Reading Online Novel

Prive!



Hoofdstuk 1





Het was een perfecte dag voor een bruiloft. Alleen jammer dat de bruidegom nog niet was komen opdagen.

Faith West huiverde in het meizonnetje dat door het kleine raam van de bruidskamer in de historische kerk in de Chicago Gold Coast scheen. Ze frommelde aan de witsatijnen rok van haar trouwjurk, maar bewoog zich verder niet. Ze kon domweg niet geloven dat dit haar echt overkwam. Alan Anderson, de man wiens huwelijksaanzoek ze had aanvaard, was te laat voor zijn eigen bruiloft.

Er moest een goede verklaring voor zijn afwezigheid zijn: autopech, een mobieltje met een lege batterij. Een ongeluk zelfs, al hoopte ze van harte dat dat niet het geval was.

Faiths blik viel op haar spiegelbeeld in de grote spiegel aan de muur. Een paar lokken waren aan haar opgestoken bruine haren ontsnapt en ondanks haar perfecte make-up lag er een gejaagde blik in haar blauwe ogen. Was dit het soort vrouw dat vlak voor de huwelijks-

ceremonie in de steek werd gelaten? Het zou kunnen. Ze was in ieder geval geen oogverblindende schoonheid. Ze was gewoon een bibliothecaresse. Een bibliothecaresse met een rijke privédetective als vader.

Faiths familieleden fladderden zenuwachtig om haar heen, kwamen en gingen, en boden haar van alles aan. Hulp, ideeën, wodka. Te midden van al die chaos bleef ze het kalme middelpunt. Op een merkwaardige manier had ze afstand genomen van haar omgeving. Waarschijnlijk was ze in shock en zou ze het aanbod van alcohol uit medische overwegingen moeten accepteren.

De vraag was: wat zou Jane Austen in haar situatie doen? Als Faith in de problemen zat, probeerde ze een oplossing te verzinnen met behulp van haar favoriete schrijfster. En op dit moment zat Faith tot over haar oren in de problemen.

“Ik durf te wedden dat je die arme man hebt weggejaagd.” Faiths lastige tante Lorraine onderbrak haar gedachten. “Een jeugdbibliothecaresse die heeft leren schieten van haar vader. Een enorme fout.”

Tante Lorraine, ook wel bekend als de Huiveringwekkende Hertogin, was de vloek van de familie. Met haar duivelse zwarte haar en felle ogen was ze angstaanjagender dan een personage uit een boek van Stephen King. Geen modelgast voor een bruiloft dus, maar Faiths moeder had erop gestaan haar uit te nodigen.

Even vroeg Faith zich af of Alan misschien was weggebleven omdat hij bang was voor tante Lorraine, die hij gisteravond tijdens het oefendiner voor het eerst had ontmoet. Misschien was zij de reden dat hij niet was komen opdagen. Kon Faith het hem kwalijk nemen dat hij tante Lorraines stekelige opmerkingen wilde vermijden?

Nou en óf ze dat kon! Hoe kon Alan haar zomaar in de steek laten, zodat ze zich afvroeg wat er met hem was gebeurd? Hoe kon hij zo wreed zijn? Hoe kon wie dan ook, afgezien van tante Lorraine dan, zo wreed zijn?

Alan was niet zomaar iemand. Hij was haar verloofde, een betrouwbare en respectabele investeringsbankier, die ze intussen twee jaar kende. Ze waren nu elf maanden verloofd en pasten uitstekend bij elkaar. Ze hadden dezelfde interesses, waarden en ambities. Geen van beiden was verblind door hartstocht of geneigd tot wild gedrag.

Dat wilde nog niet zeggen dat de seks niet goed was geweest, want dat was wel zo. Niet geweldig, maar wel goed. Ze hield van hem. Hij hield van haar. Dat had hij gisteravond tenminste nog gezegd toen hij haar had gekust.

Faith keek om zich heen. Iemand had tante Lorraine meegenomen. Haar plaats was ingenomen door Alans getuige, die beschaamd keek. “Alan heeft je zojuist een sms gestuurd.”

“Waar is hij? Gaat het goed met hem?”

In plaats van haar bezorgde vragen te beantwoorden maakte hij zich snel uit de voeten, op zoek naar de dichtstbijzijnde uitgang en ongetwijfeld de dichtstbijzijnde kroeg.

“Waar is mijn BlackBerry?” vroeg Faith aan haar getuige, haar nichtje Megan, die ze als een zus beschouwde. Faith en Megan waren twee dagen na elkaar geboren, in dezelfde buurt opgegroeid en konden elkaars zinnen afmaken. Hun vaders waren broers. Faith had maar één getuige en natuurlijk was dat Megan.

“Ik weet zeker dat Alan een goede reden heeft voor zijn late komst.” Megan was altijd al de optimist van de familie geweest. “Misschien heeft hij een ongeluk gehad. Je vader is nog bezig alle ziekenhuizen af te bellen.”

Faiths vader was een workaholic en eigenaar van het meest succesvolle detectivebureau van Chicago. Als Alan niet in het ziekenhuis lag, zou haar vader ernstig in de verleiding komen te zorgen dat hij daar terechtkwam.

“Waar is mijn BlackBerry?” Faith hoorde het vleugje hysterie in haar stem, maar kon het niet tegenhouden.

“Hier. Vlak naast je.” Megan gaf haar de BlackBerry en inderdaad had Faith een sms’je van Alan. Het was twee minuten geleden verzonden.



Dacht dat ik wilde trouwen. Wil ik niet. Moet erachter zien te komen wie ik ben. Wil avontuur en opwinding. Jou niet. Sorry.