De mannen hadden blijkbaar allemaal samen in de oorlog gediend, stelde Anabel vast, want in haar salon galmde nu de muziek uit een luchtmachtfilm van de jaren '40. Gelukkig stonden er bij haar niet van die breekbare voorwerpen, waar andere vrouwen hun huizen mee volzetten.
Ze had het veel te druk gehad met bruidsmeisje te spelen — een taak die er op neerkwam, zoals ze ook niet anders had verwacht, een weerspannige Sally die over haar zenuwen was, te dwingen op de huwelijksvoltrekking te verschijnen — om veel aandacht aan de andere deelnemers aan het huwelijksfeest te schenken. Ze hield Sally scherp in het oog tot de laatste beloften waren afgelegd, en reed toen vliegensvlug naar huis om zich te verkleden en alles gereed te maken om de gasten op de receptie te begroeten. De kleine, eenvoudige receptie waar Sally van had gesproken was, toen ze wist dat Anabel hem gaf, tot een feest van meer dan honderd gasten uitgedijd, en nu wachtte Anabel geduldig tot het laatste lied was gezongen en de laatste fles was geledigd, om haar gasten uit te laten.
Eindelijk ging ze na middernacht de trap op naar haar slaapkamer. Zoals gewoonlijk had haar dienstmeisje de zware, gele damasten beddensprei er af gehaald en de met kant afgezette lakens gemaakt van linnen zo zacht dat het aanvoelde als zijde, teruggeslagen. Zoals gewoonlijk lag haar chiffon nachtjapon op het bed uitgespreid en stonden haar geborduurde muiltjes op het tapijt. Maar, anders dan gewoonlijk, lag er een man met zijn gezicht naar beneden te slapen, zijn naakte schouders warm onder haar witte wollen dekens.
De volgende keer als Sally trouwt kan ze voor mijn part haar receptie in het Savoy houden, dacht Anabel. Ze keek hulpeloos naar het jacquet, met één mouw binnenste buiten, de gestreepte broek, het overhemd met strikdasje, de glimmende zwarte schoenen, zelfs sokken, en God sta ons bij, onderbroek, allemaal over haar tapijt verspreid. Ze stond op het punt het meisje te bellen en bedacht zich toen. Het had ook geen zin om de butler te wekken. Hij en de kokkin hadden een drukke dag gehad, ook al hadden de leveranciers het meeste werk gedaan. Ze ging naar het bed en nam de indringer op. Uit de kleur van zijn haar leidde ze af dat het de getuige was. Ze hadden alleen in een flits een veelzeggende ironische blik uitgewisseld tijdens de plechtigheid, waaruit sprak dat ze allebei geen erg hoge pet van de hele voorstelling op hadden.
Enfin, dacht ze, hij had er wel uitgezien als een heer en ze was niet van plan op dit uur nog eens een bed in een van de logeerkamers op te gaan maken. Ze kleedde zich in de badkamer uit, trok haar nachtjapon aan en kroop aan de andere kant van het grote bed onder de wol. Hij snurkt tenminste niet, dacht ze en viel in slaap. In de loop van de nacht werd Stash even wakker en kwam tot de conclusie dat hij met een slapende vrouw in bed lag, van wie hem niet duidelijk was wie zij was. . . die hij eigenlijk niet kende. Omdat dit niets bijzonders was, viel hij weer in slaap.
Stash en Anabel werden allebei laat wakker, een paar seconden na elkaar. Ze leunde op haar elleboog, haar donkerrode haar viel los op haar schouders, en vroeg: 'Zal ik om het ontbijt bellen, prins Valensky, of hebt u alleen maar behoefte aan een Alka Seltzer?'
'Ontbijt, graag, juffrouw de Fourment.'
'Eieren? Zachtgekookt in room? Vers gebakken croissants?
Ierse ham? En honing? Aan de raat?'
'Graag.'
'Thee of koffie?'
'Thee, graag.'
'U bent vanmorgen erg beleefd, dat moet ik u nageven.'
Anabel sprak in de telefoon op het nachtkastje, die met de keuken was verbonden en gaf haar bestelling door.
'Hebt u misschien toevallig een badjas bij de hand . . . een herenbadjas?'
'Beslist niet. Ik leef alleen.'
Stash ging het bed uit, stapte naakt naar de badkamer en sloot de deur achter zich. Anabel schudde in het bed van het lachen. De proef op de som was wat hij aan had als hij terugkwam. Er lagen stapels badhanddoeken bij de badkuip. De deur van de badkamer ging open en hij liep terug naar het bed, even naakt als tevoren. Hij heeft tenminste één proef doorstaan, en wel bijzonder glansrijk, dacht ze.
'Goedemorgen, Marie,' zei ze tegen het meisje, dat met het ene blad binnenkwam. Landon, de butler, stond achter haar met het andere blad.
'Goedemorgen, mevrouw.'
'Marie, geef dat blad maar aan de prins. Landon, dat is voor mij. Ja, hier, dank je. Schijnt de zon?'
'Prachtige dag, mevrouw. Zal ik de gordijnen opentrekken?'
'Nee, dank je, Landon. Ik bel wel als ik je nodig heb.' Ze schonk een kopje thee voor zichzelf in. Stash at met smaak.
'Heerlijke eieren,' zei hij.
'Mijn melkboer houdt kippen en bezorgt ze mij op de dag dat ze worden gelegd.'
'Werkelijk?'
'Werkelijk.'
'Lach me niet steeds uit,' stoof hij op.
'je bent zo ontzettend grappig. Waarom zou ik niet mogen lachen?'
'Dat ben ik niet gewend. Ik vind het niet prettig.'
'O, God. Je neemt jezelf au sérieux.' Ze lachte nog harder.