Reading Online Novel

Pulp!


Hoofdstuk 1





Redactie van het tijdschrift Vanity Place, Manhattan





“Jemig, Axel”, zei Kate, de fotoredactrice. “Het lijkt wel alsof je de hele nacht in de goot hebt gelegen.”

Axel Mackenzie wreef over zijn stoppelige kaken. Van slapen was niet veel gekomen op de harde vloer van een leegstaand pakhuis. Hij werd echt te oud voor een zwerversbestaan.

Met een diepe zucht masseerde hij zijn stijve nek. Een lekker ijskoud pilsje zou wonderen doen. Hij snakte naar het goudblonde vocht. Maar op dit tijdstip waren de cafés in New York City nog dicht. Hij nam een slok van de sterke redactiekoffie en mompelde iets onverstaanbaars.

Kate schudde haar hoofd en keek bedenkelijk naar zijn gekreukte hemd, waarvan een knoop ontbrak. Vervolgens wierp ze een blik op haar eigen afgetrapte Nikes. “En we leggen de lat niet eens hoog, dat weet je.” Ze sloot de usb-stick op haar computer aan en bekeek de opnamen die hij had gemaakt. Axel stopte intussen zijn hemd in zijn broek. “Je hebt mazzel dat je goed bent in je vak.”

“Als ik voor elke keer dat een redactrice of redacteur dat tegen me zei een dollar had gekregen, was ik nu rijk.”

“Het valt me mee dat je het over redacteurs en redactrices hebt en niet over vrouwen.” Kate lachte.

“En het valt mij tegen dat je me goed vindt en niet fantastisch.”

Plotseling kwam Buhl Martin Black, de uitgever van Vanity’s Place, aangestormd. Zijn bolle wangen waren rood van boosheid en onder zijn arm klemde hij het meest recente exemplaar van het tijdschrift. Zijn postuur, groot hoofd en klein lichaam, werkte op de lachspieren. Hij leek op een ei met pootjes. Pootjes die, net als in een tekenfilm, het tempo amper konden bijbenen.

Axel dook meteen weg. Hij bukte en ging tegen de wand van Kates kantoortje staan. Kate klemde haar handen om de armleuningen van haar rolstoel. Ze kon geen kant op, haar bureau stond recht in de vuurlinie. Onwillekeurig vergeleek Axel haar met een toeschouwer uit een van die ouderwetse films over atoombommen uit de jaren vijftig, in angstige afwachting van de oorverdovende knal.

Black stormde echter zonder iets te zeggen voorbij. Hij liep langs de systeembeheerder, denderde zijn kantoor binnen en sloeg de deur hard achter zich dicht.

Even bleef het doodstil. Toen stonden alle medewerkers van de afdeling een voor een op en keken elkaar over de halfhoge wanden van hun gescheiden werkplekken zwijgend aan. Iedereen haalde opgelucht adem.

Axel kon meerdere redenen bedenken waarom hij liever als freelancer werkte, maar dit soort woede-uitbarstingen van de baas was er één van.

Hij werkte al jaren voor Kate, een echte professional. Ze zette haar elektrische rolstoel in beweging en kwam achter haar bureau vandaan. “Als je er geen bezwaar tegen hebt, ga ik even kijken wat er aan de hand is.”

“Ja, natuurlijk. Ga je gang.” Toen ze weg was, pakte Axel het meest recente exemplaar van Vanity Place. Even later trilde zijn mobieltje. Hij klapte het toestel open en ging staan, omdat hij net als de anderen nieuwsgierig was.

“Mackenzie.”

“Verdomme, waar blijft mijn geld?”

Axel kon zichzelf voor het hoofd slaan. Waarom had hij niet gekeken wie er belde? Zijn maat Brendan wilde zijn microbrouwerij verkopen en Axel had interesse. Maar zijn bankrekening werkte niet erg mee.

“Toe nou”, zei Axel zacht. “Je weet dat je het krijgt. Ik heb bijna het hele bedrag overgemaakt.” Kate reed niet het kantoor van Black binnen, maar het kantoor van Phil Peck, de hoofdredacteur. Waarschijnlijk in de hoop dat Phil haar kon vertellen waarom Black zo kwaad was. Phil kwam snel achter zijn bureau vandaan om de deur achter Kate dicht te doen.

“Bijna? Bíjna?” herhaalde Brendan sarcastisch. “Ik heb nog een gegadigde en die kan me het hele bedrag ineens geven. Hij staat met een cheque te zwaaien.”

De microbrouwerij van Brendan bevond zich in Pittsburgh. Het was een hobbybrouwerij en helaas smaakte het bier precies zo: als een probeersel. Brendans huwelijk stond na tien jaar op springen en hij had geld nodig. Axel had bijna al zijn bezittingen verkocht om het bedrag bij elkaar te schrapen. Hij verhuurde zelfs zijn appartement. Bier brouwen was altijd zijn droom geweest.

“Overdrijf niet zo, Brendan. Hoeveel krijg je nog van me? Tienduizend?”

“Tienduizend? Wat dacht je van drieëntwintig duizend?”

Drieëntwintig duizend? Axel kromp in elkaar. “Luister, geef me nog een maand-”

“Een week. Je krijgt nog een week.”

Er klonk een harde dreun en gerinkel in het kantoor van Black. Zo te horen had hij iets groots en breekbaars kapot gesmeten. De deurknop van Blacks kantoor ging omlaag en iedereen dook weg. Axel ook. Maar de deur bleef dicht.

“Een week?” vroeg Axel zacht. “Ik was je kamergenoot. We hebben samen gestudeerd. Wees realistisch, geef me in elk geval twee weken.”