‘Kun je je voorstellen wat er gebeurt als Sabine, Haven of Miles ontdekt hoe het zit? Wat ze zullen denken, zeggen of doen? Waarom denk je dat mensen als Roman en Drina zo ontzettend gevaarlijk zijn? Ze lopen te koop met wat ze zijn en trekken zich niets aan van de natuurlijke levensloop. Maar vergis je niet, Ever. Want die cyclus van leven en dood is er niet zomaar. Ik mag er zelf m’n neus voor opgehaald hebben toen ik jong was – zo vol van mezelf, zeker dat ik erboven stond – maar dat is nu niet meer zo. Uiteindelijk ontkom je er ook niet aan. Of je nu reïncarneert, zoals onze vrienden, of hetzelfde blijft, zoals wij – karma geldt voor iedereen. Nu ik heb meegemaakt hoe Schaduwland is, weet ik zeker dat de natuurlijke weg van leven en dood de enige juiste is.’
‘Maar... als je dat gelooft... Wat betekent dat dan voor ons?’ Ondanks de warmte van zijn handen voel ik een koude rilling langs mijn rug glijden. ‘Ik bedoel, zoals jij het zegt moeten we ons gedeisd houden en ons eigen leven leiden, zonder onze magische gaven te gebruiken om iets groots teweeg te brengen. Maar hoe wordt je karma er dan beter van als je die gaven niet gebruikt om anderen te helpen? Vooral als ze toch niet weten dat het van jou komt?’ Weer denk ik aan Haven en wat ik voor haar zou willen doen.
Ik ben nog niet uitgesproken, of Damen kijkt me al hoofdschuddend aan. ‘Wat betekent het voor ons? Dan zijn we nog geen stap verder.’ Hij haalt zijn schouders op. ‘Voor altijd en eeuwig samen. Als we maar erg voorzichtig zijn en de amuletten blijven dragen. En die gaven... Het is ingewikkelder dan alleen veel goeds doen. Want wij kunnen iets beoordelen als goed of slecht, maar zo werkt karma niet. Het enige wat daar telt is het evenwicht. De weegschaal moet in balans blijven, meer is het niet. Als je zo graag alles wilt oplossen waarvan jij vindt dat het slecht of fout is, of lastig of niet naar wens, dan ontneem je een ander de kans om dat zelf te doen, om ervan te leren of er zelfs door te groeien. Sommige dingen – hoe pijnlijk ook – gebeuren nu eenmaal met een reden. Die is niet altijd even duidelijk. Vooral niet als je iemands geschiedenis niet kent – en dan bedoel ik hun hele geschiedenis, alle incarnaties bij elkaar. Daarom kun je niet zomaar ingrijpen en dingen veranderen, zelfs niet met de beste bedoelingen van de wereld. Je ontneemt iemand een ervaring die ze nodig hebben en dat is niet goed.’
‘Even voor alle duidelijkheid,’ zeg ik redelijk fel. ‘Haven komt bij me en zegt: luister, mijn kat gaat dood. Ik weet dat ik daar iets aan kan doen, maar dat mag niet omdat het te veel vragen oproept die ik niet kan beantwoorden en dat wekt argwaan. Oké, dat snap ik. Ik ben het er niet mee eens, maar ik snap het. Maar als ze zegt: mijn ouders gaan waarschijnlijk scheiden, dan moet ik verhuizen en ik heb het gevoel dat mijn hele wereld instort... Ze heeft geen idee dat ik de perfecte persoon ben om haar te helpen. Misschien kan ik sommige dingen wel terugdraaien of goedmaken, weet ik veel.’ Ik voel me ontzettend gefrustreerd. ‘Wat ik wil zeggen is: er gebeurt iets vreselijks met een van onze beste vrienden en dan zeg jij dat we geen vinger mogen uitsteken? Omdat we dan haar ervaring of haar karma verpesten of weet ik wat? Ik bedoel, hoe kan het nou goed zijn voor mijn karma als ik mijn gaven niet gebruik om anderen te helpen?’
‘Ik raad je aan je erbuiten te houden,’ zegt hij terwijl hij zich wegdraait van mij en naar het schilderij kijkt. ‘Havens ouders blijven ruziën, wat je ook doet. Zelfs als je hun schulden op miraculeuze wijze aflost, in de hoop het huis te redden...’ Ik krijg een strenge blik toegeworpen over zijn schouder. Hij weet dat dit mijn plan is. ‘... dan zullen ze het huis verkopen, de opbrengst verdelen en alsnog verhuizen.’ Hij zucht en kijkt me aan. Op vriendelijke toon gaat hij verder. ‘Ever, het spijt me. Ik wil niet overkomen als een verbitterde oude man, maar misschien ben ik dat ergens wel. Ik heb te veel gezien en te veel fouten gemaakt. Je hebt geen idee hoe lang het duurde voordat ik dit leerde. Je kent de uitdrukking “alles op zijn tijd” toch? Dat is echt waar. Dat wij alle tijd van de wereld hebben, hoeft niet iedereen te weten.’
‘En hoeveel wereldberoemde schilders hebben jouw portret niet vereeuwigd? Hoeveel cadeautjes heb je ook alweer van Marie Antoinette gekregen?’ Ik schud mijn hoofd. ‘Ik durf te wedden dat die schilderijen lang genoeg mee zijn gegaan! En dat je naam vast wel ergens in een dagboek voorkomt! En vergeet je carrière als model in New York niet! Hoe zit het daarmee?’
‘Ik ontken die dingen heus niet,’ zegt hij gelaten. ‘Ik was ijdel, zelfingenomen en een typische narcist. Het was de tijd van m’n leven.’ Hij lacht en verandert even in de Damen die ik ken en van wie ik houd – de leuke, sexy Damen – het tegenovergestelde van deze boodschapper van het Grote Onheil. ‘Maar onthoud dit: al die portretten waren een privéopdracht. Zelfs toen wist ik al dat ze niet in het openbaar mochten opduiken. Wat die modellencarrière betreft, dat waren maar een paar foto’s voor een kleine reclamecampagne. De dag erna ben ik ermee gestopt.’