Home>>read Slaap free online

Slaap(66)

By:Lars Kepler


Voor haar geestesoog ziet ze duidelijk de foto die bovenop in het dossier lag: zijn gerimpelde gezicht en de lichte, heldere ogen.

Walter werkte als monteur en leidde een teruggetrokken en kalm bestaan tot hij werd opgepakt. Niets in zijn appartement kon in verband worden gebracht met de moorden, en toch werd hij op heterdaad betrapt.

Saga was doornat geworden van het zweet toen ze de verslagen las en de prints van de foto’s van de vindplaats bekeek. Op een grote kleurenfoto zag je de genummerde bordjes op de open plek met vochtige aarde rond een graf en een geopende kist.

Nils ‘de Naald’ Åhlén had een nauwkeurig forensisch geneeskundig rapport opgesteld van al het letsel dat de vrouw had opgelopen die twee jaar levend begraven was geweest.

Saga voelt zich wagenziek en kijkt naar de weg en de bomen die voorbijflitsen. Ze denkt aan de ondervoeding van de vrouw, haar doorligwonden, koudeletsel en loszittende tanden. Joona had getuigd dat de magere en verzwakte vrouw keer op keer uit de kist probeerde te komen, maar dat Jurek haar telkens weer had teruggeduwd.

Saga weet dat ze er niet aan zou moeten denken.

Een donkere bloem van angst ontvouwt zich langzaam in haar maag.

Ze mag onder geen beding bang worden, houdt ze zichzelf voor. Ze heeft de situatie onder controle.

De auto remt af en de handboeien rinkelen.

Zowel de ton van plastic als de kist was uitgerust met luchtpijpen die boven de grond uit kwamen.

Waarom doodt hij ze niet meteen?

Het is onbegrijpelijk.

Saga neemt in gedachten de getuigenis van Mikael Kohler-Frost over de gevangenschap in de capsule door en haar hart begint sneller te kloppen als ze eraan denkt dat Felicia daar nu alleen is, het meisje met de warrige vlecht en de paardrijhelm.

Het sneeuwt niet meer, maar de zon laat zich niet zien. De hemel is ondoordringbaar en blind. Het busje verlaat de oude provinciale weg, slaat behoedzaam rechts af en rijdt het ziekenhuisterrein op.

In een bushokje zit een vrouw van een jaar of veertig met twee plastic tassen in haar handen gretig te inhaleren.

Een gesloten afdeling kan na een regeringsbesluit worden ingericht als een beveiligde afdeling, maar Saga weet dat de letter van de wet in de praktijk aan de instellingen alle ruimte geeft om naar eigen goeddunken te handelen.

Achter de gesloten deuren houden gewone wetten en rechten op. Echt toezicht op de patiënt is er niet en van follow-up is geen sprake. Zolang er niemand ontsnapt is het personeel koning over een eigen Hades.





82


Saga is nog steeds aan handen en voeten geboeid als ze door twee bewapende bewaarders door een lege gang geleid wordt. Ze lopen snel en houden haar bovenarmen stevig vast.

Nu is het te laat om zich te bedenken – ze is onderweg naar Jurek Walter.

Er zitten krassen in het textielbehang en de plinten zijn kaal. Op de ivoorkleurige vloerbedekking staat een kartonnen doos met oude schoenhoezen. De gesloten deuren die ze passeren hebben plastic bordjes met cijfers.

Saga heeft pijn in haar maag gekregen en probeert te blijven staan, maar ze wordt voortgeduwd.

‘Doorlopen,’ zegt een van de bewaarders.

De isoleerafdeling in het Löwenströmska-ziekenhuis heeft een zeer hoge beveiligingsgraad, ver boven niveau één. Dat betekent dat het in principe onmogelijk is er in of uit te breken. De isoleerkamers hebben brandwerende, stalen deuren, ondoordringbare plafonds en muren die zijn versterkt met 3,5 mm dikke stalen platen.

Een zwaar hek ratelt als het achter hen in het slot valt, waarna ze de trap af lopen naar verdieping nul.

De bewaarder bij de veiligheidssluis neemt het bewaarzakje in ontvangst, kijkt in de papieren en voert Saga’s gegevens in de computer in. Aan de andere kant van de sluis staat een oudere man met een wapenstok aan zijn riem. Hij heeft grote brillenglazen en golvend haar. Saga kijkt naar hem door het gekraste pantserglas.

De man met de wapenstok pakt Saga’s papieren aan, neemt haar even op en bladert dan verder.

Saga heeft zo’n maagpijn dat ze even zou moeten gaan liggen. Ze probeert rustig te ademen, maar krijgt zo’n pijnscheut dat ze dubbel klapt.

‘Sta stil,’ zegt de bewaarder neutraal.

Een jongere man in een doktersjas doemt op. Hij haalt een toegangspasje door de lezer, toetst een code in en komt naar buiten.

‘Nou, mijn naam is Anders Rönn, ik ben hier de waarnemend chef-arts,’ zegt hij zakelijk.

Na een fouillering volgt Saga de arts en de bewaarder met het golvende haar door de eerste deur van de sluis. Ze ruikt hun zweetlucht in de krappe ruimte. Dan wordt de tweede deur geopend.

Saga herkent elk detail op de afdeling van de plattegronden die ze zich heeft ingeprent.

Zwijgend gaan ze een hoek om naar de krappe bewakingsruimte met monitoren. Een vrouw met piercings in haar wangen zit achter de monitoren van het alarmsysteem. Ze bloost als ze Saga ziet, maar begroet haar vriendelijk voordat ze haar blik neerslaat en iets in het dagrapport schrijft.