Home>>read Schaduwland free online

Schaduwland(28)

By:Alyson Noel


‘Ever.’ Hij houdt zijn hoofd schuin, waardoor ik zijn ouroborostatoeage goed kan zien terwijl die in en uit beeld flitst. ‘Wat kan ik voor je doen?’

Mijn vingers bewegen naar de amulet onder mijn shirt en vlak daaronder gaat mijn hart als een razende tekeer. Ik hoop maar dat Damen de waarheid spreekt en de ketting me beschermt, mocht dat nodig zijn.

‘We moeten praten.’ Ik probeer niet zichtbaar te rillen als zijn ogen over me heen glijden en uitgebreid de tijd nemen om alles goed te bekijken.

Dan tuurt hij de donkere nacht in voor hij me aankijkt. ‘Is dat zo?’ Hij tilt een wenkbrauw op voor een cynische blik. ‘Goh, ben ik dat vergeten?’

Ik wil ongeduldig met mijn ogen rollen, maar denk dan aan mijn missie. Ik bijt op mijn lip en wacht af.

‘Herken je de voordeur?’ Hij klopt met zijn knokkels op het hout, wat een doffe dreun oplevert, al snap ik zijn bedoeling niet. ‘O, wacht, natuurlijk niet,’ gaat hij plagerig verder met zijn mondhoeken omhooggetrokken. ‘Dit is een nieuwe. Ik moest mijn vorige deur opeens vervangen nadat jij was geweest. Weet je dat nog? Je forceerde je een weg naar binnen om mijn voorraad onsterfelijkheidsdrank door de gootsteen te spoelen.’ Hij grinnikt hoofdschuddend. ‘Dat was heel stout van je, Ever. En een hoop rotzooi, moet ik zeggen. Je gedraagt je vandaag toch wel beter, hè?’ Hij leunt tegen de deur en gebaart dat ik verder kan lopen. Ondertussen kijkt hij me aan met een priemende blik, zo intiem, dat ik me moet inhouden om niet te huiveren.

Vanuit de hal loop ik naar de studeerkamer. Niet alleen de voordeur is veranderd is sinds ik hier voor het laatst was. De ingelijste Botticelli-prints en prullaria zijn verdwenen. Nu is alles van steen en marmer, er hangen zware, donkere gordijnen en de muren zijn ruw gepleisterd met hier en daar ijzeren objecten in de vorm van een sierkrul.

‘Toscaans?’ Ik draai me om en schrik ervan hoe dichtbij hij is. Ik kan zelfs de paarse vlekjes in zijn irissen tellen.

Hij haalt zijn schouders op, maar blijft staan waar hij staat – veel te dichtbij. ‘Ach ja, soms verlang ik weer even terug naar mijn vaderland.’ Hij grijnst. Zijn wangen bewegen langzaam opzij en tonen zijn stralend witte tanden. ‘Het is toch nergens zoals thuis, zoals jij als geen ander weet, Ever.’

Ik slik en wend me af, op zoek naar de snelste vluchtroute, aangezien ik heel goed op mijn tellen moet passen.

‘Zeg het eens. Waaraan heb ik deze geweldige eer te danken?’ Hij kijkt over zijn schouder als hij richting de bar loopt. Uit de wijnkoelkast haalt hij een fles elixir en hij schenkt een glas van geslepen kristal vol voor hij het me aanbiedt. Ik schud mijn hoofd en houd mijn hand omhoog. Dus pakt hij het glas zelf en loopt ermee naar de bank, waar hij zich laat neerploffen en wijdbeens gaat zitten. Het glas steunt hij op zijn knie. ‘Ik neem zo aan dat je niet in het holst van de nacht langskomt om mijn nieuwe inrichting te bewonderen. Dus vertel: wat kom je doen?’

Ik schraap mijn keel en dwing me hem recht aan te kijken zonder aarzeling, zonder ineen te krimpen, terug te deinzen, zenuwachtig te worden of een ander teken van zwakte te laten zien. Ik realiseer me maar al te goed hoe deze situatie uit de hand kan lopen. Nu is hij nog nieuwsgierig en benieuwd, maar dat kan zo omslaan in iets anders.

‘Ik kwam hier om te praten,’ begin ik. Ik bestudeer zijn gezicht voor het geval hij reageert, maar hij blijft me slechts indringend aanstaren. ‘Ik wil een wapenstilstand. Je weet wel. Een soort verklaring van vrede, van goed gedrag, van...’

‘Alsjeblieft,’ zegt hij wuivend met een hand. ‘Bespaar me de definitie, love. Ik kan het in twintig talen en veertig dialecten zeggen. Jij?’

Ik ben allang blij dat het me in deze taal in één keer gelukt is. Hij draait de vloeistof rond in zijn kristallen glas en de regenboogkleurige gloed glimt en glinstert tegen de zijkant voor het naar beneden klotst.

‘Wat probeer je hiermee te bereiken? Jij weet toch als geen ander hoe dit werkt? Ik zal je niets overhandigen zonder dat ik daar iets voor terugkrijg waar jij waarde aan hecht.’ Met een klopje op de zitting naast hem geeft hij aan dat ik moet komen zitten. Hij glimlacht alsof het ook echt gaat gebeuren.

‘Waarom doe je dit?’ zeg ik gefrustreerd. ‘Ik bedoel, je ziet er op zich best knap uit. Je bent onsterfelijk, je hebt alles wat je je kunt wensen, je kunt iedereen krijgen die je maar wilt. Waarom val je mij dan lastig?’

Met zijn hoofd achterover laat Roman een flinke schaterlach horen. Het bulderende geluid vult de kamer. Hij heeft even nodig om tot bedaren te komen en me weer aan te kijken. ‘Best knap?’ Weer lacht hij hartelijk. Hij zet het glas op de salontafel en pakt een gouden nagelknippertje uit een doosje dat ingezet is met juwelen. ‘Best knap,’ mompelt hij nogmaals voor hij zijn hoofd schudt en zijn nagels nog een keer zorgvuldig inspecteert. Dan pas kijkt hij weer naar mij. ‘Je begrijpt het niet, darling. Dat is juist het punt. Ik kan álles krijgen wat ik wil. Alles en iedereen. Het is soms te gemakkelijk. Te eenvoudig.’ Hij zucht en gaat verder met zijn manicure, waar hij zo in opgaat dat ik me afvraag of hij me al vergeten is. ‘Weet je, het wordt allemaal een beetje saai en voorspelbaar na de eerste... zeg, honderd jaar. Jij bent nog veel te jong om dat te begrijpen, maar over een tijd zul je inzien dat ik je eigenlijk een plezier heb gedaan.’