Home>>read Siciliaanse verovering free online

Siciliaanse verovering(4)

By:Lucy Monroe


Hij blokkeerde de doorgang. Zijn hoofd raakte bijna de bovenkant van de deurlijst, terwijl zijn schouders de ruimte tussen de deurposten volledig opvulde.

Ze worstelde om geen enkele van de gevoelens die door haar heen raasden in haar gezicht te tonen. ‘Ik vlucht helemaal niet. Ik heb gewoon werk te doen.’

‘O, dus het was geen vluchten dat je elke keer nét niet aanwezig was als ik op bezoek kwam?’

‘Ik was helemaal niet elke keer nét niet aanwezig.’

‘Nee, dat is ook zo. De eerste keer was je thuis, je deed gewoon niet open.’

Ze had gedreigd met de politie als hij niet zou weggaan, en dat had ze gemeend ook. Ze had niet verwacht dat hij zou vertrekken, maar dat had hij wel gedaan. Een man met zijn status en succes had de politie gemakkelijk op andere gedachten kunnen brengen, maar hij had het niet zover laten komen. Ook al was ze opgelucht, ze begreep nog steeds niet waarom hij was vertrokken.

‘Maar je kwam terug,’ zei ze beschuldigend.

‘En jíj vertrok weer.’

‘Ik was op reis om in te kopen.’ Hij was zo dom geweest om haar te bellen dat hij Rome was, op weg naar haar. Ze was drie dagen eerder dan ze van plan was op inkoopsreis gegaan.

‘Je was op de vlucht, net zoals de keer erna dat ik je probeerde te bezoeken.’

‘Ik moest op bezoek bij mijn moeder.’

‘Je vader vertelde je dat ik naar Rome kwam. En je wist dat ik bij je langs zou gaan. Nog geen uur voordat ik arriveerde, stapte je op een vlucht naar Amerika.’

‘Mijn vader dacht dat ik je misschien wilde zien.’ Een holle lach ontsnapte haar. Niets was meer bezijden de waarheid, al had papa haar wel een dienst bewezen door haar te waarschuwen voor Salvatores reisplannen.

‘Je vluchtte, Elisa, en ik liet je gaan, maar dat kan ik nu niet langer doen.’

‘Ik wil je niet zien. Dat is geen vlucht.’ Zelfs hij was slim genoeg om te begrijpen dat ze een man wilde mijden die haar meer had gekost dan ze te vergeven had. ‘Het is gewoon de realiteit.’

Hij knipperde met zijn ogen, of misschien was het gewoon de flikkerende verlichting, te wijten aan de oude bedrading.

‘Het is ook de realiteit dat je vader me heeft gevraagd om voor je te zorgen, en dat zal ik ook doen.’

‘Niemand hoeft voor mij te zorgen.’

‘En dat kun jij zeggen?’ Er was nu duidelijk geen sprake van flikkerend licht, Salvatore keek echt woedend. ‘De beveiliging in deze winkel is nog slechter dan ik vreesde. Dat Signor Di Adamo nog niet is beroofd, is alleen te danken aan il buon Dio. Deze zaak is de droom van elke amateurdief.’ Zijn nadruk op het woord ‘amateur’ onderstreepte nog eens zijn minachting voor de beveiligingsmaatregelen.

‘Er was geen geld voor verbeteringen op dat vlak.’

‘Dat is geen excuus. Volgens Signor Di Adamo en je vader breng je hier veel dagen alleen door. Klopt dat?’

Waarom al die vragen als hij het allemaal al wist?

‘Dat gaat je niets aan.’

‘Jíj gaat me aan.’

Die bezitterige opmerking bracht iets in haar teweeg. In haar borst barstte de pijn los die al die maanden in haar knaagde, terwijl ze zichzelf probeerde wijs te maken dat ze over hem heen was. Er was geen confrontatie geweest, geen beëindiging van hun relatie. Ze was tegen het doktersadvies in het ziekenhuis uit gelopen en had sindsdien geweigerd om Salvatore te zien.

Ze schoot overeind voordat ze er erg in had, stormde op hem af en hield pas pal voor hem halt. Elk woord benadrukkend, porde ze in zijn harde borstkas: ‘Ik gá jóú helemáál níéts aan.’ Ze slaagde er nauwelijks in haar stem te beheersen. ‘Ik ging jou niets aan toen je me nam, en nu dat niet eens meer gebeurt al helemaal niet meer. En jij betekent ook niets voor mij.’

‘Je zei dat ik vader was van het kind dat je verloor.’

Ze wankelde onder deze woorden alsof het slagen waren en struikelde naar achteren, zoveel pijn voelend dat ze niet wist of ze het zou overleven.

In een bliksemsnelle beweging greep hij haar bij de pols en trok haar naar zich toe, terwijl zijn mond woorden uitsprak die ze niet verstond. Haar lichaam voegde zich naar hem op een manier die haar ooit genot had verschaft, maar haar nu met walging en angst vervulde. Walging voor haar eigen lichamelijke reactie, angst dat hij dit zou bespeuren.

‘Spreek niet zo grof over jezelf. Wat je voorheen ook was, toen we samen waren, gaf je jezelf aan me. En dat was niet zo lelijk als je het nu wilt afschilderen.’

Wat ze voorheen was? Maagd was ze geweest, al had hij dat niet geloofd omdat het bewijs daarvan haar voorliefde voor gymnastiek niet had overleefd. Sterker nog, hij had zelfs aangenomen dat ze net zo’n vrouw was als haar moeder. Een vrouw die van de ene minnaar naar de andere fladderde. Shawna was er totaal niet in geïnteresseerd geweest om zich te binden aan welke man ook die voorbij kwam in haar leven.