'Waar praten jullie nog meer over?'
'Ik weet het niet.' Daisy keek niet begrijpend. 'We praten gewoon.'
Toen Francesca de tweeling 's avonds naar bed bracht, hoorde ze weer die vreemde klanken.
'Wat zei ze zoeven, Daisy?'
'Dani zei, meer kus. Dat betekent, dat ze wil dat u haar nog een nachtkusje geeft.'
'Kun je haar niet leren om kusje te zeggen, net als jij?'
'Ik weet het niet. Ik denk het niet.'
'Wil je het proberen?'
'Ja, mama. Voor mij ook meer kus, dan?'
Die avond sprak Francesca met Masja over de eigenaardige manier, waarop de tweeling zich met elkaar onderhield.
'Ja, dat heb ik al heel vaak gehoord, madame,' antwoordde Masja langzaam. 'Dat doet me aan iets uit Rusland denken — iets dat ik heb gehoord toen ik nog jong was — dat moet een jaar of vijftig geleden zijn. Daar was een tweeling — twee jongens — die in het naburige dorp woonden en ik herinner me, dat mijn moeder en mijn tante altijd fluisterend over ze spraken. Die tweeling praatte altijd met elkaar in een taal die niemand begreep. De mensen dachten, dat ze misschien — ze wisten niet of—'
'Waren ze normaal, Masja?'
'O, ja, mevrouw. Toen ze ouder werden hielden ze ermee op en tegen dat ze een jaar of zes waren, dacht iedereen dat ze het waren vergeten, want ze praatten net als iedereen. Maar daarna ben ik naar St. Petersburg vertrokken, dus meer kan ik u niet vertellen — over hen of over iemand anders in dat dorp,' eindigde ze bedroefd.
Francesca kende weinig andere mensen die ze over dit probleem of enig ander probleem in haar leven kon raadplegen. Op de telefoontjes van Matty en Margo na, leefde ze in de grootst mogelijke afzondering. Francesca begreep, dat als verslaggevers er lucht van kregen dat Francesca Vernon Valensky met identieke tweelingkinderen in Big Sur woonde, zij haar tot in alle uithoeken van de wereld zouden achtervolgen, net zo lang tot de hele afschuwelijke geschiedenis uit de doeken was gedaan. Ze beschermde Stash niet, maar ze beschermde Daisy ertegen, dat ze er ooit achter kwam wat haar vader had gedaan.
Als ze met de auto naar Carmel moest om artikelen te halen die niet waren te krijgen in het kleine warenhuis dat leverde aan de paar verspreid wonende permanente bewoners in de omtrek, liet ze de twee kinderen bij Masja thuis en droeg kleren en sjaals om haar hoofd en zonnebrillen, zodat ze nooit werd herkend. Ze durfde geen vrienden te maken. Behalve Matty en Margo waren geen andere vrienden, of ze nu oud of nieuw waren, te vertrouwen. Ze leefde heel sober en accepteerde het huisje terwille van haar kinderen zonder zich te schamen. Via Margo verkocht ze een voor een de met edelstenen ingelegde bloemen in de kristallen vaasjes. Ieder voorwerp was slechts zo'n vijftienhonderd dollar waard voor een handelaar in Beverly Hills, maar van vijftienhonderd dollar konden ze met zijn vieren zes maanden leven. Ze bewaarde het lazuurstenen ei voor het laatst, als de bloemen op zouden zijn. Margo had het beschreven aan een handelaar in 'A la Vieille Russie' in New York, die zei dat als het echt Fabergé was, het hem wel twintig- tot dertigduizend dollar waard zou zijn. Dat het echt was betwijfelde Francesca niet — het was haar enige financiële zekerheid. Ze vloekte zichzelf iedere nacht in slaap, als ze aan de juwelen dacht, die ze zo trots en dom had achtergelaten, en als ze aan het geld dacht dat ze in Hollywood had verdiend en tot de laatste stuiver achteloos uitgegeven, aan kleren en auto's en boeken, en overdreven dure cadeaus aan haar ouders en vrienden.
Af en toe stuurde Matty haar een scenario dat een of andere hoopvolle producent hem had gegeven om 'zo mogelijk door te geven'. De eerste driejaar sloeg Francesca al die aanbiedingen zonder er over na te denken af, omdat ze er niet over piekerde Masja alleen te laten om haar maanden achtereen voor de twee kinderen te laten zorgen.
Twee jaar na de vlucht van Francesca ontving Stash een brief van Matty Firestone, met de mededeling dat Francesca van mening was dat Daisy, nu driejaar oud, haar vader moest leren kennen. Ze wilde hem toestaan het kind vier maal per jaar, drie dagen achter elkaar, vier uur per dag te bezoeken, mits hij dat zou doen zonder een poging te doen Francesca te spreken of uit te vinden waar ze woonde. Hij werd verzocht naar de Highlands Inn in Carmel te gaan en daar te wachten.
Stash vertrok nog diezelfde ochtend uit Londen. Een paar uur nadat hij was aangekomen, zei de receptionist dat er bezoek voor hem was. In de landelijke conversatiezaal zat Masja op hem te wachten met Daisy die stijf haar hand vasthield.
Francesca of Daniëlle waren in geen velden of wegen te bekennen. Stash stelde Masja geen enkele vraag en uit zichzelf zei ze niets, behalve een zachte begroeting voor de man die ze eens aan haar borst had gezoogd.
Aan het eind van de eerste uren met zijn sterke, dappere, mooie dochter, tekende Stash poppetjes voor haar, streepfiguurtjes van een man en een klein meisje versierd met grote rode harten. Hij legde haar uit dat als ze zo'n tekening per post ontving dat het betekende, dat hij iedere dag aan haar had gedacht. Hij postte er een om de twee of drie dagen tot zijn volgende bezoek. Zodra hij met haar alleen was, vroeg hij of zij ze ontvangen had.