Zijn gehandschoende duim beweegt naar mijn slaap en hij kijkt me aan met een intense blik. Hij laat me vlug onze gezamenlijke geschiedenis zien – mijn diverse incarnaties als een jong dienstmeisje in Frankrijk, de dochter van een puritein in New England, een flirterige, Britse socialite en tot slot als muze van een kunstenaar met prachtige rode haren...
Mijn mond valt open – die laatste verschijning ken ik niet eens!
Hij grijnst alleen maar en zijn ogen stralen meer warmte uit wanneer hij me enkele details laat zien van dat leven. Het is een fragment van het moment dat we elkaar ontmoetten, tijdens een opening van een galerie in Amsterdam. Onze eerste kus vlak buiten dat pand meteen die avond al. Hij laat me de meest romantische highlights zien en bespaart me het ogenblik van mijn dood, dat altijd zonder uitzondering volgt voor we onze relatie kunnen voortzetten.
Na het zien van die prachtige momenten en zijn overduidelijke liefde voor mij, staar ik hem nog even aan. In gedachten beantwoord ik zijn vraag: natuurlijk is het genoeg. Ik wil alleen maar jou.
Dan sluit ik mijn ogen en voeg daar vol schaamte aan toe: maar heb jij genoeg aan mij?
En daar heb je het: de naakte waarheid. Ik ben als de dood dat het handje vasthouden, nu zelfs met handschoen, hem binnenkort de keel uithangt. En anders de telepathische knuffels wel. Ik ben bang dat hij liever gaat voor de echte ervaring met een meisje zonder dodelijk DNA.
Hij knikt, zijn gehandschoende vingers tillen mijn kin op en ik krijg een telepathische omhelzing die zo warm, stevig, veilig en geruststellend is dat al mijn angsten verdwijnen. Hij beantwoordt de onuitgesproken verontschuldiging in mijn blik als hij naar voren leunt en met zijn lippen tegen mijn oor fluistert: ‘Mooi zo, dan zijn we het daarover eens. En wat Roman betreft...’
Vier
Op weg naar de geschiedenisles vraag ik me af wat erger is: Roman tegenkomen of meneer Munoz? Ik heb ze allebei niet meer gezien sinds vrijdag, vlak voor mijn hele wereld in zou storten, en ik weet zeker dat de laatste ontmoeting met hen nogal raar verlopen is. Bij Munoz werd ik plotseling sentimenteel en heb ik toegegeven dat ik helderziend ben – wat ik anders nooit doe – maar ik heb hem ook aangemoedigd mijn tante Sabine mee uit te vragen, waar ik al helemaal dik spijt van heb. Maar hoe vreemd dat gesprek ook was, het verbleekt bij het laatste moment met Roman, waarbij ik klaarstond hem met mijn vuist een stomp te geven in zijn navelchakra, met de bedoeling hem niet alleen te doden maar ook compleet van de aardbodem te laten verdwijnen. Dat zou gelukt zijn, als ik niet een ogenblik lang twijfelde en hij maakte dat hij wegkwam. Als ik nu terugkijk, is dat waarschijnlijk maar goed ook, maar ik ben zo ongelooflijk kwaad op hem dat ik niet kan garanderen het niet nog eens te proberen.
Alhoewel, dat is niet helemaal waar. Ik wéét dat ik het niet nog een keer zal proberen. Niet alleen omdat Damen me de hele tijd tijdens Engels telepathisch de les gelezen heeft over hoe wraak nemen nooit de juiste oplossing is en hoe karma uiteindelijk met iedereen afrekent en nog meer van dat soort onzin. Ik doe het niet omdat het niet juist is. Ja, Roman heeft me enorm belazerd en ik heb geen enkele reden hem ooit nog te vertrouwen. Maar dat geeft me niet het recht hem uit de weg te ruimen. Dat lost mijn probleem niet op; het verandert helemaal niets. Hij is vreselijk, kwaadaardig en alles wat onder ‘slecht’ valt, maar toch heb ik het recht niet om...
‘Hé, daar is mijn ondeugende meid!’
Hij glijdt naar me toe met zijn blonde haren opzettelijk in de war, stralende blauwe ogen en dat sprankelend witte gebit. Op zijn gemak strekt hij zijn sterke, zongebruinde arm uit in de deuropening en blokkeert de ingang.
Meer heb ik niet nodig. Die dikke, overdreven tongval van zijn aangemeten Britse accent en de huiveringwekkende rilling die zijn blik me bezorgt zijn genoeg om mijn moordlust weer aan te wakkeren.
Maar ik houd me rustig.
Ik heb Damen beloofd dat ik mezelf veilig en wel van de ene les naar de andere kan krijgen zonder me te misdragen.
‘Vertel eens, Ever. Hoe was jouw weekend? Hmm? Hebben Damen en jij een plezierige reünie gevierd? Heeft hij die bij toeval ook nog weten te overleven?’
Ik bal mijn vuisten langs mijn zij en stel me voor hoe het eruitziet als er niets meer van hem overblijft dan een stapeltje designerkleding rond een hoopje stof, ook al heb ik gezworen niet gewelddadig te worden.
‘Zo niet...’ gaat hij verder, ‘als je mijn advies niet hebt opgevolgd en toch die oude dinosaurus hebt laten zien wat je in huis hebt, dan geloof ik dat ik je moet condoleren vanuit het diepste van mijn hart.’ Hij knikt en blijft me aankijken. Lager en zachter voegt hij toe: ‘Maak je maar geen zorgen, jij blijft niet lang alleen. Zodra je officiële rouwtijd voorbij is, wil ik je best het plezier doen de leegte in te nemen die zijn vroegtijdige einde heeft achtergelaten.’