'Waarom? Daar komen ze morgenochtend wel achter.'
'Het lijkt wel of we weglopen,' giechelde Francesca, naar Stash kijkend die haastig zijn kleren aantrok. Ze bleef zachtjes lachen, toen hij haar door de stille villa naar de garage voerde en onhandig trachtte haar op hem te laten leunen, terwijl ze heel goed in staat was op eigen benen te lopen.
Toen ze in de kliniek kwamen, stonden dr. Allard en zijn hoofdassistent, dr. Rombais, al achter de deur op hen te wachten. Francesca was verbaasd haar keurige gynaecoloog in een wijde broek en bijpassende kiel gekleed te zien. Ze had dr. Allard nog nooit zonder een smetteloos wit gebiesd vest onder zijn maatcolbert gezien.
'Zo, prinses, we hoeven misschien niet zo lang te wachten als we hadden gedacht,' begroette hij haar met zijn gewone opgewektheid.
'Maar het is te vlug, dokter. Het zullen wel valse barensweeën zijn. U hebt toch gezegd, dat het pas in mei zou komen,' riep ze uit.
'Misschien is het niets bijzonders,' gaf hij toe. 'Maar wij moeten het wel zeker weten, nietwaar?'
Vanaf dat ogenblik, toen Francesca in een bed met zijleuningen werd gestopt, was de rest vergeten. Zodra ze was geïnstalleerd, kwam dr. Allard binnen en sloot de deur achter zich.
Allard kende de statistieken. Voor een vrouw die op het punt staat een tweeling te baren, is de kans twee- of driemaal zo groot dat de geboorte fataal voor haar is. Maar die kleine kans was niet zijn voornaamste zorg, hoewel de staf van zijn operatiekamer op alle eventualiteiten was voorbereid. Francesca vertoonde geen hoge bloeddruk of tekenen van een toxische conditie, maar volgens zijn berekening waren de weeën vijf, misschien zelfs zes weken te vroeg, en onder zulke omstandigheden, vooral bij een tweeling, had hij alle reden om op zijn hoede te zijn.
'Nou, maman,' zei hij, nadat hij haar had onderzocht, 'de grote dag is aangebroken.' Allard noemde alle vrouwen in barensweeën 'maman', omdat hierdoor hun aandacht meer op de toekomst dan op het heden werd gericht.
'Het zijn dus geen valse weeën?'
'Dat is niet het geval, nee. U bent al een eind op weg, maar wij moeten er op rekenen, dat het nog wel een aantal uren zal duren. Het is tenslotte uw eerste bevalling, ook al bent u een beetje te vroeg.'
Na het volgende halfuur van weeën, begon de kalmte waarmee Francesca haar lichamelijke ongemak had aanvaard, haar in de steek te laten. Een grapje is leuk, zei ze tegen zichzelf, maar dit deed echt pijn. Ze kon zichzelf op geen enkele manier als een vrouw in barensnood voorstellen. Ze zat er nu echt in, en ze wilde er uit zijn, en vlug ook.
'Dokter Allard, kan ik alstublieft iets krijgen voor de pijn? Ik ben bang dat ik het nu nodig heb.'
'Helaas niet, maman, het is in uw geval niet goed om u verdovende middelen te geven.'
'Wat!'
Met een stralend gezicht alsof hij haar goed nieuws gaf, ging hij verder: 'Alles wat ik u nu gaf zou een slechte invloed op de ongeboren kinderen hebben, want het wordt door uw bloedstroom naar hen doorgegeven. Omdat u ruim een maand te vroeg bent, hebben ze nog niet hun goede gewicht bereikt. Om de waarheid te zeggen kan ik u helemaal niets geven.’
'Geen pijnstillende middelen!' Francesca was bleek van schrik. Als zoveel generaties Amerikaanse vrouwen was haar idee van een bevalling zonder verdoving stevig gebaseerd op de lange, fatale foltering van Melanie Wilkes in 'Gejaagd door de wind'.
'Het is alleen maar met de beste bedoelingen, maman.'
'Maar mijn God, hoe lang dan wel?' vroeg ze.
'Tot u klaar bent om de kleintjes te baren. Dan kan ik u een lendenprik geven en daarna voelt u helemaal geen pijn meer.'
'Een lendenprik? Mijn God, wat is dat?' riep ze vol angst en afschuw.
'Gewoon een verdovende injectie,' verklaarde hij en vertelde er maar niet bij, dat deze in de wervelkolom werd toegediend. De prinses was zonder uitleg van bijzonderheden al zenuwachtig genoeg.
'Maar dokter, kunt u dan nu geen lendenprik geven?' smeekte Francesca.
'Helaas niet. Dan kunnen de weeën ophouden en uw baby's willen geboren worden, maman!' Hij was vriendelijk, maar ze wist dat wat ze ook zei, niets hem ertoe zou kunnen bewegen.
'Waarom hebt u me dit niet eerder verteld, dokter? Het is toch ongelooflijk dat met de moderne geneeskunde . . .' Francesca zweeg, ze kon geen woorden vinden om haar angstige en ongelovige verontwaardiging uit te drukken.
'Maar u hebt een premature tweeling, maman. De moderne geneeskunde vereist nu juist deze maatregelen.' De dokter pakte haar hand en streelde hem vaderlijk. 'Ik zal mijn verloskundige hoofdverpleegster nu bij u achterlaten, maar ik ben in de kamer hiernaast. Als u me ergens voor nodig hebt, zegt u het maar tegen haar, dan kom ik direct.'
'De kamer hiernaast? Waarom kunt u niet hier blijven?' smeekte Francesca, doodsbang bij het idee dat hij haar een poosje alleen liet.
'Om even een dutje te doen, maman. Ik heb vannacht al twee baby's ter wereld gebracht. U moet proberen zich tussen twee weeën door volkomen te ontspannen — ik zou u ten sterkste aanraden ook een dutje te doen.'