Ze begreep ook waarom. ‘Vanwege je schuldgevoel.’
‘En dat zou ik niet moeten hebben?’
Het kleine sprankje hoop dat hij werkelijk iets voor haar voelde, doofde in deze ijskoude vraag. Aan schuldgevoel had ze geen behoefte. Ze had zichzelf ingeprent dat ze gevoelsmatig helemaal niets van hem verlangde, maar de stress van de schoten op haar en op hem en het besef dat ze dood hadden kunnen zijn maakten dat ze al haar verweer liet varen.
Zijn handen gingen troostend over haar rug en drukten haar tegen zich aan.
Wat ze toen voelde, choqueerde haar. ‘Het windt je op!’
‘Ik heb al zo lang moeten wachten. Met jou steeds om me heen…’ Hij haalde de schouders op. ‘En bovendien is het algemeen bekend dat gevaar een afrodisiacum is. Negeer het, ik zal manhaftig proberen hetzelfde te doen.’
Ze hield haar hoofd een stukje naar achter en keek in zijn ogen, die donker glinsterden in het zwakke licht. ‘Dat zou voor het eerst zijn.’ Ze probeerde luchtig te klinken in een poging de toenemende spanning tussen hen wat te laten vieren, maar het kwam er hees en uitnodigend uit.
Zijn neusvleugels trilden en zijn kaak verstrakte. ‘Dat is maar al te waar. Ik ben niet goed tegen je opgewassen, cara.’
Ze zei niets. Dat kon ze ook niet. Haar lichaam reageerde zoals het bedoeld was te doen. Haar borsten hunkerden naar zijn liefkozingen, en onwillekeurig gingen haar benen een stukje van elkaar.
Hij gromde. ‘Je maakt het me niet makkelijk.’
‘Wat?’ Ze begreep niet waarover ze het hadden. Een hete golf van verlangen overspoelde haar lichaam en liet zinderende zenuwen en een hevig verlangen achter.
Hij mompelde iets en boog het hoofd zodat zijn lippen hartstochtelijk haar mond in bezit konden nemen.
Hoofdstuk 5
Ze dacht er geen moment aan om hem af te weren.
Het verleden deed er even niet meer toe, niet nu er zoveel tegelijk gebeurde. Dat was later misschien weer van belang, maar nu even niet.
Ze opende haar mond en hij sloeg meteen toe, verdiepte de kus, drukte zijn tong tegen de hare. Hij proefde haar en liet haar ook hem proeven.
Ze welfde haar rug, haar lichaam tegen hem aan drukkend.
Het was zo lang geleden.
Ze legde haar handen om zijn nek en genoot van de intimiteit van zijn kus, van zijn aanraking.
Zijn handen sloten zich om haar billen, hij kneedde ze en zijn vingers gleden gevaarlijk dicht naar het punt waar haar dijen samenkwamen.
Ze kreunde.
‘Sì, amore mio. Zo is het goed.’ Zijn mond eiste de hare op, en hij wond haar nog meer op door zijn adem langs haar lippen te laten strijken. De kus werd allesverslindend, en verlangens die te lang tussen hen onderdrukt waren geweest, kwamen tot uitbarsting met de kracht van een uitzinnig vuurwerk.
Ze zoog zijn onderlip haar mond in en knabbelde erop.
Opeens werd ze opgetild en verplaatsten ze zich. Op het moment dat ze het koude metaal van de kluiswand voelde, hield hij stil. Het feit dat ze de kou voelde tegen de achterkant van haar dijen drong ternauwernood tot haar door. Hij had haar rok opgeschort en haar half ontbloot voor zijn ronddolende handen, en het kon haar niets schelen.
Ze wilde alleen maar zijn huid tegen de hare voelen. Ze frunnikte aan de knopen van zijn overhemd en knoopte het open, met meer haast dan finesse. Haar jurk viel op de grond en ze stonden naakt tegen elkaar, haar borsten tegen het fijne krulhaar op zijn borstkas gedrukt.
‘Ik verlang naar je, dolcezza.’
Ze antwoordde niet. Dat kon ze niet, met zijn lippen hartstochtelijk intens op de hare gedrukt. Maar zij verlangde ook naar hem.
Hij kuste haar nek. ‘Zoet, zo zoet…’
Ze wist niet waarom deze woorden, die hij zo vaak had gefluisterd, terwijl ze elkaar hadden bemind, opeens andere herinneringen tevoorschijn riepen. Plotseling sneed de pijn, waarvan ze had gemeend dat die juist nu even verdoofd was, door haar heen. Onmiddellijk werd haar vurigheid gedoofd en huiverde ze – van duistere emotie, niet van verlangen.
Met een ruk ging haar hoofd naar achteren tegen de muur, en haar handen bleven roerloos tegen zijn borst liggen. ‘Zo zoet dat je dacht dat ik je met andermans kind wilde opzadelen.’
‘Heb het daar nu niet over.’ Hij klonk wanhopig.
En dat was hij ongetwijfeld. Salvatore was meer dan een beetje opgewonden, en het was duidelijk te zien en te voelen dat hij hevig naar haar verlangde.
‘Ik kan het niet vergeten,’ fluisterde ze. Haar eigen wanhoop maakte haar stem praktisch onhoorbaar.
Hij gromde als een oermens dat van zijn wijfje wordt beroofd. ‘Niet nu, Elisa, daarover hebben we het later.’
‘Er is geen later voor ons.’
Hij zweeg. De stilte tussen hen was als een schreeuw. Hij deed een stap naar achter, liet haar los en zijn handen gleden van haar af. ‘Je doet hier fout aan. We hebben een verleden. En we hebben een heden.’ Hij benadrukte elk punt met een resoluut handgebaar. ‘En in de toekomst zullen we ook samen zijn.’