Home>>read Slaap free online

Slaap(108)

By:Lars Kepler


Joona neemt de mannen aan de tafel op. Hun gezichten staan rustig en vermoeid. Nadat ze zijn telefoon, paspoort en portemonnee hebben afgenomen, lijken ze nu slechts te wachten op een of ander bericht. Het ruikt naar boekweit en gebakken spek in het eethuisje.

Joona kijkt op zijn horloge en ziet dat zijn vliegtuig uit Moskou over negen minuten vertrekt.

Felicia’s leven tikt weg.

De ene man probeert een sudoku op te lossen, de ander zit in een grote krant over paardensport te lezen.

Joona kijkt naar de vrouw achter de toonbank en denkt aan het gesprek met Nikita Karpin.

Tot ze werden afgebroken gedroeg de oude man zich alsof ze alle tijd van de wereld hadden. Hij glimlachte rustig voor zichzelf, veegde met zijn duim wasem van de kan en zei dat Walter en zijn tweelingbroer maar een paar jaar in Zweden waren gebleven.

‘Waarom?’

‘Je wordt niet voor niets seriemoordenaar.’

‘Weet je wat er is gebeurd?’

‘Ja.’

De oude man had zijn vinger over de grijze map laten glijden en was er weer over begonnen dat de hoogopgeleide ingenieur waarschijnlijk bereid was geweest zijn kennis te verkopen.

‘Maar jullie vreemdelingendienst had alleen belangstelling voor Levanovs werkkracht. Ze begrepen niets... stuurden een raketingenieur van wereldformaat een grindgroeve in.’

‘Hij wist misschien dat jullie hem in de gaten hielden en was verstandig genoeg om zijn kennis voor zich te houden,’ zei Joona.

‘Verstandig was geweest om Leninsk niet te verlaten... Dat had misschien tien jaar dwangarbeid betekend, maar...’

‘Hij moest natuurlijk aan de kinderen denken.’

‘Dan had hij moeten blijven,’ zei Nikita en hij keek Joona aan. ‘De jongens zijn uitgewezen uit Zweden en Vadim Levanov kon ze niet traceren. Hij nam contact op met iedereen die hij kende, maar het leverde niets op. Hij kon niet veel doen. Hij wist natuurlijk dat we hem op zouden pakken als hij terugging naar Rusland en dan zou hij de jongens zeker niet vinden, en daarom wachtte hij in plaats daarvan op hen, dat was het enige wat hij kon doen... Hij dacht waarschijnlijk dat als de jongens zouden proberen hem te vinden, ze zouden teruggaan naar de plaats waar ze voor het laatst samen waren geweest.’

‘Welke plaats was dat?’ vroeg Joona en toen zag hij dat er een zwarte auto naar het landhuis kwam rijden.

‘De gastarbeiderswoningen, huis nummer 4,’ antwoordde Nikita Karpin. ‘Dat was ook de plek waar hij zich veel later van het leven beroofde.’

Voordat Joona naar de naam van de grindgroeve had kunnen vragen, kreeg Nikita Karpin bezoek in zijn landhuis. Een blinkend zwarte Chrysler reed het erf op en bleef staan en hun gesprek was definitief ten einde. Zonder zichtbare haast verruilde de oude man al het materiaal op tafel over de vader van Jurek Walter voor materiaal over Aleksandr Pitsjoesjkin, de zogeheten schaakmoordenaar – een seriemoordenaar aan wiens arrestatie Joona in zekere zin had bijgedragen.

De vier mannen kwamen binnen, liepen rustig naar Joona en Nikita toe, schudden hun beleefd de hand, spraken een tijdje Russisch en daarna namen twee van hen Joona mee naar de zwarte auto terwijl de anderen bij Nikita bleven.

Joona werd op de achterbank gezet. Een van de mannen, met een stierennek en kleine zwarte oogjes, verzocht vriendelijk zijn paspoort te mogen zien en daarna vroeg hij om zijn mobiele telefoon. Ze keken zijn portemonnee door, belden het hotel en de autoverhuurder. Ze verzekerden hem dat ze hem naar het vliegveld zouden brengen, maar nu nog niet.

Nu zitten ze aan een tafel in het eethuisje te wachten.

Joona neemt een halve slok van de koude koffie.

Als hij zijn mobiel maar had gehad zou hij Anja kunnen bellen om haar te vragen de vader van Jurek Walter na te trekken. Er moest iets over de kinderen te vinden zijn, over de plaats waar ze woonden. Hij onderdrukt een impuls om de tafel omver te smijten, naar de auto te rennen en naar het vliegveld te rijden. Ze hebben zijn paspoort, zijn portemonnee en zijn mobiele telefoon.

De man met de stierennek trommelt licht op de tafel en neuriet iets voor zich uit. De ander, met ijsgrijs stekeltjeshaar, is opgehouden met lezen en zit te sms’en.

Vanuit de keuken klinkt gerammel.

Plotseling gaat de telefoon en de man met grijs haar staat op en doet een paar stappen bij de tafel vandaan voor hij opneemt.

Even later drukt hij het gesprek weg en vertelt hij het kleine gezelschap dat het tijd is om te gaan.





140


Mikael zit op zijn kamer samen met Berzelius tv te kijken. Reidar loopt de trap af en ziet door een rij ramen de sneeuw als een grijs schijnsel op de akkers liggen. Vandaag is de zon niet te zien geweest, sinds vanmorgen is het donker.

Het berkenhout brandt in de open haard en de post is op de bibliotheektafel gelegd. Uit de luidsprekers stromen de late pianosonates van Beethoven.