Harry wist dat hij Rakel nooit zou vragen waarom ze de pistoolloop tegen de rechterslaap van Arnold Folkestad had gezet voor ze de trekker overhaalde in plaats van wat negen van de tien mensen zouden hebben gedaan: zo snel mogelijk in zijn achterhoofd of rug schieten.
Het kon natuurlijk zijn dat ze bang was dat de kogel door Arnold heen zou gaan en vervolgens alsnog Harry zou treffen.
Maar het kon ook zijn dat haar razendsnelle, bijna angstaanjagend praktische hersenen kans hadden gezien verder te denken en wisten wat er daarna moest gebeuren. Om hen allemaal te redden zou een dekmantel nodig zijn. Een herformulering van de waarheid. Een zelfmoord. Het kón zijn dat de vrouw aan Harry’s zijde de tegenwoordigheid van geest had gehad te denken dat zelfmoordenaars zichzelf niet van een halve meter afstand in het achterhoofd schoten. Maar uitgaande van het gegeven dat iemand, zoals Arnold Folkestad, rechtshandig is door de rechterslaap.
Wat een dame. Alles wat hij van haar wist. Alles wat hij niet van haar wist. Want dat was de vraag die hij zichzelf moest stellen nadat hij haar in actie had gezien. Nadat hij maanden was opgetrokken met Arnold Folkestad. En meer dan veertig jaar met zichzelf. Hoe goed kon je een mens eigenlijk kennen?
Het meisje was klaar met zingen en de priester was begonnen met de huwelijksbelofte: ‘Wil je deze vrouw liefhebben en eren…’ maar Rakel en hij hielden zich niet meer aan de regie en stonden nog steeds met de gezichten naar elkaar toe gekeerd. Harry wist dat hij haar nooit zou laten gaan, hoezeer hij nu ook zou moeten liegen, hoe moeilijk het ook was om te beloven dat je een mens zou liefhebben tot de dood. Hij hoopte dat de priester snel zijn mond zou houden zodat hij het ja dat nu al in zijn borst juichte zou kunnen uitspreken.
Ståle Aune pakte de zakdoek uit zijn borstzakje en gaf die aan zijn vrouw.
Harry had zojuist ‘ja’ gezegd en de echo van zijn stem hing nog steeds onder het kerkgewelf.
‘Wat?’ fluisterde Ingrid.
‘Je huilt, schat,’ fluisterde hij.
‘Nee, jíj huilt.’
‘Is dat zo?’
Ståle Aune voelde aan zijn wang. Ja, verdomd, hij huilde. Niet erg, maar genoeg om natte plekken op zijn zakdoek te krijgen. Hij huilde geen echte tranen, zei Aurora altijd. Het was slechts een dun, bijna onzichtbaar stroompje water dat zonder al te veel waarschuwing vooraf langs beide kanten van zijn neus begon te lopen, zonder dat iemand anders om hem heen de situatie, de film of het gesprek bijzonder ontroerend vond. Het was slechts de pakking waarin ineens barstjes kwamen en dan kwam het water. Hij had het fijn gevonden als Aurora er nu bij was geweest, maar ze had een tweedaags toernooi in de Nadderudhall en ze had hem zojuist een sms gestuurd dat ze de eerste wedstrijd hadden gewonnen.
Ingrid trok de stropdas van Ståle recht en legde een hand op zijn schouder. Hij legde de zijne erop en wist dat ze aan hetzelfde dacht als hij. Hun eigen trouwerij.
De zaak was afgesloten en hij had een psychologisch rapport geschreven. Daarin had hij gespeculeerd over het feit dat het wapen waarmee Arnold Folkestad zichzelf had doodgeschoten, hetzelfde was als van de moord op Gusto Hanssen. Dat er meerdere overeenkomsten waren tussen Gusto Hanssen en René Kalsnes, dat ze beiden jonge, beeldschone jongens waren die geen scrupules hadden om hun diensten te verkopen aan mannen van elke leeftijd en dat het erop leek dat Arnold Folkestad zich aangetrokken had gevoeld tot zulke jongens. Het was ook niet onwaarschijnlijk dat Folkestad met zijn paranoïde en schizofrene neigingen Gusto kon hebben vermoord uit jaloezie of om andere redenen die voortkwamen uit waandenkbeelden die het gevolg waren van een diepe – maar voor de omgeving niet noodzakelijkerwijs merkbare – psychose. Bij dat deel had Ståle zijn notities toegevoegd van de consulten die Arnold Folkestad bij hem had gehad toen hij nog bij Kripos werkte en waarin hij had aangegeven dat hij stemmen hoorde in zijn hoofd. Hoewel de psychologen het er allang over eens waren dat stemmen in het hoofd niet eenduidig hoefden te betekenen dat de cliënt schizofreen was, was Aune indertijd wel geneigd die conclusie te trekken en was hij begonnen een diagnose uit te werken die tot gevolg kon hebben dat Folkestad moest stoppen als rechercheur. Maar tot het verzenden van het rapport was het niet gekomen omdat Folkestad zelf had besloten ontslag te nemen nadat hij Aune had verteld over zijn toenaderingspoging tot een niet nader bij naam genoemde collega. Hij had de behandeling ook afgesloten en daarmee was hij uit het zicht van Aune geraakt. Maar het was evident dat een aantal gebeurtenissen tot een verslechtering had geleid. Ten eerste was er het hoofdletsel dat hij had opgelopen, waarvoor hij langere tijd in het ziekenhuis had gelegen. Uit onderzoek was gebleken dat zelfs een lichte beschadiging aan de hersenen kon leiden tot veranderingen in gedrag, bijvoorbeeld toename van agressie en een verminderde impulscontrole. Het letsel leek overigens op dat wat hij zijn slachtoffers later toebracht. Ten tweede was er een geluidsopname van René Kalsnes waarin hij getuigde dat Folkestad heftig, bijna manisch verliefd op hem was. Dat Folkestad uiteindelijk, toen hij klaar was met wat hij als zijn opdracht zag, zelfmoord pleegde, was niet verwonderlijk. Het enige dat daar opvallend aan was, was het feit dat hij geen schriftelijke of mondelinge verklaring had achtergelaten waarin hij zijn daden motiveerde. Dat kwam nogal eens voor bij zeer gestoorden daders, kennelijk hadden ze de behoefte om herinnerd, begrepen, bewonderd te worden als een genie dat zijn plek in de geschiedenis verdiende.