‘Je wilt niet weten wat ik denk,’ bijt ik hem toe. Mijn geduld is op; hiervoor kwam ik niet. ‘Ik ben hier niet om me te laten vervelen door langdradige verhalen, ik ben hier omdat ik...’
‘Omdat jij iets wilt van mij.’ Hij knikt en zet het glas neer dat met een harde tik landt op het hout van de tafel. ‘En in dat geval heb ik het voor het zeggen en ben jij in geen enkele positie om eisen te stellen.’
‘Waarom doe je zo?’ Dit spelletje verveelt me. ‘Waarom blijf je zo aandringen als je weet dat ik geen interesse heb? Je snapt toch zelf wel dat je Drina niet terug kunt krijgen, wat je ook met mij en Damen van plan bent? Wat gedaan is, is gedaan. Daar valt niets aan te veranderen. Als je het zo bekijkt, dan houdt alles wat je nu doet – die stomme spelletjes, al die onzin eromheen – jou tegen om verder te gaan en iets te maken van de toekomst.’ Ik kijk hem aan, vastberaden en vol overtuigingskracht. Ik toon hem een scène waarin hij me het tegengif overhandigt en meewerkt. ‘Daarom vraag ik je dus, zo vriendelijk mogelijk, mij te helpen. Maak ongedaan wat je Damen hebt aangedaan en dan kunnen we allemaal weer verder.’
Roman schudt zijn hoofd, met zijn ogen stijf dicht. ‘Sorry, love. Ik weet al wat ik ervoor wil hebben. De vraag is of jij die prijs wilt betalen of niet.’
Moe en verslagen leun ik tegen de muur, maar ik laat het zo min mogelijk blijken. Wat hij van me wil is zal ik hem nooit geven. Dit is hetzelfde oude liedje waarvoor Damen me al waarschuwde. ‘Je kunt mij niet krijgen, Roman. Never nooit, vergeet het maar. Niet zolang ik...’
Ik kom niet eens toe aan de rest, de beledigende en vernederende opmerkingen, want hij komt zo vlug overeind van de bank dat ik zijn adem op mijn wang voel voor ik ook maar kan knipperen.
‘Relax,’ fluistert hij zwoel. Ik kan elke perfecte porie zien, zo dichtbij staat hij. ‘Het zou misschien grappig zijn, een leuke afleiding zolang het duurt, maar dat is niet wat ik wil. Nee, ik heb iets diepzinnigers in gedachten dan jouw eerste keer. Dat wil zeggen, als je het een keertje achter de rug wilt hebben zonder verdere verplichtingen, dan kan ik je uiteraard wel helpen.’ Hij glimlacht en zijn blauwe ogen boren in de mijne. Hij dwingt me het filmpje te bekijken dat hij voor me projecteert, met hem, mij en een groot bed.
Ik wend mijn hoofd af als mijn ademhaling versnelt en onregelmatig wordt. Ik heb elk beetje wilskracht nodig om niet mijn knie hard in zijn kruis te rammen als hij zijn neus langs mijn oor, wang en nek laat glijden en voorzichtig mijn geur opsnuift.
‘Ik weet wat je voelt, Ever,’ mompelt hij vlak bij mijn oor. ‘Verlangen naar iemand die zo dichtbij is en toch... Toch kun je het net niet waarmaken. Het is een pijn die de meeste mensen niet kennen. Wij wel. Weer iets wat we gemeen hebben.’
Het kost moeite mijn gebalde vuisten los te laten en mijn evenwicht te vinden. Ik weet dat ik niets impulsiefs moet doen; ik kan het me niet veroorloven.
‘Maak je geen zorgen.’ Hij grijnst en doet een stap opzij, waardoor hij buiten mijn bereik is. ‘Je bent een slimme meid. Ik weet zeker dat je er wel achter komt. En zo niet...’ Hij haalt zijn schouders op. ‘Tja, dan verandert er niets. Alles blijft zoals het is. Jij en ik, voor altijd met elkaar verbonden, tot in de eeuwigheid.’
Hij glipt de hal in en beweegt zo snel dat ik hem even niet meer zie. Dan houdt hij zijn hoofd schuin ten teken dat ik naar de deur moet lopen. Hij duwt me bijna het stoepje op. ‘Het spijt me dat ik ons onderonsje zo abrupt moet beëindigen. Al doe ik dat vooral met het oog op jouw reputatie. Als Damen erachter komt dat je hier was... Ach ja, dat zou wel eens heel verkeerd voor je kunnen aflopen, hè?’
Hij glimlacht. Die stralend witte tanden, zijn goudblonde haar, zongebruinde huid en blauwe ogen maken hem tot een typisch Californische jongen. Hij kan zo auditie doen voor de VVV-poster die laat zien hoe goed het leven in Laguna Beach kan zijn. Ik kan me wel voor mijn kop slaan, zo kwaad ben ik. Hoe kon ik zo stom zijn? Ik had naar Damen moeten luisteren en ons niet verder in gevaar moeten brengen! Nu heeft Roman weer iets wat hij tegen me kan gebruiken.
‘Het spijt me dat je met lege handen moet vertrekken, darling,’ zegt hij poeslief. Een oude, zwarte Jaguar die op dat moment de oprit op komt, trekt zijn aandacht. Twee inzittenden met prachtig donkere haren stappen uit en lopen rechtstreeks het huis in. Vlak voor Roman de deur dichtgooit, zegt hij: ‘Wat je ook van plan bent, blijf uit de buurt van Marco’s auto als je vertrekt. Hij gaat door het lint als er ook maar een vlekje op komt.’
Twaalf
Ik loop in een rustig tempo naar huis. Althans, dat is de richting die ik in eerste instantie op ga. Maar ergens onderweg loop ik een zijstraat in. En nog een. En nog een. Mijn voeten bewegen zo langzaam dat ze bijna over de grond slepen. Ik hoef nu niet te rennen, ik hoef me niet te bewijzen. Ondanks al mijn kracht en snelheid, kan ik Roman helemaal niet aan. Hij is het brein achter dit spel en ik ben slechts een pion.