‘Ik speel helemaal niet. Ik was nog maagd!’ Ze haatte zichzelf, dit had ze helemaal niet willen zeggen.
‘Lieg niet.’
‘Ik lieg niet.’
‘Ik neem geen enkele verantwoordelijkheid voor de vergissing van een ander, daar kun je van opaan.’
Ze sloeg haar armen beschermend om haar buik. ‘Mijn kindje is geen vergissing!’
‘Misschien niet, maar je poging om het mij in de maag te splitsen is dat wel. Als je eerlijk was geweest, was ik misschien wel doorgegaan met onze relatie en had ik zelfs voor het kind gezorgd.’ Hij geselde haar met elk vol minachting uitgesproken woord, terwijl hij zich intussen snel aankleedde.
‘Wat doe je?’
Hij keek haar spottend aan. ‘Ik ga weg.’
Ze sprong uit bed en stormde naar hem toe. Zo mocht het niet eindigen. Een misverstand kon toch niet de basis van haar geluk naar de knoppen helpen?
Ze greep hem bij zijn onderarm om hem tot luisteren te dwingen. ‘Toe, Salvatore, liefste. Het kind is van jou. Ik zweer het. Ik hou van je. Ik zou niet kunnen liegen!’
‘Hou op. Je hebt je spelletje gespeeld. En verloren. Accepteer het.’
‘Het is geen spel. Ik ben zwanger van jou. Het is jóúw baby. Wil je dan niet de vader zijn?’
Zijn gezicht vertrok tot een grimas, toen rukte hij zich los.
Ze stond als vastgenageld om zijn totaal onverwachte reactie, terwijl hij zich verder aankleedde. Ze volgde hem toen hij de zitkamer in liep. Zijn blik ging over de feestelijk gedekte tafel. Zijn oogleden trilden en zijn mond verstrakte nog meer, maar hij sprak geen woord.
Bij de deur keerde hij zich om en zocht weer haar blik.
Het deed pijn, verschrikkelijke pijn. Zijn ogen spraken boekdelen over hoe hij over haar dacht, en dat was afschuwelijk. ‘Ik zal het je vader niet vertellen. Het zou hem fataal worden. Probeer hem niet wijs te maken dat het mijn kind is want ik ga voor jou niet liegen.’
Ergens heel diep vanbinnen kwam ze in opstand. Hoe durfde hij haar nog te commanderen als hij haar en hun kind verloochende? ‘Ik vertel mijn vader waar ik zin in heb.’ Ze keek hem aan, terwijl de pijn in haar borst opgloeide als een vuurbal die op het punt stond haar hart in sintels te leggen. ‘Jij bent de vader, en daar zal ik nooit om liegen.’
‘Probeer dat maar liever niet,’ zei hij minachtend.
Plotseling drong het pijnlijke besef tot haar door met de kracht van een kernexplosie. Als hij van haar hield zoals zij van hem, geloofde hij haar. Punt uit, basta.
‘Het ging je alleen maar om de seks, hè?’
‘Waarom anders, met een vrouw zoals jij?’
Ze antwoordde niet meer. Ze kon niet meer. Haar hart brak, en de lichamelijke pijn was zo verlammend dat ze dacht dat ze het niet zou overleven.
Hij draaide zich om en vertrok, en zij strompelde naar het toilet om over te geven.
Salvatore lag languit op de bank en nipte van de maltwhisky die hij voor zichzelf had ingeschonken toen Elisa was gaan slapen. Ze was rechtstreeks naar bed gegaan nadat ze waren teruggekeerd van het diner, met de mededeling dat ze moe was. Dat betwijfelde hij niet.
Ze zag er doodmoe uit, en fragiel. Het drama had ruim een jaar geleden plaatsgevonden, maar ze was er nog niet bovenop. Een blik in haar beeldschone groene ogen vertelde hem alles. Daar sluimerde verdriet. Pijn. En het was allemaal zijn schuld. Hij was een bruut, en zij had het kind verloren. Hij wreef zich in de ogen. Zou hij ooit het beeld kunnen vergeten van Elisa die op bed lag in een plas bloed?
Na die noodlottige nacht waarin ze hem van zijn vaderschap had willen overtuigen had ze geprobeerd hem te bellen. Hij had geweigerd om op te nemen. Ze was naar Milaan gekomen, maar hij had haar niet willen ontvangen.
Geleidelijk was hij echter zo gekalmeerd dat hij weer kon nadenken, het idee in overweging kon nemen dat het wellicht tóch zijn kind was. Hij besefte dat die andere mogelijkheid, ingefluisterd door zijn jeugdige overmoed, zijn reactie volledig had gekleurd. Stel dat ze net zo was als haar moeder, zoals haar vader zei?
Maar met hem was ze anders. Ze gedroeg zich nooit flirterig in zijn aanwezigheid, leek niet eens te kunnen bestaan zonder hem. Als hij niet van haar eigen vader te horen had gekregen dat ze een natuurgetrouwe kopie was van haar moeder, had hij echt gedacht dat ze onschuldig was. Zo onschuldig als ze die avond had beweerd te zijn.
Een maand zonder haar had een flinke deuk gemaakt in de trots die hem bij haar weghield. Hij miste haar als een eigen lichaamsdeel, en geen enkel fysiek genot kon dat gevoel wegnemen. Hij had niet eens geprobeerd met andere vrouwen uit te gaan; de wond was nog te vers.
Waarom had ze hem van het vaderschap willen overtuigen?
In het duisterste uur van de nacht spookte het door zijn hoofd dat hij misschien tóch de vader was. En ten slotte accepteerde hij dat het zelfs te begrijpen zou zijn als ze werkelijk had gelogen. Ze zei dat ze van hem hield en was bang om hem te verliezen.