Home>>read Slaap free online

Slaap(40)

By:Lars Kepler


‘Nee.’

‘Maar je vindt misschien dat ik meer zou moeten zeggen?’ vraagt Carlos met een opgelaten blik en hij kijkt naar de anderen. ‘Joona, het is dertien jaar geleden, er is sindsdien heel wat water naar de zee gestroomd...’

‘Ja.’

‘En je had toen absoluut gelijk, dat zeg ik toch.’

‘Waarin had ik eigenlijk gelijk?’ vraagt Joona op gedempte toon terwijl hij Carlos aankijkt.

‘Waarin?’ herhaalt Carlos schel. ‘In alles, Joona. Je had overal gelijk in. Is het nu genoeg? Ik vind het zo eigenlijk wel genoeg geweest...’

Joona glimlacht even en Carlos gaat zuchtend zitten.

‘De algemene gezondheidstoestand van Mikael Kohler-Frost is al veel beter, en ik heb een paar keer de gelegenheid gehad om vragen te stellen... Ik had natuurlijk gehoopt dat Mikael de medeplichtige zou kunnen identificeren.’

‘Dat is misschien te vroeg,’ zegt Nathan bedachtzaam.

‘Nee... Mikael heeft geen naam, geen signalement... zelfs geen stem, maar...’

‘Is hij getraumatiseerd?’ vraagt Magdalena Ronander.

‘Hij heeft hem simpelweg nooit gezien,’ zegt Joona terwijl hij haar aankijkt.

‘Dus we hebben helemaal niets?’ fluistert Carlos.

Joona loopt verder naar binnen en zijn schaduw valt over de kamer en de vergadertafel.

‘Mikael noemt zijn ontvoerder Zandman... Ik heb het nagevraagd bij Reidar Frost en hij heeft uitgelegd dat die naam uit een verhaaltje komt dat hun moeder voor het slapengaan aan de kinderen vertelde... De Zandman is dus een soort gepersonifieerde slaapbrenger die zand in de ogen van kinderen strooit zodat ze gaan slapen.’

‘Ja precies,’ zegt Magdalena en ze glimlacht. ‘De korrels in je ogen als je ’s ochtends wakker wordt zijn het bewijs dat het zandmannetje is geweest.’

‘De Zandman,’ zegt Nathan nadenkend, en hij schrijft iets in zijn zwarte notitieboek met gewaxte kaft.

Anja pakt Joona’s mobieltje aan en sluit het aan op het draadloze audiosysteem.

‘Mikael en Felicia Kohler-Frost zijn half Duits. Roseanna Kohler kwam op achtjarige leeftijd uit Schwabach naar Zweden,’ begint Joona.

‘Dat ligt ten zuiden van Neurenberg,’ zegt Carlos.

‘De Zandman is haar Klaas Vaak,’ vervolgt Joona. ‘En elke avond voor het slapengaan vertelde ze de kinderen een verhaaltje over hem... Door de jaren heen heeft ze het sprookje uit haar jeugd vermengd met veel eigen fantasieën en fragmenten uit de barometerverkoper en de mechanische meisjes van E.T.A. Hoffmann... Mikael en Felicia waren pas acht en tien jaar oud en ze dachten dat de Zandman hen had meegenomen.’

De mannen en vrouwen rond de tafel kijken toe terwijl Anja voorbereidingen treft voor het afspelen van Mikaels verhaal. Hun gezichten staan ernstig. Voor het eerst zullen ze het enige ontsnapte slachtoffer van Jurek Walter horen getuigen over wat er is gebeurd.

‘We kunnen de medeplichtige dus niet identificeren,’ zegt Joona. ‘Het enige wat ons rest is de plek... Als Mikael ons kan terugbrengen naar de plek, dan...’





50


De luidsprekers ruisen en sommige geluiden, zoals ritselend papier, worden versterkt terwijl andere nauwelijks hoorbaar zijn. Soms horen ze Reidar huilen, zoals wanneer zijn zoon vertelt over Felicia’s fantasie over de ruimtecapsule.

Nathan Pollock maakt aantekeningen in zijn notitieboek en Magdalena Ronander tikt onafgebroken op haar laptop terwijl ze luistert.

‘Je zegt dat ontsnappen onmogelijk is,’ klinkt Joona’s ernstige stem uit de luidsprekers. ‘En toch heb je dat gedaan...’

‘Het is onmogelijk, zo is het niet gegaan,’ antwoordt Mikael Kohler-Frost snel.

‘Hoe is het dan gegaan?’

‘De Zandman blies zijn stof over ons heen en toen ik wakker werd, besefte ik dat ik niet meer in de capsule was,’ vertelt Mikael. ‘Het was pikdonker, maar ik hoorde dat deze kamer anders was en ik voelde dat Felicia niet in de buurt was. Ik tastte in het rond en vond een deur met een deurkruk... en ik deed hem gewoon open en liep een gang in... ik geloof niet dat ik toen aan vluchten dacht, maar ik wist dat ik gewoon rechtdoor moest lopen... Ik kwam bij een deur die op slot zat en ik dacht dat ik in een val was gelopen, ik besefte dat de Zandman natuurlijk elk moment terug kon komen... Ik raakte in paniek en sloeg met mijn hand de glazen ruit kapot, stak mijn arm erdoor en deed de deur van het slot... Ik rende door een magazijn met stoffige zakken cement en kartonnen dozen... en toen zag ik dat de muur rechts alleen maar uit plastic bestond dat vastgeniet zat... ik kon niet goed ademhalen en ik merkte dat mijn vingers bloedden voor het me lukte het plastic naar beneden te trekken. Ik begreep dat ik me had bezeerd aan de kapotte ruit, maar dat kon me niet schelen, ik liep over een grote betonnen vloer... ze waren de kamer nog aan het bouwen en ik liep zo de sneeuw in... het was nog niet helemaal donker... ik rende naar het bos toe langs een graafmachine met een blauwe ster en ik begon te snappen dat ik vrij was. Ik rende tussen de bomen en door de struiken, er viel sneeuw op me, ik keek niet om, ik liep dwars over een akker en door een bosje toen ik gestopt werd... Een afgebroken tak was recht mijn lies in gegaan, ik zat vast, en daar stond ik. Er stroomde bloed in mijn schoen en het deed pijn. Ik probeerde me los te trekken, maar ik zat vast... Ik bedacht dat ik de tak af kon breken, ik probeerde het, maar het lukte niet, ik was te zwak, ik stond daar maar, dacht dat ik de Zandman met zijn porseleinen vingers hoorde rinkelen... Toen ik probeerde achteruit te lopen, gleed ik uit en viel, en de tak schoot los. Misschien viel ik wel bijna flauw... ik was traag geworden, maar ik krabbelde overeind, liep een heuvel op, struikelde en dacht dat ik niet meer kon, maar ik ging kruipend verder en kwam bij een spoorlijn. Ik weet niet hoe lang ik heb gelopen, ik had het koud maar ging door, af en toe zag ik huizen in de verte, maar ik was zo moe dat ik domweg het spoor bleef volgen... Het begon steeds harder te sneeuwen, ik liep in een soort van droom, wou nooit meer stoppen, wou alleen maar verder weg...’