Joona schudt zijn hoofd en omhelst haar. Hij bedenkt dat hij nu te moe is om te praten, maar later zal hij tegen haar zeggen dat ze de reis naar Brazilië kan afzeggen. Ze hoeft Zweden niet meer uit.
Ze helpt hem zijn kleren uit te trekken en er valt een heleboel zand op de grond.
‘Heb je in de zandbak gespeeld?’ lacht ze.
‘Even maar,’ antwoordt hij.
Hij loopt naar de badkamer en gaat onder de douche staan. Zijn lichaam doet pijn als het hete water over hem heen spoelt. Hij leunt tegen de tegels en voelt zijn spieren langzaam ontspannen.
De hand die het wapen vasthield toen hij de trekker overhaalde en een ongewapende man doodschoot gloeit.
Als ik ermee leer leven dat ik daar schuldig aan ben, kan ik weer gelukkig worden, denkt hij.
Ook al wist Joona dat de Zandman dood was, ook al had hij de kogels dwars door zijn lichaam zien gaan en hem de groeve in zien rollen als een lijk in een massagraf, toch was hij erachteraan gegaan. Hij liet zich langs de steile helling naar beneden glijden, probeerde zijn snelheid af te remmen, kwam bij het lichaam, richtte zijn pistool op het achterhoofd van de man en voelde met zijn andere hand in diens hals. De Zandman was dood. Hij had het niet verkeerd gezien. De drie kogels waren allemaal dwars door zijn hart gegaan.
De gedachte dat hij niet meer bang hoeft te zijn voor de medeplichtige is zo heerlijk en hartverwarmend dat hij even kreunt.
Joona droogt zich af en poetst zijn tanden, stopt dan plotseling en luistert. Het klinkt alsof Disa aan de telefoon zit.
Als hij de slaapkamer binnenkomt, ziet hij dat Disa bezig is zich aan te kleden.
‘Wat doe je?’ vraagt hij terwijl hij tussen de schone lakens gaat liggen.
‘Mijn baas belde,’ zegt ze met een vermoeide glimlach. ‘Ze schijnen bezig te zijn een kuil in Loudden dicht te gooien. De grond daar moet immers gesaneerd worden, maar nu lijken ze een oud bordspel gevonden te hebben... en ik moet er snel heen om ze tegen te houden, want als dat echt zo is...’
‘Ga niet,’ vraagt Joona dringend, en hij voelt zijn ogen branden van vermoeidheid.
Disa neuriet als ze een opgevouwen trui uit de bovenste la van de commode pakt.
‘Ben je mijn laden aan het vullen geweest?’ mompelt hij en hij sluit zijn ogen.
Disa loopt in de kamer heen en weer. Hij hoort dat ze haar haar borstelt en dan haar jack van het hangertje pakt.
Hij draait zich op zijn zij en voelt herinnering en droom samenklonteren als sneeuwvlokken.
Het lichaam van de Zandman rolt van de steile helling en komt tegen een oud fornuis tot stilstand.
Samuel Mendel krabt aan zijn voorhoofd en zegt: ‘Er is helemaal niets dat erop wijst dat Jurek Walter een handlanger heeft. Maar jij moet een wijsvinger in de lucht steken en
zeggen.’
159
Saga doet een nieuwe poging om de band rond haar rechterpols los te krijgen, maar het lukt haar niet en ze laat zich buiten adem weer op haar rug zakken.
Jurek Walter ontsnapt, denkt ze.
Paniek borrelt op in haar borst.
Ze moet Joona waarschuwen.
Saga draait haar lichaam naar rechts, maar moet het noodgedwongen opgeven.
In de verte klinkt gerammel.
Ze houdt haar adem in en luistert.
Een knarsend geluid en meerdere zware bonzen, daarna wordt het stil.
Saga begrijpt nu dat Jurek de tabletten helemaal niet nodig had, hij wilde alleen dat ze de arts haar cel in zou lokken. Jurek had de bedoelingen van Anders Rönn doorzien en hij had beseft dat de arts de verleiding bij haar naar binnen te gaan als ze om slaaptabletten vroeg niet zou kunnen weerstaan.
Dat was de hele opzet.
Daarom had hij haar straf op zich genomen, daarom moest haar gevaarlijke kant verborgen blijven.
Ze was een sirene, precies zoals hij die eerste dag had gezegd.
Jurek moest zien dat hij de arts haar cel in kreeg zonder bewaarder of verpleegkundige die in de gaten hield wat er gebeurde.
Haar vingers zijn zo ernstig gewond dat ze kreunt van de pijn als ze zich naar de zijkant uitstrekt en de gesp van de band op haar schouders lospeutert.
Nu kan ze haar schouders bewegen en haar hoofd optillen.
We zijn er allemaal ingetuind, denkt ze. We dachten dat we hem erin luisden, maar hij had me besteld, hij wist dat er iemand zou komen en vandaag kreeg hij de bevestiging dat ik zijn Trojaanse paard was.
Ze ligt even stil en haalt adem, voelt de endorfine in haar lichaam, verzamelt kracht en buigt zich opzij, bereikt met haar mond haar rechterhand en probeert de gesp met haar tanden los te maken.
Ze valt hijgend achterover, denkt dat ze personeel moet zien te vinden dat de politie kan waarschuwen.
Saga hapt naar adem en doet een nieuwe poging. Ze werkt zich overeind, houdt deze positie vast, krijgt de stevige band te pakken met haar tanden, trekt hem los en weet hem een centimeter of wat door de gesp te laten glijden. Ze zakt terug, moet bijna overgeven, wrikt en draait haar hand verschillende kanten op en is uiteindelijk vrij.