Met één blik verbond ze zich onherroepelijk haar kind te beschermen en te koesteren, wetend dat hoeveel geluk deze band ook zou schenken, het altijd verbonden zou zijn met donkere schaduwen en een oneindige droefheid die ze verwierp, al zat het nog zo stevig in haar ziel gegrift.
Geen van de bedienden durfde een woord tegen zijn meester te zeggen. Het gezicht van Stash Valensky, terwijl hij bezig was de enorme villa bij Lausanne te verkopen en ze allemaal naar Londen te verhuizen, was vertrokken in rimpels van pijn die hem bijna onherkenbaar maakten. Ook onder elkaar fluisterden zij slechts enkele veronderstellingen. De onverklaarde verdwijning van de prinses met Daisy en Masja was zo bedreigend voor hun gevoel van veiligheid, dat ze het trachtten te negeren. Zij sloten hun gedachten af voor het raadsel. Een echtelijke ruzie, hoopten ze maar, die even plotseling en geheimzinnig zou worden bijgelegd als hij was ontstaan.
Stash kon niets beginnen. Wettelijke stappen om Daisy terug te krijgen zouden ogenblikkelijk in de openbaarheid komen en dan zou de hele geschiedenis moeten worden onthuld. Hij vond zijn daden zelf volkomen gerechtvaardigd. Maar gepantserd met verachting, accepteerde hij het feit dat de grote meerderheid, mensen die hun armzalige leven door vervelende ongevallen lieten beheersen, nooit zou begrijpen wat hij in het geval van Daniëlle had moeten doen.
Zij zouden nooit begrijpen hoezeer hij gelijk had gehad. Gelijk had. Hij redeneerde, dat die toestand niet lang kon duren. Francesca had emotioneel gehandeld, in de schok van het ogenblik. Ze zou weldra tot zichzelf komen en begrijpen, dat hij de gebeurtenissen terwille van haar en van Daisy alleen maar had aangepast. Dat hij de enige verstandige en juiste koers om hen drieën een gelukkig leven te verzekeren, had ingeslagen.
Toch had Stash geen idee waar Francesca was. Toen hij uit Londen was teruggekomen en had ontdekt dat ze weg was, kon hij haar alleen maar tot Los Angeles opsporen. Hij belde Matty Firestone op. Wat er nog voor verdere informatie was, haar vroegere agent was vanzelfsprekend de eerste bron.
Matty drukte zijn bijna onvoorstelbare minachting voor Stash uit door hem mee te delen, dat het met allebei zijn dochters heel goed ging; ja, Daniëlle begon zelfs al haar hoofdje een paar tellen op te tillen. Daisy? O, ja, Daisy. Ze zat al rechtop en kon mama zeggen, maar die kleine Daniëlle, nou, dat was me er eentje. Hij kon bijna zweren dat ze tegen hem glimlachte, toen zij hem voor de derde keer zag.
Stash sprak zo koel mogelijk. Hij schoot er niets mee op zich op te winden. Zou Francesca hem willen zien? Kon hij haar misschien schrijven? Er was een misverstand geweest dat kon worden opgelost.
'Nou,' zei Matty, die zich verkneukelde van leedvermaak. 'Er is niets ter wereld dat mij ertoe kan bewegen hun verblijfplaats te zeggen. Ze zijn veilig en gezond en ze hebben geen honger, en meer kom je niet van me te weten. En dat is meer dan je verdient.'
Er gingen maanden voorbij. Stash ging naar Californië, maar Matty was niet te vermurwen. Hij handelde in opdracht van zijn cliënt. Meneer Valensky zou niets uit hem krijgen. Natuurlijk kon hij een scheiding aanvragen als hij daar zin in had. De kranten zouden hem heel dankbaar zijn. Er waren de laatste tijd geen sappige schandalen geweest.
Stash bracht Nieuwjaarsdag van 1953 alleen in zijn grote huis in Londen door. Zijn vrouw en kind waren nu ruim vier maanden weg. Hij was een gevangene in zijn eigen huis. Hij wist dat als hij zonder Francesca in het openbaar verscheen, geruchten de ronde gingen doen. Hij had al telefoontjes van de Engelse pers ontvangen met het verzoek om interviews met Francesca. Iedereen, zo verzekerden zij hem, wilde weten hoe de filmster die prinses was geworden zich in Londen amuseerde. Zij wilden haar om strijd weer met Daisy fotograferen. De omslagfoto van 'Life' was al maanden oud. Zijn geloofwaardige voorwendsels raakten uitgeput. Hij wist dat al dit uitstel spoedig zinloos zou zijn, en dat de pers nu iedere dag voor het huis kon staan om te kijken of ze ergens een kindermeisje met een kinderwagen zagen.
Stash vluchtte naar India, waar het poloseizoen in volle gang was, maar dit jaar speelde hij niet. Er waren paleizen waar verslaggevers nog nooit over hadden gepiekerd om binnen te dringen, een dozijn maharadja's die maar al te blij waren hun oude vriend als gast te hebben. Calcutta was de hele maand januari veilig; februari en maart kon hij in Delhi, Bombay en Jaipur doorbrengen. Maar waar zou hij in het voorjaar naartoe gaan?
In april had hij er genoeg van. Stash verkondigde dat .hij en Francesca van elkaar af waren en dat zij naar de Verenigde Staten was teruggekeerd. Hij had geen plannen voor een scheiding. En hij had er niets aan toe te voegen. Na een week was het verhaal wegens gebrek aan details verbleekt, verdwenen en weldra vergeten.
In die zomer van 1953 speelde Stash weer polo. De dunne scheidslijn tussen sportief rijden en rijden om te intimideren werd nog twijfelachtiger dan hij was geweest, maar hij bleef wel aan de goede kant. Hij stortte zich op de aankoop van nieuwe pony's en de oprichting van een stal in Kent, op gunstige afstand van Londen. Hij verkocht de Engelse straalgevechtsvliegtuigen, de Gloster Meteor en de De Havilland Vampire, die hij na de oorlog had gekocht. Hij schafte zich een Argentijns vliegtuig aan, de Pulgui, ook een straalgevechtsvliegtuig van een later jaar, die werd aangedreven door een Rolls-Royce Derwent motor. Hij spoorde het allerlaatste beschikbare model van de Lockheed XP-80 op, bekend als de Shooting Star en kocht het, een straalvliegtuig dat jarenlang bijna beter dan ieder ander vliegtuig in de wereld kon manoeuvreren en ook betere prestaties verrichtte. Hij verzon uitvluchten om met deze oorlogsvliegtuigen te vliegen: om zijn brevet te behouden, voor ontspanning en tijdverdrijf. Wat hij zichzelf in de jaren nadat Francesca hem had verlaten nooit toegaf was dat hij met vreugde een nieuwe oorlog zou begroeten. Alleen een luchtduel met een vijand, waarbij een van beiden onherroepelijk de dood zou vinden, had hem de verschrikkelijke ontlading kunnen bezorgen die hij zocht. Meisjes, frisse, begeerlijke meisjes op het hoogtepunt van hun jeugd, waren overal waar hij maar rondkeek. Het was zo weinig spannend om ze te veroveren, dat hij zich wel eens afvroeg waarom hij zich druk maakte.