‘Hij heet Anders Rönn, is nog niet zo lang afgestudeerd, maar hij heeft tijdelijk in een forensisch psychiatrische instelling in Växjö gewerkt.’
‘Anders Rönn,’ herhaalt Joona.
‘Getrouwd met Petra Rönn, die in deeltijd bij de gemeente werkt... en ze hebben een dochter met een autistische stoornis. We weten niet of dat bruikbaar kan zijn, maar ik zeg het toch maar,’ lacht ze.
‘Dank je, Corinne,’ zegt Joona, en hij verlaat de snelweg in Upplands Väsby. Hij passeert Solhagen, waar zijn vader vaak lunchte.
De oude weg naar Uppsala ligt langs een laan met zwarte eiken aan één kant. De besneeuwde akkers achter de bomen lopen af naar het meer.
Joona zet zijn auto voor de hoofdingang van het ziekenhuis en gaat naar binnen, slaat links af en haast zich langs de verlaten receptie naar de afdeling Algemene Psychiatrie.
Joona passeert de secretaresse, loopt verder naar de dichte deur van de chef-arts, doet hem open en stapt naar binnen. Roland Brolin kijkt op van zijn computer en zet zijn progressieve bril af. Joona buigt zijn hoofd een fractie maar schampt toch langs de hangende plafondlamp. Zonder haast te maken haalt hij zijn politielegitimatie tevoorschijn, houdt hem langdurig op voor Brolin en begint dan dezelfde vragen te stellen als afgelopen maandag.
‘Hoe gaat het met de patiënt?’
‘Ik ben nu helaas druk bezig, maar...’
‘Heeft Jurek Walter de afgelopen tijd iets ongewoons gedaan?’ valt Joona hem met harde stem in de rede.
‘Daar heb ik al antwoord op gegeven,’ zegt Brolin en hij richt zijn blik weer op de computer.
‘Zijn de veiligheidsprocedures nog steeds onveranderd?’
De gezette arts zucht door zijn neus en kijkt hem vermoeid aan.
‘Waar ben je mee bezig?’
‘Krijgt hij nog steeds Risperdal intramusculair?’ vraagt Joona.
‘Ja,’ zucht Brolin.
‘Is het personeel op de beveiligde eenheid nog altijd hetzelfde?’
‘Ja, maar dat heb ik toch al...’
‘Is het personeel op de beveiligde eenheid nog altijd hetzelfde,’ kapt Joona hem af.
‘Ja,’ antwoordt Brolin met een onzeker lachje.
‘Werkt er geen nieuwe arts die Anders Rönn heet op de beveiligde eenheid?’ vraagt Joona hees van koppigheid.
‘Jawel...’
‘Maar waarom zeg je dan dat hetzelfde personeel er werkt?’
Onder de vermoeide ogen van de arts is een lichte blos zichtbaar.
‘Hij valt alleen maar in,’ legt Brolin langzaam uit. ‘Je begrijpt vast dat we soms tijdelijke krachten aan moeten nemen.’
‘Voor wie valt hij in?’
‘Susanne Hjälm, die met verlof is.’
‘Hoe lang is ze al met verlof?’
Brolin antwoordt met een zucht: ‘Drie maanden.’
‘Wat doet ze?’
‘Dat weet ik niet, je hoeft je verlof niet toe te lichten.’
‘Is Anders Rönn nu aan het werk?’
Brolin kijkt kort op zijn horloge en stelt koel vast: ‘Helaas, zijn werkdag zit erop.’
Joona pakt zijn mobiel en verlaat de kamer. Anja Larsson neemt op als hij langs de secretaresse loopt.
‘Ik heb het adres en telefoonnummer van Anders Rönn en Susanne Hjälm nodig,’ zegt hij kortaf.
108
Joona is net het ziekenhuisterrein af gereden en heeft vaart gemaakt op de oude provinciale weg als Anja weer belt.
‘Baldersvägen 3 in Upplands Väsby,’ zegt ze. ‘Daar woont die Anders Rönn.’
‘Dat vind ik wel,’ zegt hij en hij geeft gas.
‘Zou je je om mij bekeren?’
‘Hoe bedoel je?’
‘Als we trouwen dan... ik dacht alleen, als ik nou katholiek of moslim zou zijn of...’
‘Maar dat ben je niet.’
‘Nee, daar heb je gelijk in... er is niets wat ons tegenhoudt, we zouden een echte zomerbruiloft kunnen houden.’
‘Ik ben nog niet helemaal toe aan die stap,’ glimlacht Joona.
‘Ik ook niet, maar ik voel dat ik dat wel aan het worden ben,’ fluistert Anja in de hoorn.
Daarna schraapt ze haar keel, verandert van toon en zegt stijfjes dat ze Susanne Hjälm zal natrekken.
Joona rijdt terug naar verkeersplein Glädjen en is net de Sandavägen richting het huis van Anders Rönn ingeslagen, als Anja weer belt.
‘Dit is een beetje raar,’ zegt ze ernstig. ‘Maar de telefoon van Susanne Hjälm staat uit. Die van haar man ook. Hij is al drie maanden niet op zijn werk bij een verzekeringsmaatschappij verschenen en beide kinderen zijn niet op school geweest. De meisjes zijn ziek gemeld, met doktersverklaring, maar de school heeft toch contact met jeugdzorg opgenomen...’
‘Waar wonen ze?’
‘Biskop Nilsväg 23 in Stäket, richting Kungsängen.’