Het was op een stralende dag, bijna de laatste dag van juni, toen dr. Allard Francesca gezond genoeg verklaarde om naar huis te gaan. Vanaf het moment dat Stash via een agentschap in Lausanne een kindermeisje in dienst had genomen, leek het alsof alle internationale krantencorrespondenten op het nieuws attent waren gemaakt. Een horde verslaggevers en fotografen wachtten met toenemend ongeduld voor de hermetisch gesloten deuren van de particuliere kliniek. Zij hadden vanaf 's morgens vroeg de wacht gehouden en nu, zeven uur later, toen Stash en Francesca Valensky eindelijk met hun baby verschenen, ontstond er een groot tumult, en werd er in een dozijn talen geëist, dat het kind voor de camera's omhoog werd gehouden.
In weerwil van de waarschuwende frons van haar man tilde de bleke vrouw, wier extravagante schoonheid al maanden uit de bladen was verdwenen, de witte kanten cocon voorzichtig een beetje schuin omhoog, zodat het slapende gezichtje van het kind was te zien. Haar hoofdje was in een gewatteerde zijden capuchon gehuld, maar er kwamen sliertjes haar uit als zilveren tere bloemblaadjes in de zachte wind. Hoewel het kind Marguerite Alexandrovna was gedoopt, leek ze in de armen van haar moeder zozeer op een bloem in mensengedaante, dat de verbeelding van de pers was geprikkeld. Op alle foto's die vanaf dat ogenblik verschenen, had ze de bijnaam prinses Daisy gekregen.
Ze was een stralende baby als ze wakker was, deelde glimlachjes uit aan alle over haar heen gebogen bewonderaars, tilde haar hoofdje een eindje van de matras van haar wiegje als ze een vlinder of een bloem of een vriendelijke vinger in het oog kreeg, maakte muziek met de verzameling rammelaars die aan haar wiegje hingen, en trappelde met haar beentjes van pret als ze werd aangeraakt. Ze sliep bijna achttien uur per dag, volgens berekening van Francesca en at twee uur, maar de overige vier uur hield ze een receptie ten hove.
De eerste dagen was alle aandacht van Francesca op Daisy gericht. Iedere ochtend vroeg ze om haar naar Lausanne te rijden om haar andere dochter te zien, maar Stash wist haar er zonder moeite van te overtuigen, dat ze nog niet sterk genoeg was om die tocht af te leggen. Het duurde dan ook bijzonder lang voor ze haar levenslust terugkreeg. Aan het eind van de ochtend was ze zo moe, dat ze bijna de hele verdere dag op de chaise longue in haar kamer lag. Maar eindelijk, na een week, hoewel ze nog steeds doodmoe was, verzocht Francesca kribbig haar onmiddellijk naar Daniëlle te brengen. Het moment, waar Stash zo tegen op had gezien, was aangebroken. Hij had talloze malen overwogen wat hij zeggen zou.
'Liefste, de dokter en ik zijn het er over eens, dat het helemaal niet goed voor je is dat je nu al naar Daniëlle toegaat.'
'Waarom niet?' vroeg ze meteen verschrikt.
'Het kindje is. . . erg klein, uiterst zwak ... ze is eigenlijk heel, heel erg ziek, mijn liefste.'
'Maar dat is een reden temeer ... ik kan misschien iets dóen, misschien kan ik haar helpen . . . waarom . .. waarom heb je me niet eerder verteld dat ze ziek was?' Haar gezicht was verwrongen en haar ogen puilden uit van ontzetting.
'Christus! Zie je wel!' riep hij geschrokken. 'Ik wist wel dat ik het je niet had moeten zeggen! Je bent te veel van streek. Je was nog niet sterk genoeg om het te horen en je bent verdomme nu ook nog niet sterk genoeg.'
'Stash. Wat scheelt haar? Zeg het me! Je maakt het alleen maar erger!'
Stash nam Francesca in zijn armen. 'Ze is te klein, liefste. Je zou haar niet eens aan mogen raken. Luister nu eens naar me, liefste, nu je weet dat het niet zo goed met haar is, zal ik je meteen maar alles vertellen. Dat is de enige manier om te begrijpen waarom je haar beter nog niet kunt zien. De kans dat de baby blijft leven is miniem. Allard is van mening, en daar ben ik het helemaal mee eens, dat wanneer je nu aan de baby gehecht raakt en er zou . . . iets met haar gebeuren . . . dat je dan weer in je depressie terugvalt.'
'Maar Stash, mijn eigen kind . . . mijn BABY.'
'Nee, Francesca! Nee! Besef je dan niet hoe ziek je bent geweest? Er is absoluut geen sprake van zoiets nog eens te riskeren. Dat kun je echt niet beoordelen —je bent nog niet sterk genoeg, al geloof je zelfvan wel. Denk aan Daisy, als je niet aan jezelf wilt denken, denk aan Daisy en denk aan mij.'
Hij had de toverformule gevonden. Hij voelde Francesca in zijn armen niet meer tegenspartelen, zag dat zij haar tegenstand opgaf, en keek met opluchting naar haar toen zij zich aan haar verdriet overgaf. Ze moest maar eens flink uithuilen, want dit had nu eenmaal geen enkele zin en maakte de zaak er niet beter op.
De weken volgden elkaar op en Stash ging trouw naar de kliniek en berichtte dr. Allard dat Francesca maar heel langzaam herstelde, en dat ze naar zijn mening nog te kort uit haar lange depressie was om haar de gelegenheid te geven naar een baby toe te gaan, die zichtbaar niet in orde was. 'Ze is te kwetsbaar, dokter,' zei hij. 'Het zou heel slecht voor haar zijn.'