‘Misschien heeft hij daar de tijd niet voor gehad en kon de moordenaar toeslaan voordat hij het handschoenenvakje open kon maken en…’
‘Hij heeft het telefoontje om tweeëntwintig uur eenendertig gekregen en heeft om tweeëntwintig uur vijfendertig benzine getankt. Hij heeft dus de tijd gehad te tanken nadat hij is gebeld.’
‘Misschien was zijn tank bijna leeg?’
‘Niets daarvan. Aftenposten heeft een video van het benzinestation op hun website gezet met daarbij de volgende kop: “De laatste beelden van Anton Mittet voor hij werd terechtgesteld.” Die beelden laten een man zien die in slechts dertig seconden zijn tank vult voor je het vulpistool ziet schokken, wat betekent dat de tank vol is. Mittet had dus plenty benzine, zowel om naar de plaats delict te rijden als om naar huis te gaan. Wat opnieuw betekent dat er geen haast bij was.’
‘Juist, dus hij had tijd om zijn pistool te laden, maar heeft het niet gedaan.’
‘Tryvann,’ zei Harry. ‘Bertil Nilsen had ook een pistool in het handschoenenvakje van zijn Golf liggen. Maar hij heeft het niet meegenomen. We hebben dus twee politiemannen met ervaring op het gebied van moord die naar een plaats delict van een onopgeloste moord worden geroepen en weten dat er onlangs ook een collega op een dergelijke plaats delict is vermoord. Ze hadden zich kunnen bewapenen, maar hebben het niet gedaan, en ogenschijnlijk hadden ze daar wel de tijd voor. Geroutineerde politiemannen die op het punt staan voor held te gaan spelen. Wat zegt dat jullie allemaal?’
‘Oké, Harry,’ zei Beate, ze draaide zich om en leunde met haar rug tegen de deur, waardoor die weer in het slot viel. ‘Wat zou het ons moeten zeggen?’
‘Het zou jullie moeten zeggen dat ze niet dachten dat ze daar de moordenaar gingen pakken.’
‘Nou goed, dan dachten ze dat niet. Misschien dachten ze een ontmoeting te hebben met een knappe dame die kickt op seks op een plaats delict.’
Beate bedoelde het als grap, maar Harry antwoordde zonder een spier te vertrekken: ‘Te veel op het laatste moment.’
Beate dacht na: ‘En als de moordenaar zich uitgaf voor journalist en wilde praten over andere onopgeloste zaken? En tegen Mittet zei dat hij hem graag laat in de avond wilde spreken om de juiste sfeer te hebben voor de foto’s?’
‘Het vergt een en ander om bij de plaatsen delict te komen. Zeker bij Tryvann, ik heb begrepen dat Bertil Nilsen een halfuur moest rijden vanuit Nedre Eiker. En serieuze politiemensen werken niet gratis voor journalisten alleen maar voor een choquerende moordreportage.’
‘Wanneer je zegt dat ze niet gratis werken voor journalisten, bedoel je dan…’
‘Ja, dat bedoel ik. Ik vermoed dat ze dachten dat het iets met het werk te maken had.’
‘Dat een collega hen belde?’
‘Hm.’
‘De moordenaar heeft gebeld, gaf zich uit voor een politieman die aan het werk was op de plaats delict omdat… omdat het een potentiële plaats delict was voor een volgende moord en… en…’ Beate trok aan de uniformknoop in haar oor. ‘… en hij zei dat hij hulp nodig had bij het reconstrueren van de originele moord!’
Ze voelde dat ze lachte als een schoolmeisje dat zojuist het juiste antwoord aan de leraar had gegeven en ze bloosde er ook als eentje toen Harry lachte en zei: ‘Het lontje brandt. Maar sinds al die restricties op het overwerk van tegenwoordig, geloof ik dat Mittet het erg vreemd zou vinden dat hij ’s nachts wordt opgeroepen, en niet in werktijd, als het ook nog licht is.’
‘Ik geef het op.’
‘O?’ zei Harry. ‘Wat voor telefoontjes van collega’s moet jij krijgen om midden in de nacht waar dan ook heen te willen rijden?’
Beate sloeg zich tegen het hoofd. ‘Uiteraard,’ zei ze. ‘Wat een idioten zijn we geweest!’
Hoofdstuk 18
‘Wát zeg je?’ zei Katrine, huiverend in de koude windvlagen boven aan de trap voor het gele huis in Bergslia. ‘Hij belt naar zijn slachtoffers en zegt dat de politieslager weer heeft toegeslagen?’
‘Het is net zo simpel als geniaal,’ zei Beate, ze constateerde dat de sleutel paste, draaide hem rond en opende de deur. ‘Ze krijgen een telefoontje van iemand die zich uitgeeft voor moordrechercheur. Hij zegt dat hij ze onmiddellijk daar wil hebben omdat ze op de hoogte zijn van de feiten van de vorige moord die op die plek plaatsvond, dat ze informatie nodig hebben om te zien of die hen kan helpen zodat ze aan de juiste zaken prioriteit kunnen geven nu de sporen nog vers zijn.’
Beate liep het eerst naar binnen. Ze herkende het natuurlijk. Een technisch rechercheur vergeet nooit een plaats delict, dat was feitelijk meer dan een cliché. Ze bleef in de kamer staan. Het zonlicht viel door het raam en lag als scheve rechthoeken op de kale, gelijkmatig gebleekte houten vloer. Er hadden hier kennelijk al vele jaren geen meubels gestaan. Waarschijnlijk niet sinds de familie na de moord alles had weggehaald.