Home>>read Politie free online

Politie(90)

By:Jo Nesbo


‘O?’

‘Ja, als persoon die straks zal werken als handhaver van de wet, ziet ze het als een ontegenzeggelijke plicht ervoor te zorgen dat de verkrachter wordt gestraft. Maar gelukkig voor jou niet noodzakelijkerwijs door de rechter.’

‘Dus maar tot op zekere hoogte vasthouden aan een principe?’

‘Als ik jou was, Hole, zou ik wat minder spottend doen en wat dankbaarder zijn. Ik kán aangifte aanbevelen.’

‘Wat willen jullie hebben, Krohn?’

‘In korte bewoordingen komt het hierop neer: je neemt ontslag op de politieacademie en je werkt nooit meer bij of voor de politie. En Silje kan hier in alle rust en zonder bemoeienis van jou verder studeren. Datzelfde geldt als ze gaat werken. Eén negatieve opmerking van jou en de afspraak vervalt en de verkrachting wordt aangegeven.’

Harry zette zijn ellebogen op het bureau, leunde met gebogen hoofd voorover. Hij masseerde zijn voorhoofd.

‘Ik zal de afspraak schriftelijk vastleggen. We moeten het zien als een compromis,’ zei Krohn. ‘Jouw ontslag tegen haar zwijgen. Van beide partijen wordt verwacht dat ze erover zwijgen. Jij kunt haar overigens nauwelijks schaden als je het openbaar maakt, haar keus zal op begrip kunnen rekenen.’

‘Terwijl ik als schuldige zal worden gezien omdat ik heb ingestemd met een dergelijk compromis.’

‘Zie het als het beperken van de schade, Hole. Een man met jouw achtergrond zal makkelijk elders werk kunnen vinden. Rechercheur bij een verzekeringsmaatschappij bijvoorbeeld. Die betalen beter dan de politieacademie, geloof me.’

‘Ik geloof je.’

‘Mooi.’ Krohn klapte zijn mobiel open. ‘Hoe ziet jouw agenda er voor de komende dagen uit?’

‘Wat mij betreft kan ik het morgen afhandelen.’

‘Mooi. Om twee uur op mijn kantoor. Je herinnert je mijn adres?’

Harry knikte.

‘Heel fijn. Een heel goede dag nog, Hole!’

Krohn sprong op van zijn stoel. Push-ups, pull-ups en bankdrukken, gokte Harry.

Toen hij was vertrokken, keek Harry op zijn horloge. Het was donderdag en Rakel zou dit weekend een dag eerder komen. Ze zou om 17.30 uur landen en hij had aangeboden haar van het vliegveld te halen waarop ze – zoals gewoonlijk na twee keer ‘nee, dat hoef je niet te doen’ te hebben gezegd – dankbaar ‘ja’ zei. Hij wist hoe ze hield van de drie kwartier in de auto vanaf het vliegveld. Het praten, de rust, de inleiding van een fijne avond. Haar enthousiaste stem die uitlegde wat het betekende dat staten partij konden zijn in het internationale hooggerechtshof in Den Haag. Over de macht en onmacht van de vn, terwijl buiten het landschap voorbij golfde. Of ze spraken over Oleg, over hoe het ging, hoeveel beter hij eruitzag, hoe de oude Oleg weer terug was. Over de plannen die hij maakte. Studie, rechten, politieacademie. Over hoeveel geluk ze hadden. Over hoe kwetsbaar geluk is.

Ze spraken over alles wat ze dachten, zonder reserve. Bijna alles. Harry zei nooit hoe bang hij was. Bang om iets te beloven wat hij misschien niet kon waarmaken. Bang om niet die persoon voor hen te zijn die hij wilde en moest zijn. Dat hij ook niet wist of ze dat voor hem konden zijn. Dat hij niet wist hoe iemand hem gelukkig kon maken.

Dat hij dat nu was, samen met haar en Oleg, was bijna een staakt-het-vuren, iets waarin hij maar half kon geloven, een verdacht heerlijke droom waaruit hij de hele tijd dacht te ontwaken.

Harry wreef over zijn gezicht. Misschien naderde dat punt nu. Het ontwaken. Dat brandende, onbarmhartige daglicht. De werkelijkheid. Waar alles zoals vroeger werd. Koud, hard en eenzaam. Harry huiverde.



Katrine Bratt keek op de klok. Tien over negen. Buiten was er misschien sprake van een milde voorjaarsavond. Hier beneden in de kelder was het een frisse, vochtige winteravond. Ze keek naar Bjørn Holm, die zich in zijn rode baard krabde. Naar Ståle Aune, die zat te schrijven op een notitieblok. Naar Beate Lønn, die een geeuw smoorde. Ze zaten rond een pc waarop Beates foto van het tramraam het hele scherm vulde. Ze hadden een beetje gepraat over wat daar stond, geconcludeerd dat zelfs als ze begrepen wat het betekende, het hen nauwelijks zou helpen om Valentin te pakken.

Daarna had Katrine hun weer verteld over het gevoel dat ze had dat er iemand bij haar in het magazijn was geweest.

‘Dat moet iemand zijn geweest die daar werkt,’ zei Bjørn. ‘Maar oké, het is een beetje vreemd dat het licht niet werd aangedaan.’

‘De sleutel van het magazijn is makkelijk te kopiëren,’ zei Katrine.

‘Misschien zijn het geen letters,’ zei Beate. ‘Misschien zijn het cijfers.’

Ze draaiden zich naar haar om. Haar blik was nog steeds op het scherm gericht.

‘De één en de nul. Geen i’s en o’s. Als in een binaire code. Is het niet zo dat de één ja betekent en de nul nee, Katrine?’