Home>>read Slaap free online

Slaap(39)

By:Lars Kepler


‘Waarom noem je de kamer een capsule?’

Mikaels vermoeide glimlach laat hem er oneindig eenzaam uitzien.

‘Felicia is ermee begonnen... ze fantaseerde dat we in de ruimte waren, dat het een opdracht was... dat was helemaal in het begin, voordat we ophielden met praten, maar ik bleef de kamer als een capsule zien.’

‘Waarom hielden jullie op met praten?’

‘Ik weet het niet, het gebeurde gewoon, er viel niets meer te zeggen...’

Reidar brengt bevend zijn hand naar zijn mond. Het lijkt alsof hij vecht tegen de tranen.

‘Je zegt dat ontsnappen onmogelijk is... en toch heb je dat gedaan,’ zegt Joona.





48


De chef van de rijksrecherche, Carlos Eliasson, vertrekt in de lichte sneeuwval van een vergadering in het stadhuis terwijl hij met zijn vrouw telefoneert. Op dat moment lijkt het politiebureau op een zomerpaleis in een winters park. De hand die de telefoon vasthoudt is zo koud geworden dat zijn vingers pijn doen.

‘Ik ga zware middelen inzetten.’

‘Weet je zeker dat Mikael beter zal worden?’

‘Ja.’

Carlos stampt de sneeuw van zijn lage schoenen als hij de stoep heeft bereikt.

‘Geweldig,’ mompelt ze.

Hij hoort dat zijn vrouw een zucht slaakt en op een stoel gaat zitten.

‘Ik kan het niet vertellen,’ zegt hij na een poosje. ‘Dat kan niet, of wel?’

‘Nee,’ antwoordt ze.

‘Maar stel dat het cruciaal is voor het onderzoek?’ vraagt hij.

‘Je mag het niet vertellen,’ zegt ze ernstig.

Carlos loopt verder door de Kungsholmsgatan, kijkt op zijn horloge en hoort zijn vrouw dan fluisteren dat ze moet ophangen.

‘Tot vanavond,’ zegt hij zacht.

Het politiebureau is in de loop der jaren stukje bij beetje uitgebreid. Elke verbouwing getuigt van veranderende mode. Het nieuwste gedeelte ligt helemaal tegen het Kronobergspark aan. Daar is de rijksrecherche gehuisvest.

Carlos passeert twee veiligheidsdeuren, loopt door de beglaasde binnenplaats en neemt de lift naar de achtste verdieping. Zijn gezicht staat bezorgd als hij zijn jas uittrekt en langs de rij gesloten deuren in de gang loopt. In de luchtstroom achter hem fladdert een krantenknipsel op het prikbord. Het hangt daar sinds de pijnlijke avond waarop het politiekoor weggestemd werd uit de talentenjacht Talang.

In de vergaderruimte zijn al vijf collega’s aanwezig. Op de glanzende grenen tafel staan glazen en flesjes water. De gele gordijnen zijn opengetrokken en door de rij lage ramen zijn de besneeuwde boomkruinen zichtbaar. Iedereen probeert kalm te blijven, maar onder de oppervlakte stromen duistere gedachten. De vergadering die door Joona bijeen is geroepen, begint over twee minuten. Benny Rubin heeft zijn schoenen uitgetrokken en doet tegenover Magdalena Ronander uit de doeken wat hij van de nieuwe formulieren voor risicoanalyse vindt.

Carlos schudt Nathan Pollock en Tommy Kofoed van de landelijke afdeling Moordzaken de hand. Nathan draagt zoals altijd een donkergrijs jasje en zijn grijze paardenstaart hangt ver over zijn rug. Naast beide mannen staat Anja Larsson in een zilverkleurige bloes en een lichtblauwe rok.

‘Anja heeft ons geprobeerd te moderniseren... we moesten Analyst’s Notebook leren gebruiken,’ glimlacht Nathan. ‘Maar daar zijn we te oud voor...’

‘Spreek voor jezelf,’ moppert Tommy nors.

‘Jullie ruiken allemaal een beetje naar recycling,’ zegt Anja.

Carlos gaat aan het hoofd van de tafel staan en de diepe ernst op zijn gezicht brengt zelfs Benny tot zwijgen.

‘Welkom allemaal,’ zegt Carlos zonder ook maar een zweem van zijn gebruikelijke glimlach. ‘Zoals jullie misschien hebben begrepen zijn er nieuwe ontwikkelingen in de zaak-Jurek Walter en... het vooronderzoek kan niet langer als afgesloten worden beschouwd...’

‘Wat heb ik gezegd?’ klinkt een kalme stem met Fins accent.





49


Carlos draait zich snel om en ziet Joona Linna in de deuropening staan. De zwarte jas van de lange commissaris glinstert van de sneeuw.

‘Joona heeft echt niet altijd gelijk, hoor,’ zegt Carlos. ‘Alhoewel, toegegeven... dit keer...’

‘Was Joona dan de enige die dacht dat Jurek Walter een medeplichtige had?’ vraagt Nathan Pollock.

‘Tja, eh...’

‘En bijna iedereen was geschokt toen hij vertelde dat het gezin van Samuel Mendel tot de slachtoffers behoorde,’ zegt Anja zacht.

‘Inderdaad,’ knikt Carlos. ‘Joona was briljant, zonder twijfel... Ik was nieuw als chef en luisterde misschien niet naar de juiste mensen, maar nu weten we het... en nu kunnen we doorgaan om...’

Hij zwijgt en kijkt naar Joona, die een stap de kamer in zet.

‘Ik kom net uit het Söder-ziekenhuis,’ zegt hij kort.

‘Heb ik iets verkeerds gezegd?’ vraagt Carlos.