Uiteindelijk ruimde Jason de tafel af en stopte wat er was overgebleven in Lassiters koelkast. Zijn vriend bleef over zijn computer gebogen en rommelde met de gegevens, ook als hij met Jason praatte en naar het gebabbel van de juryleden luisterde.
Na twee uur beraadslagen besloot jurylid zeven dat het tijd was om opnieuw te stemmen. Dit zou de vijfde of zesde stemming worden, Jason was de tel kwijtgeraakt, en iedere keer was het aantal juryleden dat voor vrijspraak was met een of twee toegenomen.
'Acht tegen vier zijn voor vrijspraak,' kondigde jurylid zeven aan na vlug de handen geteld te hebben. Degenen die van meet af aan voor vrijspraak waren geweest, kreunden zachtjes. Ze hadden kennelijk op een paar extra medestanders gerekend.
Tijdens het laatste uur van de video keek Jason hulpeloos toe hoe jurylid zeven en haar kameraden zijn zaak aan flarden scheurden en de andere juryleden ervan langs gaven. Hij had een antwoord op iedere vraag, maar hij zou ze nooit onder woorden brengen.
In twee jaar tijd had hij nog nooit een zaak bij Justice Inc. verloren. Geen enkele schaduwjury had zich ooit tegen hem gekeerd. En nu gebeurde het vlak onder zijn ogen en hij kon niets bedenken wat hij anders had kunnen doen om dat te voorkomen.
'Het Openbaar Ministerie gaat verliezen, hè? Denk je ook niet?' vroeg Jason, doelend op de echte zaak.
'Waarom zeg je dat?' Lassiter stond voor het eerst in twee uur op en rekte zich uit. 'Je won twee van de drie panels.'
'Maar Austin Lockhart is niet zo'n erg goede advocaat. En jurylid zeven denkt dat ze een roeping heeft. Niemand moest het lef hebben om een in de steek gelaten vrouw van moord te beschuldigen... daar zou ze wel voor zorgen.'
'Ja, ze is een beetje over de rooie,' gaf Lassiter toe. Hij knipperde weer met zijn ogen en schraapte zijn keel.'Maar je hebt de twee andere panels gewonnen, dus daar speelde dat kennelijk niet zo'n rol. Persoonlijk maak ik me meer zorgen over de rol van Jason Noble.'
Jason wist dat het als een compliment bedoeld was, een verwijzing naar zijn superieure pleitkwaliteiten en of die mogelijk van invloed waren geweest op de uitkomst. Jason zelf tilde daar niet zo zwaar aan. Hij was ongetwijfeld beter dan Lockhart, maar niet zo veel beter dat hij daardoor de uitkomst kon veranderen.
'Voor je hier kwam, heb ik naar het begin van die twee andere beraadslagingen zitten kijken,' zei Lassiter. 'De andere jury's waren vanaf het begin vrijwel unaniem voor veroordeling. Je bent ongetwijfeld beter dan Lockhart, maar je had meer om mee te werken. Tien tegen een dat Kendra Van Wyck de bak in gaat.'
'Ik weet het nog niet,' zei Jason. 'Ik heb er deze keer niet zo'n goed gevoel over.'
'Dat is het hem nu juist. Jij gaat af op je gevoel. Ik houd me aan de feiten.'
8
Robert Sherwood en zijn gasten grilden bijna twee uur lang biefstukken en dronken wijn aan boord van zijn dertig meter lange jacht, Veritas, er angstvallig voor wakend zaken te bespreken voordat ze buiten de territoriale jurisdictie van de Verenigde Staten waren. Sherwood herinnerde zijn gasten er voortdurend aan dat ze niets illegaals deden, maar je wist maar nooit wat een of andere openbare aanklager die zijn naam graag in de krant zag staan, zou denken van een creatieve nieuwe manier om de wet te omzeilen en, gebaseerd op de theorie dat niemand zoveel geld kon verdienen zonder lastgevallen te worden door de overheid, achter je aan zou gaan.
Ieder van Sherwoods gasten vertegenwoordigde een belangrijk hedgefonds. Ze behoorden tot een exclusieve club van gehaaide Wall Street-jongens, gokkers die de perfecte combinatie bezaten van arrogantie en genialiteit die voortkomt uit het voortdurend spelen met andermans geld. Maar het was nog steeds Sherwood die het gesprek, dat over politiek, honkbal, onroerend goed in Manhattan, golfen zeilen ging, domineerde. Over zo'n beetje alles waarover de man wilde praten. Behalve over zaken - dat kon wachten.
Sherwood was vijftien jaar ouder dan de oudste gast en flink breder dan de meesten van hen. Zijn leeftijd was hem niet aan te zien en mensen waren gewoonlijk verrast als ze hoorden dat hij tegen de zestig liep. Hij verfde zijn haar, bleekte zijn tanden en trainde iedere dag. Hij was een meter vijfentachtig en woog vijfennegentig kilo, hetzelfde gewicht dat hij ook had gehad toen hij rechten studeerde, zo'n vijfendertig jaar geleden. Sherwood was luidruchtig en zelfverzekerd en zag, als hij iemand voor het eerst ontmoette, meestal binnen een half uur kans om te vertellen dat hij een zwarte band in judo had.
Hij wist dat twee van zijn gasten hem nooit zouden dwarsbomen, het nooit zouden wagen om een aanbeveling van een Robert Sherwood tegen te spreken. Maar dan was er ook nog Felix McDermont.
McDermont was de minst imposante figuur in het vertrek - tenger en zachtaardig met vrouwelijke trekken en een randloos brilletje, uitstekende jukbeenderen waardoor hij eruitzag als een hongerlijder, en tanden die te groot waren voor zijn mond. Hij ergerde Sherwood altijd met een lijst van onschuldig klinkende vragen, maar Sherwood bleef hem uitnodigen omdat McDermont vrijwel altijd de grootste investering van al Sherwoods cliënten deed. En als McDermont zijn toezegging eenmaal had gedaan, volgden er binnen vierentwintig uur nog zo'n tiental andere hedgefondsen.