Home>>read Slaap free online

Slaap(58)

By:Lars Kepler


‘Ben je wakker?’

‘Ik heb op je gewacht,’ zegt Anders met een vreemde stem.

‘Wat lief.’

Ze doet het licht uit en hij loopt met haar naar de slaapkamer. Ze gaat op de rand van het bed zitten en smeert haar handen en ellebogen in met crème.

‘Was het leuk?’

‘Best wel... Lena heeft een nieuwe baan.’

Anders pakt haar linkerhand en houdt haar pols stevig vast. Ze kijkt hem aan.

‘Je weet dat we morgen vroeg op moeten.’

‘Kop dicht,’ zegt hij.

Ze probeert los te komen, maar hij pakt haar andere hand en duwt haar tegen het matras.

‘Au...’

‘Hou je kop!’

Hij drukt een knie tussen haar dijen en Petra probeert weg te draaien, maar dan wordt ze volkomen kalm en ze kijkt hem aan.

‘Maar ik ben echt serieus: rood licht... ik moet slapen,’ zegt ze rustig.

‘Ik heb op je gewacht.’

Ze kijkt hem even aan en knikt: ‘Doe de deur op slot.’

Hij stapt van het bed, luistert in de gang, alles is stil, hij doet de deur dicht en draait hem op slot. Petra heeft haar nachthemd uitgetrokken en doet net de doos open. Glimlachend haalt ze de zachte touwen tevoorschijn en de plastic tas met de zweep, de massagestaaf en de grote dildo als hij haar tegen het matras duwt.

Ze zegt hem dat niet te doen, maar hij rukt het slipje van haar lijf, waardoor ze rode striemen op haar heupen krijgt.

‘Anders, ik...’

‘Kijk me niet aan,’ kapt hij haar af.

‘Sorry...’

Ze verzet zich niet als hij haar stevig vastbindt, iets te stevig. Misschien dat de drank haar ongevoeliger maakt dan anders. Hij spant het touw om een spijl van het bed en dwingt haar dijen verder uit elkaar.

‘Au,’ jammert ze.

Hij pakt de blinddoek en ze schudt haar hoofd terwijl hij hem over haar gezicht trekt. Ze probeert los te komen en trekt aan de touwen, waardoor haar grote borsten schudden.

‘Je bent zo mooi,’ fluistert hij.

Het is al vier uur als ze ophouden en hij de touwen losmaakt. Petra is stil, haar lichaam trilt en ze masseert haar pijnlijke polsen. Haar haar is nat van het zweet, haar wangen zijn streperig van de tranen en de blinddoek is naar haar hals gegleden. Hij had het gescheurde slipje in haar mond gepropt toen ze niet meer wilde, niet meer kon.





71


Om vijf uur geeft Saga haar pogingen om te slapen op. Nog negentig minuten. Dan komen ze haar ophalen. Met een zwaar lichaam trekt ze haar sportkleren aan en verlaat het appartement.

Ze jogt langs een paar huizenblokken en maakt vaart richting het Söder Mälarstrand.

Zo vroeg is er nog geen verkeer.

Ze rent door de stille straten. De verse sneeuw is zo luchtig dat ze die amper voelt onder haar voeten.

Ze weet dat ze zich nog steeds kan bedenken, maar vandaag is het de bedoeling dat ze haar vrijheid opgeeft.

Södermalm is nog in diepe rust. De hemel is zwart boven het schijnsel van de straatlantaarns.

Saga rent snel en denkt eraan dat ze geen gefingeerde identiteit heeft gekregen, ze wordt ingeschreven onder haar eigen naam en het enige wat ze moet onthouden is haar medicatie. Intraveneuze injecties Risperdal, herhaalt ze stil voor zichzelf. Oxascand tegen de bijwerkingen, Stesolid en Chlomethiazole.

Nathan had uitgelegd dat haar diagnose niet uitmaakte: ‘Als je maar een ijzeren greep op je medicatie houdt,’ zei hij. ‘Die bepaalt jouw leven; de medicijnen zorgen ervoor dat je overleeft.’

Een lege bus draait de verlichte, verlaten terminal van de veerboten naar Finland in.

‘Trilafon, acht milligram drie keer per dag,’ fluistert ze terwijl ze rent. Cipramil dertig milligram, Seroxat twintig milligram...’

Vlak voor het Fotografiska-museum verandert Saga van richting en gaat bij de Stadsgårdsleden de steile trap omhoog. Ze stopt op het hoogste punt van de Katarinavägen, kijkt uit over Stockholm en herhaalt al Joona’s regels nog een keer.

Ik moet me afzijdig houden, weinig praten en in korte zinnen. Ik moet menen wat ik zeg en alleen de waarheid spreken.

Dat is alles, denkt ze, en ze rent verder richting Hornsgatan.

De laatste kilometer verhoogt ze haar snelheid en in de Tavastgatan probeert ze op sprintsnelheid te komen, tot aan haar voordeur.

Saga rent de trappen op, trapt haar schoenen uit op de mat en loopt meteen naar de badkamer om te douchen.

Het is opmerkelijk hoe makkelijk het is je af te drogen zonder dat lange haar. Ze hoeft maar één keer met de handdoek over haar hoofd te wrijven.

Ze trekt het eenvoudigste ondergoed aan dat ze heeft. Een witte sportbeha en een slipje dat ze anders alleen draagt als ze ongesteld is. Een spijkerbroek, een zwart T-shirt en een verwassen trainingsjack.

Ze is zelden nerveus, maar plotseling voelt ze kriebels in haar buik.

Het is bijna twintig over zes. Over elf minuten komen ze haar ophalen. Ze legt haar horloge op het nachtkastje, naast het waterglas. Waar ze naartoe gaat is de tijd dood.