'Het doet er niet toe wat ik aantrek,' antwoordde ze.
'Wat?' Margo was geschokt, voor het eerst sinds twintig jaar, diep geschokt. 'Ga mee, Matty, we moeten naar het hotel terug,' commandeerde ze en, het aan hem overlatend Francesca te vergezellen, ging ze vast vooruit, ongelovig in zichzelf mompelend: 'Doet er niet toe! Dóet er niet toe? Is ze gek geworden?'
Francesca Vernon was het enig kind van professor Ricardo della Orso en zijn vrouw Claudia. Haar vader was hoofd van de faculteit van vreemde talen aan de Universiteit van Californië in Berkeley, waarheen hij in de jaren twintig uit Florence was geëmigreerd. De beide ouders van Francesca hadden hun eeuwenoude oorsprong in het eens zo fraaie bergstadje met de vele torens, San Gimignano, bij Florence. In beide families waren opvallend mooie vrouwen voorgekomen, van wie velen volgens de strenge normen van die tijd hun eer te grabbel hadden gegooid. Honderden jaren lang was menig Toscaanse edelman naar San Gimignano gereden, aangetrokken door de faam van de roemrijke dochters van de della Orso en Veronese families, en maar al te vaak waren ze niet teleurgesteld.
In hun streven Francesca te behoeden, overlaadden haar ouders haar hongerige geest met oude verhalen van heldendaden uit liefde bedreven, van helden en heldinnen die een eervol en gevaarlijk leven leidden. Zij vormden een gretig gehoor voor de tientallen toneelstukken die ze al spoedig voor hen begon op te voeren en waarvan ze de intrige haalde uit de geschiedenissen waarmee ze was opgegroeid. Haar ouders begrepen in hun onschuldige trots niet, dat zij Francesca hadden aangemoedigd zichzelf van de buitenkant te zien, naar zichzelf te kijken als iemand die ze niet was en daar diepe vreugde uit te putten. Voor haar was het spelen van een rol grotere werkelijkheid dan alles wat het leven verder had te bieden.
Toen Francesca op zesjarige leeftijd naar school ging, kreeg ze daar haar eerste bredere publiek. In de rol van de sluwe Morgana in een eersteklas opvoering van Ali Baba en de veertig rovers, verschaften de woorden 'Sesam, open u!' die de schatkamer openden, haar tevens de zekerheid over haar toekomst. Ze zou actrice worden. Hoewel ze voor het oog normaal de school doorliep, speelde ze vanaf dat ogenblik in haar hoofd toneel. Als ze niet bezig was met de jaarlijkse schooluitvoering, kwam ze op school in de rol van de heldin van het boek, dat ze op dat moment aan het lezen was en daar was ze zo handig in, dat ze dat een hele schooldag kon volhouden zonder zich aan haar klasgenoten te verraden. Ze vonden haar onverwachte reacties en onverklaarbare stemmingen typisch iets voor Francesca, die door haar ontoegankelijkheid ook op school favoriet was. Iedereen wilde met haar bevriend zijn, omdat dit voorrecht slechts zo weinigen was vergund.
Ieder jaar kreeg Francesca de hoofdrol in de schooluitvoeringen en niemand, ook de andere moeders niet, klaagde erover dat het niet eerlijk was, omdat ze duidelijk boven iedereen uitstak. Een productie waarin ze niet de voornaamste rol speelde, zou onevenwichtig geweest zijn. Ze hoefde maar een toneel op te komen en onmiddellijk ontstond er een hooggespannen verwachting. Haar kleinste gebaren waren vol uitdrukking. Francesca leerde niet acteren; ze kroop slechts in de huid van het personage dat ze speelde en werd die persoon met zó'n natuurlijkheid, dat het leek alsof ze niets anders hoefde te doen dan haar emoties loswikkelen en op haar gezicht laten verschijnen.
'Van alle risico's die aan het beroep van agent kleven, zijn die van middelbare schooluitvoeringen het ergste,' klaagde Matty Firestone.
'Wat dacht je van de liefdesavonturen van een actrice?' vroeg zijn vrouw Margo. 'Vorige week zei je, dat die nog erger waren dan onderhandelingen met Harry Cohn.'
'Daar heb je gelijk in. Een toneelstuk is tenminste gauw afgelopen,' beaamde Matty, alsof hij het een zware beproeving vond de vertolking van Milestones van Arnold Bennett door Berkeley Highschool te moeten bijwonen; een productie die steevast op het repertoire van examenklassen prijkte.
'Waag het niet weer met open ogen in slaap te vallen,' waarschuwde Margo hem liefdevol. 'Daar word ik zenuwachtig van ... de Hellmans zijn trouwens oude vrienden van jou, niet van mij.'
'Maar jij moest ze zo nodig laten weten dat we in San Francisco waren. Je had er aan moeten denken dat het juni is — eindexamenmaand,' mopperde Matty. Hij verwachtte altijd, dat Margo zijn privéleven net zo perfect organiseerde als haar eigen uitgebreide garderobe. Ze was een ideale agentenvrouw; cynisch, maar nooit zonder onschuldige illusies, hartelijk, ze keek nergens van op en was door en door aardig, zoals Matty de ideale agent was; een man die recht op zijn doel afging. Hij was betrouwbaar, en wist precies hoe ver hij in zijn onderhandelingen kon gaan, hoeveel te veel en hoeveel te weinig was; met daarbij een diepe tegenzin om een echte leugen te vertellen, en hij was niet behept met de gevaarlijke dwang altijd de waarheid te onthullen. Hij en Margo zouden nooit ten prooi vallen aan vleierij, maar tegen de verleiding van talent waren zij niet opgewassen.