Tenzij ik bereid ben te doen wat Roman van me verlangt.
‘Ah.’ Damen knikt en probeert kalm over te komen, al spreekt zijn bezorgde gezicht boekdelen. ‘Ik geloof dat Roman dus lang niet de leugenaar is die ik dacht – althans, niet in dit geval.’
‘Wat dan ook betekent dat hij een tegengif heeft. En ik hoef alleen maar...’
Damen onderbreekt me voor ik verder kan gaan. ‘Ever, toe, dat moet je niet zeggen. Niet eens denken. Doe mij een plezier en blijf uit Romans buurt. Hij is gevaarlijk en uiterst onbetrouwbaar en ik wil niet dat je je met hem inlaat, oké?’ Hij schudt zijn hoofd en laat nerveus een hand door zijn haar glijden. Hij heeft liever niet dat ik besef hoe overstuur hij is en loopt alvast naar de deur. ‘Geef me even de tijd om alles op een rijtje te zetten. Ik bedenk wel iets.’
Hij kijkt me aan, zo geschrokken door de uitkomst van het experiment dat hij het liefst helemaal uit mijn buurt blijft. In plaats van een afscheidskus, verschijnt in mijn genezen handpalm nog een rode tulp. Dan loopt hij de trap af en door de voordeur naar buiten.
Zeventien
De volgende dag als ik thuiskom uit school, zie ik Haven op de trap bij de voordeur zitten. De mascara rond haar ogen is uitgelopen en gevlekt, haar koningsblauw geverfde pony hangt slap in haar gezicht en ze houdt iets stevig tegen zich aan geklemd in haar armen, gewikkeld in een dekentje.
‘Ik weet het, ik had eerst moeten bellen.’ Ze krabbelt overeind en snift tussen haar woorden door terwijl ze vecht tegen de tranen. Haar ogen zijn rood en gezwollen. ‘Ik wist gewoon niet meer wat ik moest doen, dus kwam ik hierheen.’ Ze vouwt een punt van het dekentje naar achteren en laat me een gitzwarte kat zien met de schitterendste groene ogen. Het beestje ziet er verzwakt uit.
‘Is-ie van jou?’ Ik kijk van het diertje naar haar en merk dat ik bij allebei alleen een zwakke, gerafelde en vormeloze aura zie.
‘Ze,’ verbetert ze me knikkend. Ze bekommert zich om het dekentje en drukt het beestje dan weer stevig tegen haar borst.
‘Ik wist niet dat je een kat had.’ Ik wil haar dolgraag helpen, maar ik weet niet wat ik moet doen. Mijn vader was allergisch voor katten, dus hadden we alleen een hond. ‘Was je daarom niet op school vandaag?’
Ze knikt en loopt achter me aan naar de keuken, waar ik een flesje water pak en in een schaaltje giet.
‘Hoe lang heb je haar al?’ Ik kijk toe hoe Haven de kat op schoot neemt en het schaaltje voorzichtig naar haar toe brengt. Maar het beestje heeft geen interesse en draait haar kop weg.
‘Een paar maanden.’ Ze haalt haar schouders op, laat het schaaltje water voor wat het is en strijkt met een hand over haar vacht. ‘Niemand weet het. Nou ja, behalve Josh en Austin, en de huishoudster die beloofd heeft niets te zeggen, maar verder niemand. Mijn moeder zou compleet flippen. Het idee alleen al dat er een levend wezen voorkomt in haar zorgvuldig samengestelde interieur.’ Ze schudt haar hoofd. ‘Ze woont in mijn slaapkamer, voornamelijk onder mijn bed. Ik laat het raam altijd op een kiertje staan, zodat ze naar buiten kan wanneer ze wil. Ik bedoel, ik weet wel dat katten langer leven als je ze binnenhoudt, maar dat is toch niet leuk voor ze?’ Ze kijkt me aan en haar normaal zo felle, zonnige aura is nu grijs van bezorgdheid.
‘Hoe heet ze?’ Ik kijk naar de kat en praat zacht om niet te laten merken hoe bezorgd ik ben. Van wat ik kan zíén, heeft het arme dier niet lang meer te leven.
‘Charm.’ Eventjes lijkt haar mond de vorm van een glimlach aan te nemen als ze van haar kat naar mij kijkt. ‘Ik heb haar zo genoemd, naar een talisman, omdat ze geluk brengt. Of dat dacht ik in elk geval. Ik heb haar vlak buiten mijn raam gevonden, precies nadat ik Josh voor het eerst heb gekust. Het leek allemaal zo romantisch.’ Ze trekt een schouder omhoog. ‘Het leek zo’n goed teken. Maar nu...’ Ze schudt haar hoofd en zucht diep.
‘Misschien kan ik je helpen?’ Ik krijg opeens een ingeving. Ik weet niet of het werkt, maar dat maakt niet uit. Zo te zien heb ik weinig te verliezen.
‘Ze is allang geen jong katje meer. Ze is al een oude dame. De dierenarts zei dat ik het haar naar haar zin moest maken zolang dat lukt. Ik zou haar echt wel thuis hebben gelaten, want ze heeft het wel naar haar zin onder mijn bed. Maar mijn moeder heeft net besloten alle slaapkamers opnieuw in te richten, ook al dreigt mijn pa het huis te verkopen, en nu is de binnenhuisarchitect er, samen met een makelaar. Iedereen maakt ruzie en het huis is een puinhoop. Josh doet auditie bij een nieuwe band en Miles heeft het te druk met voorbereidingen voor de voorstelling vanavond, dus ben ik hier.’ Ze kijkt op. ‘Niet dat je mijn laatste keuze bent of zoiets, hoor.’ Ze krimpt ineen als ze zichzelf hoort praten. ‘Maar je hebt het altijd maar zo druk met Damen en ik wilde je eigenlijk niet lastigvallen. Als je geen tijd hebt, ben ik zo weer weg. Ik bedoel, als hij zo komt, dan kan ik wel...’