Als hij van deze uitstapjes terugkwam, zei hij tegen Francesca dat er in de toestand van de baby nog niets was veranderd, dat ze slechts in leven bleef zolang ze ademhaalde en dat de dokter geen valse hoop wilde wekken. Haar ellende was zo groot, dat ze na een paar weken alleen maar naar zijn sombere gezicht keek en er van af zag naar Daniëlle te vragen. Ze wist dat hij, als de berichten beter waren, het haar onmiddellijk zou vertellen.
In de kliniek ging Stash nooit naar de couveusezaal om naar Daniëlle te kijken. Na wat de dokter hem over haar toekomst had gezegd, had hij haar van zich afgezet. Ze bestond niet voor hem. Ze kon niet bestaan. Ze mocht niet bestaan. Hij had haar nooit gezien, en hij was ook niet van plan haar ooit te zien. De natuur was wreed, er kunnen ongelukken gebeuren, maar iemand die sterk was kon de slagen van het noodlot ongedaan maken. Alleen al het idee aan een kind van hem — een kind van hém — in zijn huis, dat opgroeide en toch nóóit opgroeide, tot iets opgroeide waarin hij weigerde zich te verdiepen — nee\ Als die gedachte in zijn hoofd opkwam, verwierp hij hem met alle kracht van zijn krijgslustige aard. Na zijn jeugd die zo abnormaal was verlopen door de overdreven gerichtheid op het langzame sterven van zijn moeder, was die zeer menselijke emotie, het medelijden, in hem doodgegaan. Het lot dat het kind dat hij nooit zag wachtte, was zo afschuwelijk, dat hij besloot het uit zijn leven te bannen. Het was het enige ter wereld waarvoor hij bang was.
Stash verborg deze gevoelens zonder moeite voor dr. Allard en stelde heel geleidelijk en met tact de vragen die hem de antwoorden opleverden welke hij nodig had om zich aan zijn besluit te houden. Ja, het was zeer goed mogelijk dat de prinses enorm aan Daniëlle gehecht zou raken; ja, de moeders van achterlijke kinderen brachten vaak veel minder tijd met hun normale kinderen door, om zoveel mogelijk bij het zieke kind te zijn; ja, het was helemaal niet onmogelijk dat de prinses zou weigeren het kind in een instituut te laten opnemen, ook al was dat noodzakelijk. Zulke gevallen kwamen inderdaad heel vaak voor. Een man kon zich niet voorstellen, dat het moederinstinct dikwijls werd versterkt door de zorg voor een ziek of achterlijk kind, en er bestond geen sterker kracht dan dat instinct. Ja, de natuur was fantastisch. Moeders offerden zich op, de prins had gelijk en dat ging zelfs zover, dat het niet meer redelijk of verstandig was. Maar zo was het leven nu eenmaal — wat kon de mens daartegen uitrichten?
Grimmig nam Stash het nieuws over Daniëlle in ontvangst. Ze begon in gewicht toe te nemen. Ze had geen stuiptrekkingen meer gehad. Naar de mening van dr. Allard was het volkomen veilig voor de prinses naar de kleine te komen kijken. Hij had eigenlijk verwacht, dat de prinses ondanks haar zwakheid wel eerder zou zijn gekomen, want hij wist hoe vastberaden ze was.
'Mijn vrouw is niet van plan naar haar toe te gaan, dokter.' Stash had al dagenlang antwoorden gerepeteerd voor het onvermijdelijke moment dat nu was aangebroken.
'Wérkelijk?' De dokter drukte zijn verbazing alleen in dat ene woord uit. Hij had in de loop van die vele jaren waarin hij zijn beroep uitoefende geleerd bijna geen verbazing te tonen.
Stash ging met zijn rug naar de dokter bij het raam staan, en zei, naar buiten kijkend: 'Wij hebben er eindeloos over gepraat en het van alle kanten overwogen. Wij zijn tot de conclusie gekomen, dat het heel verkeerd zou zijn om — Daniëlle — bij ons thuis groot te brengen en dat het nu het tijdstip is om dit besluit te nemen, niet later. Meteen de knoop maar doorhakken, dokter.'
'Maar wat wilt u dan doen?' vroeg de dokter. 'Daniëlle weegt nu ruim vijf pond. Ze zal binnenkort de kliniek kunnen verlaten.'
'Ik heb natuurlijk uitgebreid inlichtingen ingewonnen.
Zodra ze oud genoeg is, gaat ze naar een van de beste instituten voor dergelijke kinderen. Ik begrijp dat er uitstekende instituten zijn als geld geen rol speelt. Ik vind dat ze tot zo lang bij een pleegmoeder moet worden ondergebracht. Ik heb zelfs gehoord, dat er hier in Lausanne wel een aantal adressen zijn. Zou u misschien eens naar dit lijstje willen kijken en mij zeggen of er een bij is dat u speciaal kunt aanbevelen?'
'En dit hebt u dus besloten met Daniëlle te doen?' vroeg de dokter met nadruk. 'En de prinses is het daarmee eens?'
'Zeer beslist,' zei Stash, en overhandigde de dokter het velletje papier. 'Wij zijn het in gezinskwesties altijd met elkaar eens.'
Madame Louise Goudron, de stiefmoeder die door dr. Allard in het bijzonder was aanbevolen, was beschikbaar geweest om de zorg voor Daniëlle op zich te nemen. Zolang de bankcheque voor de verzorging van het kind trouw iedere week bleef komen, verlangde ze behalve het verzoek van dr. Allard geen nadere inlichtingen. Daniëlle was lang niet de eerste baby met een afwijking die ze in haar huis had opgenomen, waar een gezellige sfeer heerste, wat niet het geval zou zijn geweest als de kinderloze weduwe niet had ontdekt dat sommige mensen, wier namen haar niet aangingen, liever niet de last voor hun eigen kinderen op zich wilden nemen.