Home>>read Prinses Daisy free online

Prinses Daisy(67)

By:Judith Krantz


La Marée zelf bewees dat betovering nog bestond. Het was langzamerhand door de eeuwen heen uit een oude boerenwoning gegroeid en toen Anabel er de eigenares van werd had het dertien verschillende dakhoogten, allemaal bedekt met stro, waaruit zaden ontsproten die in het stro waren achtergebleven en wilde bloemen opschoten. Sommige delen van het huis waren twee verdiepingen hoog. De keukenvleugel die het oudste deel van het huis was, was gelijkvloers; maar alle verschillende delen van het gebouw vormden een eenheid, doordat ze waren gebouwd van houten balken en pleisterwerk, grotendeels begroeid met een golvende mantel van de grootbladige klimop, die 'la vigne vierge' heette en in de herfst dieprood werd. Hoewel Anabel van haar gasten verwachtte, dat zij zich op La Marée ongedwongen gedroegen alsof zij met vakantie waren, was het huis zelf stijlvol ingericht met een stel goed afgerichte bedienden. De muren in alle slaapkamers waren van het plafond tot de vloer bedekt met geplisseerde damast in dezelfde kleurnuance, geweven in bloemmotieven. Dezelfde stof waarmee de muren waren bekleed, hing ook om de hemelbedden en voor de hoge ramen. De kamer van Daisy was helemaal in het zeegroen, die van Anabel in roze en crème en Ram had de blauwe slaapkamer. De grote salon van het huis was heel hoog en in een hoek leidde een wenteltrap vier meter omhoog naar het balkon, dat aan drie kanten om het huis heenliep. Langs de achterzijde van het balkon zaten boekenplanken, en er waren allerlei nissen die van beneden niet waren te zien, waarin men de hele dag op gemakkelijke canapés in de wat muf ruikende deeltjes kon zitten lezen, die er al waren in de tijd toen Stash het huis als verrassing voor Anabel had gekocht. Het was hem goed uitgekomen dat het zo dicht bij Trouville lag, waar hij nog steeds de stallen bezat, waar hij eens Francesca mee naar toe had genomen. Hij werd ook aangetrokken door de legende van het huis, waarin — zoals iedereen in Honfleur wist — de vroegere eigenares, madame Colette de Joinville, elf Engelse soldaten na de slag bij Duinkerken had verborgen. Omdat zij de evacuatiekust niet hadden kunnen bereiken, waren zij door de verzetsbeweging, waartoe zij ook behoorde, naar haar toegebracht. Met groot gevaar voor eigen leven hield zij hen negen maanden lang op haar zolder verborgen tot zij allema.il, een voor een, in staat waren via de ondergrondse naar Spanje te komen en naar Engeland terug te keren om weer te vechten.

Weldra regelde het dagelijks leven op La Marée zich vanzelf: laat ontbijt aan de lange, houten tafel in de grote keuken, waar zij allemaal in badjassen of peignoirs naartoe slenterden als het ze zo uitkwam, waarna Daisy en Anabel, met flinke boodschappenmanden aan de arm, naar het havenstadje Honfleur gingen om verse levensmiddelen te kopen. De lunch werd voorafgegaan door sherry op het terras, duurde twee uur en werd gevolgd door koffie, ook weer op het terras. Na de koffie ging iedereen zijn eigen gang: op jacht naar antiek, bezienswaardigheden bekijken, een dutje doen of buiten rondzwerven, met tot besluit cocktails, diner, een paar spelletjes poker of dobbelen en aan het eind van een dag luieren vroeg naar bed.

Daisy merkte dat ze het minst ongelukkig was als ze er alleen met haar schetsboek op uittrok, om de weergaloos schilderachtige huizen van Le Vieux Bassin in Honfleur te tekenen, sinds de laatste honderdvijftig jaar een geliefd onderwerp voor schilders, of te trachten de drie parapludennen die de oceaanzijde van La Marée bewaakten, op papier vast te leggen.

Als Daisy haar bad nam, zag ze dat ze door haar verblijf dag in, dag uit in de buitenlucht, zo bruin was geworden als een vers gebakken croissantje. Ze was niet gewend zichzelf naakt te bekijken, besefte ze, toen ze geboeid het interessante contrast tussen haar witte borsten en haar bruine schouders bestudeerde, die alleen daar wit waren waar de bandjes van haar badpak ze hadden bedekt. Verder was ze weer wit tot daar waar haar tennisbroekje ophield en van daar af waren haar benen nog bruiner dan de rest van haar lichaam. Ze draaide zich voor de spiegel helemaal rond, aan een kant geamuseerd door het komische effect dat ze de kleuren had van een bont paard, aan de andere kant met bewondering naar haar hoge, ronde, fraai van elkaar gescheiden borsten en de slanke, lange ronde lijn van haar heupen kijkend. Daisy was voor haar leeftijd van vijftien jaar en een paar maanden seksueel onontwikkeld. Ze had een streng beschermd leven geleid, gedomineerd door een vader die haar geen contact met jongens van haar leeftijd had toegestaan. Haar vriendinnen op school waren van het slag, dat hun seksualiteit nog op paarden en honden uitleefden. Ze was zich vaak rusteloos bewust geweest van lichamelijke verlangens, maar die had ze onderdrukt of in sport afgereageerd. Ze streek aarzelend met haar hand over haar wit-blonde schaamhaar en haalde hem vlug weg toen ze in de spiegel zag wat ze aan het doen was. Het was zachter dan haar hoofdhaar, dacht Daisy, eigenaardig verward en ze trok haastig haar zomeruniform aan: een afgedragen, strak tennisbroekje van het vorig jaar, dat ze vergeten had te vervangen en een van de mouwloze gestreepte visserstricots die ze in Honfleur had gekocht. Ze liet haar haar loshangen en na een van haar zwerftochten in het bos zat er vaak een of ander takje in haar warrige haardos.