De Firestones en Francesca keken naar de wedstrijd met een belangstelling, die al gauw in verwarring overging. Het spel was veel te snel om zonder enige bekendheid met de ingewikkelde spelregels te kunnen volgen, maar er hing een voelbare spanning in de lucht. Polopubliek is elegant gekleed en zorgvuldig geparfumeerd en is geneigd tot een deftig soort hysterie, die het midden houdt tussen de aandacht van het deskundige publiek in de arena in Madrid en de beleefde, gekunstelde geestdrift van Ascot. Ze gaven alle drie al spoedig hun pogingen op om de oorzaken van uitbarstingen van applaus of gekreun na te gaan en genoten alleen nog maar van het schouwspel van acht fantastische atleten die op snelle paarden reden. Wat ballet voor de dans en schaken voor de denksport is, is polo voor de sport.
Een luid gejuich was het teken dat de wedstrijd was afgelopen. De burgemeester kwam naar hun zitplaatsen toe en stak zijn hand naar Francesca uit. 'Vlug, mademoiselle Vernon,' zei hij. 'De pony's zijn warm — wij mogen ze niet op het veld laten staan.'
Francesca liep aan de arm van de burgemeester over het poloterrein, dat nu werd ontsierd door losse zoden die door de hoeven van de pony's waren opgeschopt. De wijde rok van haar zijden groen met blauwe en witte bloemetjes bedrukte, japon, wapperde als een zeil in de sterke wind. Ze droeg een grote witte strohoed met gegolfde rand en met een lint en strikken van dezelfde zijde als haar japon. Francesca die hem met haar ene hand op haar hoofd vasthield, bedacht dat zij onder de wedstrijd blijkbaar haar hoedenpennen was kwijtgeraakt. De actrice en de burgemeester kwamen bij de plek waar de acht spelers, allemaal nog op hun paard gezeten, op haar wachtten. De burgemeester sprak enkele woorden, eerst in het Frans en daarna in het Engels. Plotseling overhandigde hij Francesca een zware zilveren trofee en teneinde deze in ontvangst te nemen, nam ze automatisch haar hand van haar hoed af. Die waaide meteen af en rolde over de grond, van de ene graszode naar de andere springend.
'O, jee!' riep ze verschrikt, maar op hetzelfde ogenblik boog Stash Valensky van zijn pony af naar beneden en tilde haar met één arm op. Hij hield haar losjes voor zijn borst vast en dreef zijn rijdier naar de weerspannige hoed. Die was tweehonderd meter verder blijven liggen en Valensky, met Francesca tegen zich aangedrukt, bukte uit zijn zadel naar beneden, raapte de hoed aan de linten op en zette hem behoedzaam weer op haar hoofd. De tribunes schalden van gelach en applaus. Francesca hoorde niets van het rumoer dat de toeschouwers maakten. De tijd was wat haar betrof stil blijven staan. Instinctief bleef ze in stilzwijgende afwachting passief tegen het doorweekte poloshirt van Stash aan zitten. Ze rook zijn zweet en dat verteerde haar van verlangen. Ze kreeg speeksel in haar mond. Ze wilde het liefst haar tanden in zijn bruinverbrande nek zetten en hem bijten tot ze zijn bloed proefde, en de straaltjes zweet oplikken die in zijn open kraag liepen. Ze wilde dat hij zich met haar in zijn armen op de grond liet vallen, zoals hij nu was, rood en dampend, nog hijgend van het spel, en zich in haar boorde.
Stash kwam tot zichzelf, en stapte met zijn pony naar de andere ruiters terug. Hij liet zich met Francesca in zijn armen op de grond glijden en zette haar voorzichtig op haar voeten. Ze hield op de een of andere manier nog steeds de trofee vast en wankelde op haar hoge hakken. Hij nam de beker van haar over, liet hem op het gras vallen en pakte haar beide handen om haar te steunen. Even bleven zij staan en keken elkaar aan, vastgeklonken. Toen boog hij vanuit het middel en kuste een van de handen die hij vasthield; niet de formele kus die nauwelijks de lucht boven de hand beroert, maar een harde, hete afdruk van zijn mond.
'Nu,' zei hij, pal in haar verbaasde ogen kijkend, 'moet u mij de beker geven.' Hij raapte hem op en overhandigde hem aan haar. Zij gaf hem zwijgend aan hem terug. Het publiek klapte weer en onder het applaus zei ze met nauwelijks hoorbare stem: 'Houd me weer vast.'
'Later.'
'Wanneer?' Francesca schrok van haar eigen stemgeluid.
'Vanavond. Waar logeer je?'
'In hotel Normandië.'
'Ga mee. Ik zal je naar je plaats terugbrengen.' Hij bood zijn arm aan. Ze zeiden niets meer voor ze weer bij Matty en Margo terug was. Al het noodzakelijke was gezegd. De rest was onmogelijk te zeggen.
'Acht uur?' vroeg hij.
Ze knikte toestemmend. Hij kuste niet weer haar hand, maar maakte alleen een kleine buiging en beende weg naar het terrein.
'Jezus Christus, wat was er allemaal aan de hand?' vroeg Matty. Francesca gaf geen antwoord. Margo zei niets, want ze zag op het mooie, vertrouwde gezicht van Francesca een verbijsterde uitdrukking, die voor Margo volkomen nieuw was, veroorzaakt door iets buiten de grenzen van Francesca's vroegere ervaring.
'Kom, lieverd,' zei ze tegen de actrice, 'iedereen gaat weg.' Francesca bleef staan waar ze stond, zonder iets te horen. 'Wat trekje aan?' vroeg Margo in haar oor. Nu hoorde Francesca haar wel.