Het delen van dat gevoel met Salvatore had ze niet op de agenda staan, en ze wilde het er ook niet op hebben. Dit huwelijk was voor het leven, en als ze het geringste vermoeden had gehad dat Salvatore daar anders tegenaan keek, had ze er nooit mee ingestemd met hem te trouwen.
‘Komt ze overgevlogen voor de bruiloft?’
‘Nee. Ze werkt en kon de tijd niet missen.’ Vreemd genoeg kon Elisa daar helemaal niet mee zitten.
Ze had eindelijk geaccepteerd dat haar moeders gebrek aan affectie niet haar schuld was, maar inderdaad een emotionele weeffout bij de ander.
Hij legde een hand op haar schouder. ‘En dat is oké?’
‘Mij doet het niets. Shawna is niet het soort vrouw dat kinderen had moeten krijgen.’
‘Ik kan alleen maar dankbaar zijn dat ze zich daar niet aan heeft gehouden tot na jouw geboorte, cara.’
Warmte gloeide op in Elisa’s hart, en ze leunde tegen Salvatore lichaam aan. ‘Ik ben bijna klaar met de gastenlijst voor de veiling.’
‘Die heb ik nodig om een antecedentencontrole uit te voeren van alle aanwezigen.’
‘Signor Di Adamo kan zich een dergelijke mate van beveiliging helemaal niet veroorloven.’
Salvatore keek haar aan alsof ze haar verstand had verloren. ‘Het doet er niet toe wat hij zich kan veroorloven. We hebben het over jouw veiligheid en daarvoor doe ik geen enkele concessie.’
‘Dus, met andere woorden, je trakteert hem.’
‘Ik bescherm jou. Ik bescherm wat mij toebehoort.’
‘Heb jij je ooit afgevraagd of je niet in een totaal verkeerde eeuw bent geboren? Je bent een complete dinosaurus als het om relaties gaat.’
Een uitdrukking die ze niet goed kon duiden verscheen in zijn ogen. ‘Zo erg is het toch ook weer niet?’
Het leek hem werkelijk wat te schelen, dus ze was hem genadig. ‘Al goed. Als je over me heen zou lopen, zou je het van me horen.’
‘Ongetwijfeld. Je bent niet erg terughoudend bij het kenbaar maken van je opvattingen.’
Ze grinnikte om de ergernis in zijn stem. ‘Ik ben ook niet in gevaar. We hebben een topveilingmeester ingehuurd, en twee van jouw medewerkers exposeren de kroonjuwelen. Ik speel in alle opzichten een heel bescheiden rol op de achtergrond. Als er al iemand voor het voetlicht treedt is het Signor Di Adamo, niet ik.’
Salvatore keek haar slechts aan met een uit marmer gehouwen gezicht.
Ze rolde met haar ogen. ‘Prima. Je krijgt de lijst van me. Ik begrijp niet eens waarom ik tegensputter.’
Salvatore had haar volledig carte blanche gegeven in alles wat met de veiling te maken had, maar haar veiligheid was vanaf dag één zijn exclusieve domein geweest.
‘En Adamo Jewelers is weer klaar om in zaken te gaan?’
‘Sì. Je baas is blij met de nieuwe beveiliging.’
‘Ongetwijfeld.’ Ze had Signor Di Adamo wel gesproken, maar hun gesprek had zich volledig geconcentreerd op de komende veiling.
De oude man was in zijn nopjes geweest met het kapitaal dat binnenstroomde voor de organisatie van de veiling.
Ze streepte een item op haar lijstje door en keek toen weer op. ‘Salvatore?’
‘Sì?’
‘Milaan is te ver weg om te forenzen.’
Zijn uitdrukking werd bedachtzaam. ‘Dat is waar.’
‘Ik vind het ook niet prettig om mijn baas in de steek te laten. Hij is de afgelopen jaren steeds afhankelijker van me geworden. Het zou mijn hart breken als hij de zaak zou kwijtraken door gebrek aan personeel.’
Ze wist niet wat de oplossing was. Salvatore kon zijn kantoor moeilijk verplaatsen. En zij wist niet zeker of ze wel wilde doorwerken als de baby eenmaal geboren was. Ze wilde bovenal moeder zijn. Haar passie voor de edelsteenkunde kwam voorlopig echt op het tweede plan.
Maar de gedachte dat Signor Di Adamo op haar rekende en dat ze zijn verplichtingen tegenover hem niet zou nakomen lag als een steen op haar maag.
Salvatores zwijgen was een aanwijzing dat er iets niet in orde was. Ze bestudeerde zijn gezicht. Niet alleen was de bedachtzaamheid in zijn donkere ogen nog duidelijker aanwezig dan anders, zijn mond was ook een grimmige streep – alsof hij zich schrap zette voor een stevige discussie.
‘Wat is er mis?’
‘Er is niets mís.’
Ze vernauwde haar ogen en probeerde de nuances in zijn gezicht en stem te duiden. ‘Wat vertel je me dan niet?’
Hij verstrakte en zijn uitdrukking werd nog harder. ‘Ik heb Signor Di Adamo voorzien van een nieuwe assistent.’
‘Wát heb je?’ Verbijsterd keek ze hem aan. ‘Wanneer?’
Hij keek zo betrapt als een knappe Siciliaan met een overdosis zelfvertrouwen maar kon kijken en haalde zijn schouders op. ‘Ik ben naar kandidaten gaan zoeken op de dag dat we terugkeerden naar Sicilië.’