‘Godallemachtig,’ gaat de stem verder. ‘Moet je die lippen zien... ik zou...’
Zwijgend luisteren ze naar de agressieve woordenstroom van de andere patiënt en ze horen iemand van het personeel uiteindelijk naar binnen gaan om in te breken in de situatie. Na het ingrijpen is het even stil. Dan begint de patiënt Saga uit te horen over Karsudden, op een indringende en wantrouwige manier.
‘Ze redt zich prima,’ zegt Nathan verbeten.
Ze horen Saga het dagverblijf ten slotte verlaten zonder dat ze erin geslaagd is de microfoon te plaatsen.
Ze vloekt zachtjes in zichzelf.
Het is volkomen stil om haar heen, tot het elektrische slot van de deur begint te zoemen.
‘We kunnen in elk geval constateren dat de techniek werkt,’ zegt Nathan.
‘Arme Saga,’ fluistert Corinne.
‘Ze had die microfoon moeten plaatsen,’ foetert Johan Jönson.
‘Het was vast onmogelijk.’
‘Maar als ze wordt ontmaskerd, dan is het...’
‘Dat wordt ze niet,’ valt Corinne hem in de rede.
Ze glimlacht en slaat haar armen uit, zodat de aangename geur van haar parfum zich door de kamer verspreidt.
‘Geen Walter tot nu toe,’ zegt Nathan en hij kijkt Joona kort aan.
‘Stel dat ze hem volledig geïsoleerd houden, dan is alles voor niets,’ zucht Johan Jönson.
Joona zegt niets, maar hij heeft het idee dat er iets werd overgebracht via de geluidsopname. Gedurende enkele minuten was het alsof hij een bijna fysieke aanwezigheid van Walter gewaarwerd. Alsof Walter in het dagverblijf was, al zei hij niets.
‘We luisteren nog een keer,’ zegt hij en hij kijkt op zijn horloge.
‘Moet je ergens heen?’ vraagt Corinne, en ze trekt haar dichte, zwarte wenkbrauwen op.
‘Ik heb een afspraak,’ zegt Joona terwijl hij haar glimlach beantwoordt.
‘Eindelijk een beetje romantiek...’
88
Joona loopt een witgekalkte zaal in met een brede wasbak aan de muur. Het water stroomt uit een oranje slang de afvoerput in de vloer in. Op een lange sectietafel met plastic hoes ligt het lijk uit de jachthut in Dalarna. De bruine, ingevallen borstkas is opengezaagd en gele vloeistof stroomt langzaam in de roestvrijstalen goot.
‘Tra la la la laa – we’d catch the rainbow,’ zingt de Naald in zichzelf. ‘Tra la la la laa – to the sun...’
Hij trekt een stel latex handschoenen tevoorschijn en blaast erin, als hij Joona in de deuropening ziet staan.
‘Jullie kunnen wel een band beginnen hier,’ zegt Joona glimlachend.
‘Frippe is een geweldig goeie bassist,’ antwoordt de Naald.
Het licht van de felle lampen in het plafond weerkaatst in zijn pilotenbril. Hij draagt een wit poloshirt onder zijn doktersjas.
In de gang klinken ritselende voetstappen en even later komt Carlos Eliasson binnen met lichtblauwe schoenhoezen aan zijn voeten.
‘Hebben jullie de dode al weten te identificeren?’ vraagt hij, en hij blijft abrupt staan als hij het lijk op de tafel ziet.
Door de verhoogde randen van de sectietafel ziet deze eruit als een aanrechtblad waar een gedroogd stuk vlees of een zwarte, vreemdsoortige wortel op ligt. Het lijk is ingedroogd en vervormd en het afgevallen hoofd is boven de hals geplaatst.
‘Dit is zonder twijfel Jeremy Magnusson,’ antwoordt de Naald. ‘Onze forensisch odontoloog – die trouwens gitaar speelt – heeft de orale karakteristieken vergeleken met de tandkaart.’
De Naald buigt naar voren, neemt het hoofd in zijn handen en opent het zwarte, rimpelige gat dat de mond van Jeremy Magnusson is.
‘Hij had een niet doorgekomen verstandskies en...’
‘Alsjeblieft,’ zegt Carlos met het zweet op zijn voorhoofd. ‘Ik ben ervan overtuigd dat jullie gitarist gelijk heeft...’
‘Het gehemelte is verdwenen,’ zegt de Naald, en hij dwingt de kaak van de schedel nog een stukje verder open. ‘Maar als je met je vinger voelt, dan...’
‘Heel spannend allemaal,’ valt Carlos hem in de rede en hij kijkt op zijn horloge. ‘Hebben jullie enig idee hoe lang hij daar heeft gehangen?’
‘Het indrogen is enigszins vertraagd door de lage temperaturen,’ antwoordt de Naald. ‘Maar als je hier naar de ogen kijkt, dan is het bindvlies snel ingedroogd, behalve vlak onder de oogleden. De perkamentachtige consistentie van de huid is overal dezelfde, behalve rond de hals waar de strop zat.’
‘Maar ongeveer,’ zegt Carlos.
‘De postmortale verandering is immers een kalender, een soort leven van de dode, een proces in het lichaam na de dood... En ik zou erop inzetten dat Jeremy Magnusson zich zo’n...’
‘Dertien jaar, één maand en vijf dagen geleden heeft verhangen,’ zegt Joona.