‘En dat vind je allemaal prima?’ Ze laat een hand door haar goudblonde haar glijden, een kleur die we allebei hadden tot ik regelmatig van het elixir dronk. Mijn haren zijn nu veel lichter. Sabine gaat voorzichtig op het randje van mijn bed zitten, slaat één been over het andere en zet haar koffertje op de grond. Allemaal aanwijzingen dat er een van haar lange, ongemakkelijke preken aan zit te komen.
Ze bestudeert me kritisch, van mijn verschoten lichte spijkerbroek naar mijn witte topje en blauwe shirt. Ze is op zoek naar symptomen, hints, aanwijzingen, sporen dat ik lijd aan een tienerprobleem. Niet zo lang geleden heeft ze zowel anorexia als boulimie van haar lijstje gestreept, toen ik dankzij het elixir een flinke groeispurt doormaakte. Ik ben pakweg tien centimeter gegroeid en mijn lichaam heeft een extra laagje spierweefsel weten te kweken, zonder dat ik daarvoor heb hoeven trainen.
Dit keer twijfelt ze echter niet door mijn uiterlijk, maar door de knipperlichtrelatie met Damen. Ze heeft natuurlijk net zo’n opvoedkundig boek gelezen waarin staat dat een stormachtige relatie een reden is om je zorgen te maken. Dat kan wel waar zijn, maar de relatie tussen mij en Damen kun je niet even samenvatten in een hoofdstuk van wat voor boek dan ook.
‘Begrijp me niet verkeerd, Ever. Ik vind Damen een aardige jongen, echt waar. Hij is vriendelijk en charmant en komt erg beheerst over. Maar er is iets aan die zelfverzekerdheid van hem wat ik een beetje vreemd vind voor iemand van zijn leeftijd. Het lijkt soms alsof hij te oud is voor je of...’ Ze haalt haar schouders op en kan niet precies uitleggen wat ze bedoelt.
Ik gooi mijn haren over mijn schouder naar achteren, zodat ik haar goed in me kan opnemen. Ze is vandaag de tweede die iets vreemds aan Damen – aan ons – ziet. Eerst Haven met haar hele telepathiegezeur. Nu Sabine over de rustige en volwassen indruk die hij maakt. Ik kan voor allebei wel een goede verklaring verzinnen, maar het stoort me dat ze beiden iets hebben opgemerkt.
‘Ik weet wel dat hij maar een paar maanden ouder is dan jij, maar hij komt over als iemand... met meer ervaring. Te veel ervaring, misschien.’ Ze haalt haar schouders op. ‘Ik zou niet willen dat jij je onder druk gezet voelt iets te doen waar je nog niet klaar voor bent.’
Om niet te lachen, bijt ik op mijn lip. Ze moest eens weten! Volgens haar ben ik het onschuldige meisje dat achternagezeten wordt door een of andere rokkenjager. In werkelijkheid ben ik langzamerhand meer het roofdier in dit verhaal. Ik was zelfs al zo ongeduldig dat ik er bijna Damens leven voor op het spel heb gezet.
‘Wat hij ook tegen je zegt, Ever, jij maakt de dienst uit. Jij bepaalt met wie en wanneer je wat wilt doen. Je kunt van alles voor hem voelen, of voor wie dan ook, maar geen enkele jongen heeft het recht je te dwingen...’
Tijd om haar te onderbreken. ‘Zo zit het niet,’ zeg ik vlug, voor ik me nog meer opgelaten voel door haar preek. ‘Damen is niet zo. Hij is een echte heer, het ideale vriendje. Echt waar, Sabine, je zit er helemaal naast. Vertrouw me alsjeblieft. Goed?’
Ze kijkt me een ogenblik aan en ik zie haar helderoranje aura golven. Ze wil me geloven, maar weet niet of dat verstandig is. Dan pakt ze haar koffertje en ze loopt naar de deur. Bij de drempel wacht ze nog even. ‘Ik zat te denken...’
Ik kijk op en vraag me af of ik vast in haar gedachten zal wroeten, ook al heb ik gezworen haar privacy nooit op die manier te schenden – tenzij het absoluut noodzakelijk is. En dat is het natuurlijk niet.
‘Je schooljaar is bijna voorbij en ik heb je nog niet gehoord over plannen voor de zomervakantie. Het lijkt mij geen slecht idee dat je een baantje zoekt – gewoon een paar uurtjes per dag ergens aan de slag. Lijkt je dat wat?’
Lijkt me dat wat? Ik staar haar met open mond aan, op zoek naar de juiste woorden. Had ik nu maar in haar gedachten gegraven, want blijkbaar is dat wel noodzaak!
‘Het hoeft heus niet fulltime. Je zult nog genoeg tijd overhebben voor je vrienden en het strand. Maar het lijkt mij wel goed voor je om...’
‘Gaat dit om zakgeld?’ Mijn hoofd tolt en ik zie geen uitweg. Als het erom gaat dat ik meebetaal aan de boodschappen of de hypotheek, dan wil ik best mijn deel ophoesten. Wat mij betreft mag ze alles hebben wat er van de levensverzekering van mijn ouders is overgebleven, geen probleem. Maar niet mijn zomer! Ze mag mijn zomermaanden niet inpikken! Echt niet. Niet eens een dag ervan.
‘Ever, natuurlijk gaat het niet om geld.’ Haar wangen lopen lichtrood aan en ze draait haar hoofd weg. Voor iemand die bedrijfsjurist is van beroep, is het voor haar vreemd genoeg lastig om over de financiën te praten. ‘Het lijkt mij gewoon goed voor jou om eens andere mensen te ontmoeten en iets nieuws te leren. Al is het maar een paar uurtjes per dag, weg van de sleur.’