Dat was een deprimerende gedachte.
Hij duwde de deur open. ‘Dit is jouw kamer.’
‘Ik begrijp niet waarom ik niet bij mijn vader en zijn familie kan logeren.’
Salvatore fronste de wenkbrauwen en liet de bronzen huid tussen zijn ogen rimpelen. ‘Jij bént zijn familie, dolcezza.’
‘Precies.’ Maar niet op dezelfde manier. Nooit op dezelfde manier. ‘Reden temeer, of niet soms?’
‘Je bent hier veiliger.’
‘Dat geloof ik niet. Jouw bedrijf is verantwoordelijk voor de veiligheid van mijn vader, waar hij ook zit.’
‘Als een van die fanatiekelingen die tegen de verkoop van de kroonjuwelen is jou komt opzoeken, de vrouw die de voormalige prins ervan overtuigde haar de veiling toe te vertrouwen, zou je dan willen dat iemand anders ervoor zou boeten? Zoals je zus, of je stiefmoeder?’
‘Maar hij had al besloten ze te verkopen voordat ik op het toneel verscheen. Het was al weken publiekelijk bekend dat Adamo Jewelers was uitverkoren om de veiling te organiseren. Het zou zinloos zijn om mij nu nog als doelwit te nemen.’
‘Fanatiekelingen doen wel meer zinloze dingen. Wil je de veiligheid van je hele familie daarvoor in gevaar brengen?’
Ze schudde het hoofd.
Hij stapte opzij. ‘Jouw kamer.’
‘Dank je.’ Ze ging de kamer binnen, en haar aandacht werd onmiddellijk getrokken door de vrouwelijke charme van het vertrek.
Het grote hemelbed midden in de kamer was bekleed met een zachtpaars baldakijn en draperieën en bedekt met een sprei met een motief van rozen. Alles was op elkaar afgestemd. De garderobekast en de kaptafel waren van hetzelfde donker glanzende hout als het bed, maar dan in de elegante vormgeving van het Queen Anne-tijdperk.
‘Beeldschoon, maar wel heel vrouwelijk.’ Dit had ze niet verwacht in een pand vol vrijgezellen.
‘Hier is weinig veranderd sinds mijn moeder is gestorven.’
‘Dit was háár kamer?’
Salvatore keek haar aan alsof ze helemaal gek was geworden. ‘Natuurlijk niet. Kun jij je een Siciliaan voorstellen die gescheiden van zijn vrouw slaapt?’
In elk geval niet in de dynastie Di Vitale. Als ze ooit met Salvatore zou trouwen, was er in elk geval één ding dat ze zouden delen, en dat was het echtelijk bed.
‘Nee.’
‘Ze heeft het persoonlijk ingericht voor vrouwelijke gasten en de huishoudster heeft die stijl altijd in ere gehouden als ze beddenspreien en dergelijke moest vervangen.’
Zonder dat ze er erg in had gehad was hij binnengekomen, en hij stond nu weer vlak voor haar.
Ze deed een pas achteruit. ‘Ik denk dat ik voor het eten even ga liggen. Ik ben uitgeput.’
Hij stak onverwacht een hand uit en streelde haar wang. ‘Ervoor weglopen laat het niet verdwijnen.’
‘Ik loop helemaal nergens voor weg. Ik ben gewoon moe.’
Zijn hand viel omlaag. ‘Als jij het zegt.’
Ze voelde nog steeds die korte aanraking en dat lichte verwijt toen ze een uurtje later weer een andere houding innam, in de hoop op wat slaap.
Het probleem was dat haar lichaam smachtte naar de nabijheid van het zijne. Een nacht was voldoende geweest om een heel jaar te doen vergeten waarin hij had ontbroken. Ze wist weer wat het was om naar hem te hunkeren, al wilde ze dat het liefst ontkennen.
‘Je slaapt niet.’
Ze draaide zich met een intens gevoel van onvermijdelijkheid om. Hij stond naast het bed, haren in de war, overhemd halfopen, ogen duister van een emotie die maar al te herkenbaar was.
‘Wat doe je hierbinnen?’
‘Je kunt niet slapen.’ Hij knielde met een knie op het bed. ‘Vraag me niet hoe ik dat weet, het is gewoon zo. Ik kan niet werken als ik voor me zie hoe jij ligt te woelen en te draaien in je eenzame bed.’
Dat gedeelte kon ze moeilijk ontkennen. Het was overduidelijk te zien aan de lakens en het dek. ‘Ik ben niet eenzaam,’ loog ze bij gebrek aan beter.
Zijn hand belandde naast haar hoofd op het kussen, en hij torende sensueel en dreigend boven haar uit. ‘Weet je dat zeker?’
Hoofdstuk 9
Ze kon geen antwoord geven. Haar keel was droog en haar longen kwamen lucht te kort om nog woorden naar buiten te krijgen.
Zijn gezicht kwam dichterbij totdat zijn lippen op niet meer dan een ademtocht van de hare waren. ‘Volgens mij, cara mia, ben jij eenzaam. Maar daar hoef je niet over in te zitten, want ik weet precies wat we daaraan kunnen doen.’
Haar tong schoot naar buiten om haar droge lippen te bevochtigen en stuitte op die van hem. Ondanks zichzelf moest ze even proeven van die unieke mannelijke smaak. Voor hem was dat een uitnodiging, en opeens verzwolg zijn mond de hare met dierlijke gretigheid.
Zijn handen waren overal. Trokken de lakens weg. Stroopten haar nachthemd af en gooiden het op de grond. Rukten aan zijn eigen kleren zodat de laatste knoopjes rondvlogen over het bed. Binnen de kortste keren waren ze alle twee naakt, en ze klampte zich aan hem vast op de manier waarnaar ze zo had gesnakt.