Home>>read Politie free online

Politie(79)

By:Jo Nesbo


Harry toetste ‘I’ll be back’ en verzond het. Een getal beantwoord met vier woorden. Dat was voldoende. Genoeg om te weten dat die ander er wás. Het kon weken duren tot de volgende keer. Harry stopte zijn oordopjes weer in en zocht het nummer dat Oleg zonder aanvullend commentaar in zijn dropbox had gezet. De band heette The Decemberists en was meer Harry’s dan Olegs smaak, die van wat ruigere dingen hield. Harry hoorde een eenzame Fender-gitaar met die pure, warme klank en zijn single coil-elementen, in plaats van de dual coil-elementen van Gibson, en boog zich weer over de opdracht. De student had geantwoord dat na een plotseling toename van het aantal moorden in de jaren zeventig, het aantal zich nu had gestabiliseerd op een nieuw, hoger niveau. Dat er per jaar rond de vijftig moorden plaatsvonden in Noorwegen, dus ongeveer één per week.

Harry merkte dat het bedompt werd in zijn kamer. Dat hij een raam open moest doen.

De student herinnerde zich dat het percentage opgeloste moorden rond de vijfennegentig procent lag. En concludeerde dat er de laatste twintig jaar ongeveer vijftig onopgeloste moorden moesten zijn. En de laatste dertig jaar vijfenzeventig.

‘Achtenvijftig.’

Harry schoot omhoog in zijn stoel. De stem had zijn hersenen bereikt vóór het parfum. Een arts had hem uitgelegd dat het geurzintuig – meer specifiek de olfactorische cellen – beschadigd was door het jarenlange roken en alcoholmisbruik. Maar juist dit parfum kon hij om natuurlijke redenen direct plaatsen. Het heette Opium, werd gemaakt door Yves Saint Laurent en stond thuis in de badkamer aan de Holmenkollvei. Hij rukte zijn oordopjes uit.

‘Achtenvijftig de laatste dertig jaar,’ zei ze. Ze had zich opgemaakt, droeg een rode jurk en had blote benen. ‘Maar in de statistieken van Kripos zijn niet de Noorse staatsburgers verwerkt die in het buitenland zijn vermoord, dus je moet de cijfers van het landelijk bureau voor statistiek gebruiken. En dan is het getal tweeënzeventig. Wat betekent dat het percentage opgeloste moorden in Noorwegen hoger is. Iets wat de commissaris regelmatig gebruikt om zichzelf op de borst te kloppen.’

Harry schoof zijn stoel weg van haar. ‘Hoe ben je binnengekomen?’

‘Ik ben de vertegenwoordiger van onze groep en dan krijg je de sleutel.’ Silje Gravseng ging op de rand van het bureau zitten. ‘Maar het punt is dat het bij het grootste deel van de moorden in het buitenland om een overval gaat, waarbij we ervan uit kunnen gaan dat de dader het slachtoffer niet kent.’ Toen haar jurk opzij gleed, constateerde Harry dat haar knieën en dijbenen bruin waren. Ze moest onlangs naar warme oorden op vakantie zijn geweest. ‘En bij dat type moorden is het percentage dat wordt opgelost in Noorwegen lager dan in vergelijkbare landen. Schrikbarend laag zelfs.’ Ze had haar hoofd op haar ene schouder gelegd, waardoor vochtig, blond haar over haar gezicht viel.

‘Ja, en?’ zei Harry.

‘Ja. Er zijn slechts vier rechercheurs in Noorwegen met honderd procent opgeloste moorden. En jij bent een van hen…’

‘Ik weet niet of dat klopt,’ zei Harry.

‘Maar dat weet ik wel.’ Ze lachte naar hem, ze kneep haar ogen half dicht alsof ze last had van de avondzon in haar gezicht. Ze zwaaide met haar blote voeten alsof ze op een kade zat. Ze hield zijn blik vast en leek zijn oogbollen uit hun kassen te willen zuigen.

‘Wat doe je hier zo laat?’ vroeg Harry.

‘Ik heb getraind in de vechtsportzaal.’ Ze wees op de rugzak op de grond en boog haar rechterbovenarm. Een lange, maar duidelijk zichtbare biceps sprong op. Hij herinnerde zich dat de vechtsportinstructeur had gezegd dat ze verscheidene jongens had gevloerd.

‘Zo laat in je eentje getraind?’

‘Je moet immers zo veel mogelijk leren. Maar misschien kun jij me laten zien hoe ik een verdachte moet neerleggen?’

Harry keek op zijn horloge. ‘Zeg, moet jij niet…?’

‘Slapen? Maar ik kan niet slapen, Harry. Ik denk alleen maar…’

Hij keek haar aan. Ze had haar lippen getuit. Legde een wijsvinger tegen haar knalrode lippen. Hij voelde een zekere irritatie opkomen. ‘Het is mooi dat je denkt, Silje. Ga daarmee door. Dan kan ik doorgaan met…’ Hij knikte naar de stapel papieren.

‘Je hebt niet gevraagd wát ik denk, Harry.’

‘Drie dingen, Silje. Ik ben docent en niet jouw biechtvader. Jij hebt zonder afspraak niets te zoeken in dit deel van het gebouw. En voor jou is het Hole en niet Harry. Oké?’ Hij wist dat zijn stem strenger klonk dan noodzakelijk en toen hij opkeek, ontdekte hij dat haar ogen rond en groot waren geworden, misschien wel van verbazing. Het tuitmondje was ook weg. Toen ze weer sprak, fluisterde ze: ‘Ik dacht aan jou, Harry.’