Home>>read Siciliaanse verovering free online

Siciliaanse verovering(50)

By:Lucy Monroe


Haar lichaam schokte, en ze kon amper door haar neus ademen, laat staan dat ze door haar tranen heen zag waar ze liep. Gedesoriënteerd botste ze tegen de deurpost van de corridor. Ze struikelde achterover en huilde nog harder.

Eindelijk bereikte ze de badkamer en sloot de deur af. De extra barrière smoorde zijn stem. Ze draaide de douche open en ging met haar kleren aan huilend in de bak zitten zodat het warme water over haar stroomde.

Ze had niet gehuild toen de baby was gestorven. Ze had niemand gehad om haar verdriet te delen, en op een of andere manier had ze dat daarom niet kunnen uiten, maar nu kwamen de tranen. Nu liet ze de pijn om haar verlies de vrije loop, samen met de smart om zijn nieuwe verraad.

Hij was een ijskoude slang. Hoe kon ze dat vergeten?

Hij wilde haar niet, maar dat stille poesje Annemarie. Perfect huwelijksmateriaal voor de klassieke Siciliaan.

De pijn was zo verschrikkelijk, dat ze in de douchecabine in een foetushouding ging liggen. Ze wilde het verdriet smoren dat haar hart en ziel verscheurde, maar het ging niet.

Eenmaal ontketend, was haar verdriet niet meer te stuiten. Het was één grote chaos van de onthullingen van die avond en haar miskraam. Gevoelens die ze een jaar lang had ontkend overspoelden haar. De tranen stroomden onophoudelijk, en haar spieren verkrampten van de emotionele pijn.

‘Santo cielo!’ Sterke handen grepen haar beet en tilden haar op. ‘Elisa, doe dit jezelf niet aan.’

‘Ik haat je, Salvatore. Je doet me pijn.’ Ze zei nog meer onsamenhangends. Het meeste had niets te maken met de onthullingen van haar vader.

Hij reageerde niet, maar tilde haar uit de douche en draaide de kraan dicht. Ze wilde zich verzetten, maar verdronk in haar verdriet en was ten slotte een doorweekt, gedwee kind in zijn armen.

Hij stroopte de kleren van haar af, droogde haar en vertelde haar dat ze zichzelf niet zo overstuur moest maken.

Ze negeerde hem, stilletjes voor zich heen huilend.

Hij gromde, streelde haar en veegde de tranen weg om slechts te zien hoe haar wangen weer overspoeld werden. ‘Cara, toe, dolcezza, je maakt jezelf ziek.’

Ze schudde het hoofd en probeerde hem buiten te sluiten. Hij sloeg een badhanddhoek om haar lichaam en liet haar plaatsnemen op de toiletdeksel. ‘Wat moet ik doen om het over te laten gaan?’

‘Niets. Ik wil naar bed. Slapen. Alleen.’

Ze keek hem woedend aan. ‘Zonder jou,’ zei ze nog maar eens nadrukkelijk, mocht hij het niet begrijpen.

Hij zuchtte en trok zijn natte kleren uit. Hij droogde zijn haren en ze zag dat hij behoorlijk nat was geworden door de reddingsactie. ‘Zo kan ik je niet achterlaten.’

‘Omdat je helemaal niet geeft om mijn gevoelens.’

‘Dat is niet waar.’ Zijn kaken verstrakten, als een man die een woede-uitbarsting onderdrukt.

‘Het is waar. Ik wil alleen zijn en jij laat me niet. H-hoe noe-oem je d-dat d-dan?’ Ze ging harder huilen.

Hij draaide zich bruusk om en marcheerde de badkamer uit, langs de deur die uit het lood hing. Dus zo had hij zich toegang verschaft: met bruut geweld. Maar hij was weg. Nu kon ze zich gerust in haar verdriet wentelen.

Het was te veel moeite om overeind te komen en naar de slaapkamer te gaan, dus liet ze haar tranen de vrije loop, terwijl ze op het toilet zat.

Zo vond hij haar toen hij iets later terugkwam. Hij nam haar met een zwaai in de armen en droeg haar naar de slaapkamer waar hij haar op bed neer vlijde als was ze een breekbare porseleinen pop. Toen stopte hij haar stevig in, maar maakte daarna geen aanstalten bij haar te komen liggen.

Precies zoals ze het wilde. Heus waar.

Ze moest afstand van hem nemen om na te kunnen denken.

Hij kwam naast haar zitten, en ze deinsde terug. Ze kon het niet helpen, maar hij fronste het voorhoofd.

‘Ik zal je verdorie heus niets doen.’

‘Dat heb je allang gedaan.’ Ze zei het zo verslagen dat ze er zelf van schrok.

Hij verbleekte op slag. ‘Dat was niet mijn bedoeling.’

‘Dat verandert er niets aan.’ Ze was niet zeker of ze het had over het nu of een jaar geleden, maar dat deed er niet toe. De pijn was actueel, net als het verdriet.

Ze wilde zich van hem wegdraaien, maar hij tilde haar overeind en drukte haar een wijnglas tegen de lippen.

Ze weigerde te drinken. ‘Wat is dat?’

‘Alleen maar wijn. Je moet iets kalmerends hebben.’

‘Alcohol is slecht voor de baby.’

‘Je verdriet is slechter dan een paar slokjes wijn.’

Ze wist dat hij gelijk had. Schuldgevoel bekroop haar.

De totale overgave aan verdriet kon hun baby kwaad doen. Ze nipte van de wijn en voelde dat ze kalmeerde.

Ze huilde niet meer. Salvatore had haar een zakdoek gegeven, en ze zaten nu zwijgend naast elkaar. Zij onder de dekens, hij erbovenop; de afstand leek kilometers.