijl de vrouwen kookpotten met pap op het vuur zetten. Komeitk Lelianr glipte uit een spleet aan de linkerkant naar binnen. De kamer van Clet, waar ze de vorige nacht had doorgebracht, lag opzij van de gang in de berg. Hun blikken kruisten, maar zij keerde zich af.
Kon hij haar gedachten maar lezen, dacht Barch. Hij bleef naar haar kijken terwijl ze onopvallend aan het werk ging. Het verdriet, waarvan hij dacht dat hij het van zich af had gezet, begon hem weer te kwellen. Hij observeerde haar nu openlijker en hij wist dat ze het voelde. Als hij haar weer wilde hebben, dan hoefde hij maar te kikken. Zo werkte de troebele wet van het oerwoud.
Bruusk draaide hij zich om. Verscheurd door emoties keek hij in het vuur. De eerste keer dat hij haar zag, was zij een uitdaging; nu daagde ze hem uit door alleen maar aanwezig te zijn. Toen had hij om erkenning van zijn soort gebedeld. Nu was het een privé kwestie geworden. Hij zocht haar ogen weer. Wat ging er om achter die kalme gouden blik?
Kerbol kwam met zijn ogen knipperend binnen, gevolgd door de strenge vrouw met wie hij het leven deelde. Plotseling voelde Barch dat hij tenminste één vriend in Palkwarkz Ztvo had, één kameraad.
Na het ontbijt ging hij met Kerbol de lading inspecteren. Kerbol brak een kist open die met zwarte en rode tekens gemerkt was. Er zaten blikken ter grootte van appels in.
'Dit is abiloid,' zei Kerbol. 'Het is een langzame springstof. Dit-' Hij maakte een kleinere kist open die zware, metallieke staafjes bevatte die op een rood plastic draagrek lagen. 'Dit is Super.'
'Super wat?'
Kerbol haalde zijn schouders op. 'Gewoon Super. Zo noemen ze het in de steengroeve. Een kleine hoeveelheid Super staat gelijk met tien kisten abiloid. Maar het werkt snel. Het verbrijzelt. Abiloid duwt alleen.'
'Ik hoop dat je het spul kunt laten springen.'
Kerbol lichtte een blik abiloid uit de kist en raakte een dun draadje aan. 'Dit is de tijdontsteking van drie minuten. Om de Super te laten springen, leg je het onder een blik abiloid.'
'Ga je gang maar,' zei Barch. 'Daar liggen de boren. Kies een helper en maak het Grote Gat open.'
Barch ging terug naar de grot en stuurde Platbek er op uit aan het hoofd van een jachtploeg.
's Middags meldde Kerbol dat de wand van het Grote
Gat opgeblazen kon worden. Barch keek weifelend naar de lucht. De mist kroop omlaag over de Kebali. 'Laten we maar wachten tot donker. Als er dan soms Klau overvliegen, staart het gat in de berg ze niet in het oog.'
In de middag ging Palkwarkz Ztvo schuil onder de mist. Barch riep Kerbol. 'Laat maar knallen.'
Een paar minuten later joegen zes knallen de mist op de vlucht.
Barch kwam de zaal weer in. Via de tunnel langs Clets voormalige legerstede liep hij naar de koker waarin de piloot was opgesloten. 'Zin om te werken?'
De piloot keek stuurs op. 'Maak me toch gewoon dood en draai er niet omheen.'
'Ik wil je niet doodmaken. Ik heb je hulp nodig. Ik zou je niet in dit gat houden als ik niet dacht dat je weg zou lopen.'
Meteen zette de piloot een vrolijk gezicht. 'Ik kan nergens heen. Ik verbind mijn lot aan dat van jullie.'
Barch grijnsde. 'Dat is een heel verstandig besluit en nog snel ook.' Hij liet het touw zakken en de piloot klauterde lenig uit het gat.
Barch bracht hem naar de boot en wees naar de gapende opening in het Grote Gat. 'Daar moet de boot in.'
De piloot installeerde zich vlot in de koepel. 'Als het anders niet is.'
Barch stelde zich achter hem op. 'We vliegen er samen binnen.'
'Zoals je wilt,' zei de man knorrig.
De boot verhief zich van de grond, zweefde over de helling en manoeuvreerde zich behoedzaam door de bres. Achterin de ruimte brandden twee vuren op een vlak stuk van de vloer. 'Land tussen de vuren,' beval Barch.