Walters medeplichtige had maandenlang gewacht voor hij Samuels gezin had meegenomen. Hij had blijkbaar geduld en deed niets overhaast.
Joona probeerde uitwegen voor hen drieën te vinden. Ze konden verhuizen, van baan en identiteit veranderen en ergens in stilte gaan leven.
Niets was belangrijker dan samen met Summa en Lumi te kunnen zijn.
Maar als politieman wist hij dat beschermde identiteiten niet veilig zijn. Het betekent alleen een adempauze. Hoe verder weg je komt, hoe meer respijt je hebt, maar op de lijst van de vermoedelijke slachtoffers van Jurek Walter kwam een man voor die was verdwenen in Bangkok, uit een lift ergens in het Sukhothai Hotel, spoorloos.
Ze konden nergens heen.
Die nacht moest Joona concluderen dat er iets belangrijker was dan dat hij bij Summa en Lumi kon zijn.
Hun levens waren belangrijker.
Als hij samen met hen vluchtte of verdween, zou dat een directe aansporing voor Walter zijn om te gaan zoeken.
En als je zoekt, dan vind je de mensen die zich verborgen houden, vroeg of laat, dat wist Joona.
Jurek Walter mocht niet op zoek gaan, dacht hij. Dat was de enige manier om niet gevonden te worden.
Er was maar één oplossing: Jurek Walter en zijn schaduw moesten geloven dat Summa en Lumi dood waren.
31
Het verkeer is drukker geworden als Joona over de brede snelweg richting Stockholm rijdt. Sneeuwvlokken wervelen rond en verdwijnen op de natte rijbaan.
Hij brengt het niet op om na te denken over de manier waarop hij de dood van Summa en Lumi indertijd in scène heeft gezet om ze een ander leven te laten leiden. De Naald hielp hem, maar hij had het er moeilijk mee. Hij begreep dat het juist was om te doen wat ze deden als er een mededader was. Maar als Joona het mis had, was het een onvergeeflijke vergissing.
Deze twijfel had zich met de jaren als een mantel van verdriet om de magere schouders van de patholoog-anatoom gelegd.
Het hek van de Noorderbegraafplaats flitst langs en Joona herinnert zich het moment waarop de urnen van Summa en Lumi de grond in zakten. De regen sloeg tegen de zijden linten van de kransen en kletterde op de zwarte paraplu’s.
Joona en Samuel bleven allebei zelfstandig door zoeken, maar hadden onderling geen contact. Hun verschillende lot maakte hen tot vreemden voor elkaar. Elf maanden na de verdwijning van zijn gezin hield Samuel op met zoeken en ging hij weer aan het werk. Nadat hij de hoop had opgegeven, hield hij het nog drie weken vol. Vroeg op de ochtend van een stralende dag in maart reisde Samuel af naar het zomerhuisje. Hij liep naar het mooie strand waar zijn zoons altijd gingen zwemmen, maakte zijn dienstpistool los, stopte er een kogel in en schoot zichzelf door het hoofd.
Toen Joona het telefoontje van zijn leidinggevende kreeg met het bericht dat Samuel dood was, werd hij bevangen door een vreselijke kou.
Twee uur later liep hij rillend naar de oude horlogezaak in de Roslagsgatan. Het was lang na sluitingstijd, maar de oude horlogemaker met de loep voor zijn oog zat nog steeds te werken in een zee van allerhande horloges. Joona tikte op het ruitje in de deur en werd binnengelaten.
Toen hij de horlogezaak twee weken later verliet, woog hij zeven kilo minder. Hij was bleek en zo zwak dat hij om de tien meter stil moest blijven staan om uit te rusten. Hij gaf over in het park dat later het Monica Zetterlunds-park zou gaan heten en strompelde verder naar de Odengatan.
Joona had nooit gedacht dat hij zijn gezin voor altijd kwijt zou raken. Hij had zich voorgesteld hoe hij hen een tijdlang noodgedwongen niet kon opzoeken, zien, aanraken. Hij begreep dat het jaren kon duren, misschien vele jaren, maar hij was er al die tijd van overtuigd geweest dat hij de schaduw van Jurek Walter zou vinden en arresteren. Hij was ervan uitgegaan dat hij hun misdrijven ooit zou kunnen onthullen, licht over hun daden kon laten schijnen en elk detail in alle rust kon beschouwen, maar na tien jaar was hij niet verder gekomen dan na tien dagen. Niets leidde verder. Het enige concrete bewijs dat de medeplichtige werkelijk bestond, was dat Walters vonnis over Samuel was voltrokken.
Officieel werd er geen verband gelegd tussen de verdwijning van Samuels gezin en Jurek Walter. Het werd als een ongeluk beschouwd. Algauw was Joona de enige die nog steeds geloofde dat Jurek Walters handlanger hen had ontvoerd.
Joona was ervan overtuigd dat hij gelijk had, maar was begonnen remise te accepteren. Hij zou de medeplichtige niet vinden, maar zijn gezin leefde nog.
Hij sprak niet meer over de zaak, maar omdat hij het feit dat hij misschien in de gaten werd gehouden onmogelijk kon negeren, was hij in wezen gedoemd tot eenzaamheid.
De jaren verstreken en de in scène gezette dood leek steeds meer op werkelijke dood.
Hij had zijn dochtertje en zijn vrouw werkelijk verloren.
Joona parkeert achter een taxi voor de hoofdingang van het Söder-ziekenhuis, stapt uit, loopt door de lichte sneeuw en gaat dan door de glazen draaideur naar binnen.