Ik kan mijn zin amper afmaken of hij wuift mijn woorden weg met een nonchalante handbeweging. ‘Ever, begrijp je het dan niet? Dit heeft niets te maken met Roman of met jou. Dit is karma. Dit is de prijs die ik moet betalen voor zes eeuwen lang doen waar ik zin in had.’ Hij schudt zijn hoofd en begint te lachen, maar niet op een manier die uitnodigt tot meelachen. Het is meer zo’n diep keelgeluid waar je koude rillingen van krijgt. ‘Na al die jaren dat ik verliefd op je werd en je steeds weer verloor, keer op keer, vreesde ik dat dat mijn straf was voor de manier waarop ik al die tijd geleefd heb. Toen wist ik nog niet wat Drina’s rol was in jouw plotselinge dood. Maar nu realiseer ik me opeens de waarheid. Ik was er tot nu toe zo zeker van dat ik karma te slim af was geweest door jou ook onsterfelijk te maken en je op die manier altijd aan mijn zijde te hebben. Nu blijkt dat karma opnieuw het laatst lacht. We kunnen voor altijd en eeuwig samen zijn, maar we mogen alleen maar naar elkaar kijken, niet aanraken. Nooit meer.’
Ik steek mijn arm naar hem uit en wil hem vasthouden, geruststellen, hem ervan overtuigen dat zijn theorie niet klopt. Maar net zo vlug laat ik mijn arm weer zakken. We zouden ons niet in deze situatie bevinden als we elkaar zomaar konden aanraken.
‘Dat is niet waar,’ zeg ik met mijn blik strak op de zijne gericht. ‘Waarom zou jij gestraft worden voor een fout die ik gemaakt heb? Snap je het dan niet?’ Gefrustreerd door zijn buitengewone redenering, zijn zwart-witte uitleg, schud ik mijn hoofd. ‘Roman heeft dit allemaal zo opgezet. Hij hield van Drina – ik durf te wedden dat je dat niet eens wist, hè? Hij was een van de weeskinderen die jij gered hebt van de pest tijdens de renaissance in Florence. Al die eeuwen heeft hij van Drina gehouden. Hij zou alles voor haar gedaan hebben. Maar Drina keek niet naar hem om – zij had alleen maar oog voor jou. En jij voor mij. Nu ik haar vermoord heb, besloot Roman achter mij aan te komen, maar dan via jou. Hij wilde dat ik voelde hoeveel pijn het doet je nooit meer te kunnen aanraken, net zoals hij lijdt onder het verlies van Drina. Het is allemaal zo snel gebeurd, ik...’ Ik houd op met praten, wetend dat het volslagen zinloos is, zonde van mijn energie. Vlak nadat ik begon, luisterde hij al niet meer. Zo zeker is hij dat het toch allemaal zijn schuld is.
Ik weiger met die gedachte mee te gaan en ik wil ook niet dat hij zich daaraan vastklampt.
‘Damen, toe nou! Je kunt niet zomaar opgeven! Dit heeft niks met karma te maken – maar met mij! Ik was zo dom en impulsief. Dat betekent nog niet dat we het niet kunnen oplossen! Er moet een manier zijn.’ Wanhopig houd ik me vast aan die valse hoop en ik probeer enthousiaster te klinken dan ik me voel.
Damen staat vlak voor me, een donker silhouet in de nacht. De warmte van zijn verdrietige, vermoeide blik is het enige dat nog werkt bij wijze van een omhelzing. ‘Ik had dit nooit moeten doen,’ begint hij. ‘Ik had het elixir nooit moeten maken. Ik had het allemaal op z’n beloop moeten laten. Ik meen het, Ever. Kijk maar naar het resultaat: er is niets dan ellende van gekomen.’ Hij schudt zijn hoofd en kijkt zo verdrietig en schuldbewust dat ik mijn hart bijna voel breken. ‘Voor jou is er nog genoeg tijd. Je hebt je hele leven nog voor je, een eeuwigheid waarin je kunt worden wat je wilt, kunt doen waar je zin in hebt. Maar ik...’ Hij haalt zijn schouders op. ‘Ik ben veel te corrupt geraakt. Dit is het resultaat van al die zeshonderd jaar bij elkaar.’
‘Niet waar!’ Mijn stem slaat over en mijn lippen trillen zo erg dat de spieren in mijn wangen algauw meedoen. ‘Je mag niet zomaar weglopen, je mag me niet nog een keer achterlaten! De afgelopen maand ben ik door een hel gegaan om je te redden en nu dat gelukt is, laat ik je echt niet zomaar gaan. Wij horen bij elkaar, dat heb je zelf gezegd! Dit is gewoon een tijdelijke tegenslag, dat is alles. Als we nou even rustig nadenken, kunnen we vast wel een manier bedenken om...’
Weer breek ik mijn zin af als ik zie dat hij er met zijn gedachten niet meer bij is. Hij heeft zich teruggetrokken in zijn deprimerende wereldje waarin alles zijn schuld is. Ik realiseer me dat dit het juiste moment is om hem de rest te vertellen, die stukken waarvoor ik me kapot schaam en waarvan ik echt spijt heb. Misschien verandert hij dan wel van gedachten, misschien dat hij dan...
‘Er is nog meer,’ ga ik halsoverkop verder, ook al heb ik geen idee hoe ik wil zeggen wat ik hem moet vertellen. ‘Dus voor je ervan uitgaat dat karma nu eindelijk de rekening presenteert of weet ik wat het is, moet je eerst nog even luisteren naar de rest van het verhaal. Ik ben er echt niet trots op, maar ik...’
Ik haal diep adem en vertel hem over die keren dat ik naar Zomerland ben gegaan – de magische dimensie tussen dimensies waar ik leerde dat ik terug in de tijd kon reizen. Ik beken dat ik de keuze had tussen het redden van mijn familie en hem – en dat ik voor hen heb gekozen. Ik was ervan overtuigd dat ik de kans kreeg recht te zetten wat er misgegaan was, dat ik de toekomst kon herstellen die mijn familie opeens was afgenomen. Uiteindelijk kwam er niet veel meer uit dan een wijze les die ik diep vanbinnen al wist: sommige dingen kun je nu eenmaal niet veranderen.