‘Net als gisteren.’
‘Ja, maar het was niet de bedoeling dat jij er de dupe van werd.’
Jurek zet de band stil en blijft met zijn blik op haar gericht staan.
‘Ik heb hierop gewacht... vrij lang, moet ik zeggen,’ vertelt hij. ‘Het was louter een genoegen om te verhinderen dat de deur dichtging.’
‘Je kreten klonken door de muren heen,’ zegt Saga zacht.
‘Ja, die kreten,’ antwoordt hij somber. ‘Dat kwam doordat onze nieuwe arts een overdosis cisordinol inspoot... Dat is de reactie van de natuur op pijn... Het doet pijn en het lichaam schreeuwt, hoewel het zinloos is... en in dit geval was het ook verwend... Ik weet immers dat de deur anders dichtgevallen zou zijn...’
‘Wat is dat voor deur?’
‘Ik betwijfel of ze me ooit een advocaat laten spreken, dus die deur blijft gesloten... maar misschien zijn er andere...’
Hij kijkt haar in de ogen. Zijn blik is wonderlijk licht en doet haar aan metaal denken.
‘Je denkt dat ik je kan helpen,’ fluistert ze. ‘Daarom heb je de schuld op je genomen voor wat ik heb gedaan.’
‘Ik mag de arts niet bang voor je laten worden,’ legt hij uit.
‘Waarom niet?’
‘Iedereen die hier terechtkomt is gewelddadig,’ zegt Jurek. ‘Het verplegend personeel weet dat je gevaarlijk bent, het staat in de dossiers en in het forensisch psychiatrisch rapport... Maar dat is niet wat je ziet als je naar jou kijkt...’
‘Ik ben niet zo gevaarlijk.’
Hoewel ze niets heeft gezegd waar ze spijt van heeft – ze heeft alleen de waarheid gezegd en niets onthuld – heeft ze op een rare manier het gevoel dat ze zich heeft blootgegeven.
‘Waarom ben je hier? Wat heb je gedaan?’ vraagt hij.
‘Niets,’ antwoordt ze kort.
‘Wat zeiden ze in de rechtbank dat je gedaan hebt?’
‘Niets.’
In zijn ogen is een zweempje van een glimlach te zien.
‘Je bent een echte sirene...’
106
Athena Promachos, de geheime groep in het topappartement, luistert realtime naar de gesprekken die in het dagverblijf worden gevoerd.
Joona staat naast de grote luidspreker en luistert opnieuw naar de stem, de woordkeuze, de frasering, de nuances in de stem en de ademhaling van Jurek Walter.
Corinne Meilleroux zit aan de werktafel en voert het gesprek in in de computer, zodat iedereen de woorden op het grote scherm kan zien. Het regelmatige tikkende geluid van haar lange nagels is prettig.
De zilvergrijze paardenstaart van Nathan Pollock hangt over het vest van zijn pak. Hij maakt aantekeningen in zijn notitieboek met gewaxte kaft terwijl Johan Jönson de geluidskwaliteit in de gaten houdt op het computerscherm.
De groep is volkomen stil terwijl het gesprek in het dagverblijf gaande is. De zon valt door de glazen balkondeuren binnen via besneeuwde, fonkelende daken.
Ze horen Jurek Walter tegen Saga zeggen dat ze een echte sirene is en daarna verlaat hij de ruimte.
Na een paar seconden stilte leunt Nathan achterover in zijn stoel en klapt in zijn handen. Corinne schudt alleen geïmponeerd haar hoofd.
‘Saga is echt geweldig,’ mompelt Nathan.
‘Hoewel we nog niets weten wat ons dichter bij Felicia brengt,’ zegt Joona, en hij wendt zich traag naar de groep. ‘Maar het contact is gelegd, wat goed werk is... ik geloof dat ze hem nieuwsgierig heeft gemaakt.’
‘Ik moet toegeven dat ik me wat zorgen maakte toen ze zich door de andere patiënt liet provoceren,’ zegt Corinne. Ze perst wat limoensap in een glas water en geeft het aan Nathan.
‘Walter heeft de schuld voor de mishandeling bewust op zich genomen,’ zegt Joona langzaam.
‘Ja, waarom deed hij dat? Hij moet haar gisteren haast wel hebben gehoord, toen ze tegen de verpleegkundige zei dat ze een advocaat wilde spreken,’ zegt Nathan. ‘Daarom kan Walter de arts niet bang voor haar laten zijn, want dan zal ze geen bezoek van de...’
‘Hij is nieuw,’ onderbreekt Joona hem. ‘Walter zegt dat de arts nieuw is.’
‘Wat is daarmee?’ vraagt Johan Jönson met open mond.
‘Toen ik Brolin sprak, de chef-arts... afgelopen maandag, zei hij dat er geen veranderingen op de beveiligde eenheid hadden plaatsgevonden.’
‘Inderdaad,’ zegt Nathan.
‘Misschien betekent het niks,’ zegt Joona. ‘Maar waarom zei Brolin dan dat ze nog altijd hetzelfde personeel hadden?’
107
Joona Linna rijdt over de E4 naar het noorden. De radio speelt een ingetogen vioolsonate van Max Bruch. De schaduwen en de sneeuwvlokken voor de auto vloeien samen met de muziek. Als hij Norrviken passeert belt Corinne Meilleroux.
Ze vertelt snel dat er van de artsen die er de afgelopen twee jaar zijn bij gekomen op de loonlijst van het Löwenströmska-ziekenhuis maar eentje in de psychiatrie heeft gewerkt.