Home>>read Schaduwland free online

Schaduwland(46)

By:Alyson Noel


Ik wil net een stomme opmerking maken, iets over hoe hij ze vanaf het begin al verwent en alles maar goedvindt, maar dan gaat hij verder: ‘Ze hebben een extreem moeilijk leven gehad en veel meegemaakt. Ze zijn alles en iedereen kwijtgeraakt en dat al op zeer jonge leeftijd. Je kunt je vast wel voorstellen hoe dat voelt. Ik in elk geval wel.’

Ik voel me klein en egoïstisch en ik schaam me dat hij me daaraan moet helpen herinneren. Dan denk ik aan het praktische gedeelte. ‘Wie moet ze dan opvoeden?’ Ik hoop dat het klinkt alsof ik me meer zorgen maak om hen dan om mezelf. Ik bedoel, er is zoveel aan hen dat buitengewoon en bizar is, laat staan hun bijzondere geschiedenis. Waar moeten ze naartoe? Wie kan er voor ze zorgen?

‘Wij natuurlijk.’ Damen rolt zich op zijn zij en zorgt ervoor dat ik hem aankijk. ‘Jij en ik. We doen het samen. We zijn de enigen die er geschikt voor zijn.’

Ik zucht en wil me wegdraaien, maar de warmte van zijn liefkozende blik houdt me op mijn plek. ‘Ik weet niet of we geschikt zijn als ouders.’ Ik beweeg mijn hand langs zijn schouder naar zijn haren en speel met de lange lokken. ‘Of als voogd, als voorbeeldfiguur, noem maar op. Daar zijn we toch veel te jong voor?’ Het lijkt mij een sterk argument. Daarom verbaast het me zo als hij begint te proesten.

‘Te jong?’ Hij schudt zijn hoofd. ‘Spreek voor jezelf. Ik ga al een tijdje mee, hoor. Lang genoeg om een goede pleegouder te zijn voor de tweeling. En bovendien,’ grinnikt hij, ‘hoe moeilijk kan het zijn?’

Ik sluit mijn ogen, terugdenkend aan mijn mislukte pogingen om Riley iets bij te brengen – als meisje van twaalf en ook als geestverschijning. Ik had weinig succes. En om eerlijk te zijn, weet ik niet of ik dat aankan. ‘Je hebt geen idee waar je aan begint,’ merk ik op. ‘Je kunt je niet voorstellen hoe lastig het is om twee eigenwijze meiden van dertien te vertellen wat ze moeten doen. Alsof je een groep katten wilt aansturen – het is gewoon onmogelijk.’

‘Ever,’ zegt hij met diepe, dwingende stem. Hij wil me geruststellen en al die donkere wolken in mijn hoofd verjagen. ‘Ik weet wat je dwarszit, geloof me. Maar het duurt maar vijf jaar voor ze achttien zijn en hun eigen weg kunnen kiezen. Vanaf dat moment hebben we alle vrijheid die we ons kunnen wensen. Hoe erg is vijf jaar als de eeuwigheid zich voor je uitstrekt?’

Zo makkelijk laat ik me niet overhalen en ik schud mijn hoofd. ‘Als ze er al voor kiezen om hun eigen leven te leiden,’ werp ik tegen. ‘Als. En geloof me, er zijn genoeg kids die nog jarenlang thuis blijven hangen, hoor.’

‘Dat wel, maar in dit geval zullen jij en ik daar een stokje voor steken.’ Hij glimlacht en zijn ogen smeken me niet zo dramatisch te doen en mee te lachen. ‘We leren ze alle magie die ze nodig hebben om zelfstandig te zijn en zich te redden. Dan sturen we ze eropuit, wensen ze het allerbeste en we vertrekken zelf ook ergens anders naartoe.’

De manier waarop hij naar me lacht, in mijn ogen kijkt en mijn haar uit mijn gezicht veegt, zorgt ervoor dat ik niet lang boos op hem blijf. Ik wil niet nog meer tijd kwijt zijn aan deze discussie nu ik hier eindelijk zo dicht tegen hem aan lig.

‘Vijf jaar stelt niets voor als je al zeshonderd jaar op de teller hebt staan,’ fluistert hij vlak bij mijn wang, waarna zijn lippen langs mijn nek en oor glijden.

Ik kruip dichter tegen hem aan en weet dat hij gelijk heeft – ook al bekijk ik het van een andere kant. Ik heb het nooit langer dan twee decennia volgehouden per incarnatie, waardoor vijf jaar babysitten voor mij een eeuwigheid lijkt.

Hij trekt me naar zich toe en slaat zijn armen om me heen. Kon deze omhelzing maar eeuwig duren. ‘Is alles weer goed?’ fluistert hij. ‘Zijn we klaar met dit onderwerp?’

Ik knik en druk mijn lichaam tegen hem aan. Ik heb geen woorden meer nodig. Het enige wat ik nu nog wil, het enige waardoor ik me echt beter voel, is een innige, geruststellende kus.

Daarom beweeg ik me naar hem toe, zodat mijn lichaam precies tegen het zijne past, in de holte bij zijn arm en borst, tegen zijn platte bovenlijf en de uitstekende botten bij zijn heupen. Onze harten kloppen perfect in één ritme. Vaag ben ik me bewust van het dunne laagje energie dat tussen ons in pulseert. Ik beweeg mijn mond naar hem toe terwijl ik dichter tegen hem aan kruip, duw en vlij. Wekenlang heb ik hiernaar verlangd en nu wil ik alleen nog maar met hem samensmelten.

Hij kreunt en het oergeluid komt ergens diep vanbinnen vandaan. Zijn handen grijpen mijn middel vast en trekken me naar zich toe tot er niet veel meer tussen ons in zit dan twee laagjes kleren die nodig uitgetrokken moeten worden.

Ik frummel aan zijn rits terwijl hij aan mijn shirt trekt. We ademen allebei vlug, oppervlakkig en proberen zo snel mogelijk al die kleren uit de weg te krijgen. Dat kan ons niet snel genoeg gaan.