‘We moeten vragen of ze de kist willen opgraven om het bevestigd te krijgen voor we haar vader bellen.’
‘Daar zal ik voor zorgen.’
‘Bjørn,’ zei Harry. ‘Het is beter. Het was geen levend meisje dat in brand is gestoken. Oké?’
‘Het spijt me, ik ben gewoon moe. En Roar is nog steeds kapot, dus ik…’ Hij gebaarde hulpeloos met zijn handen.
‘Het is goed,’ zei Harry en hij kwam overeind.
‘Waar ga je heen?’
Harry tuurde naar het noorden, naar de weg en de metro. De wolken kwamen naar hem toe gedreven. Noordenwind. En daar was het weer. Het gevoel iets te weten zonder dat hij het wist, iets wat daaronder in het donkere water zat, diep in zichzelf, maar wat niet naar de oppervlakte wilde komen.
‘Ik moet iets doen.’
‘Wat dan?’
‘Iets wat ik al te lang heb uitgesteld.’
‘Juist. Er is trouwens nog iets wat ik me afvraag.’
Harry keek op zijn horloge en knikte kort.
‘Toen jij gisteren met Bellman sprak, wat dacht hij toen wat er met de kogel moest zijn gebeurd?’
‘Hij had geen idee.’
‘En hoe zit dat met jou? Jij hebt altijd minstens een hypothese.’
‘Hm. Ik moet nu gaan.’
‘Harry?’
‘Ja?’
‘Niet…’ Bjørn lachte schaapachtig. ‘Niet iets doms doen.’
Katrine Bratt zat achterovergeleund en keek naar het scherm. Bjørn Holm had zojuist gebeld en gezegd dat ze de vader hadden, ene Midtstuen die had meegewerkt aan het Kalsnes-onderzoek. Zijn dochter was dood en daarom stond hij niet op de lijst van vaders met jonge dochters. Aangezien dat Katrine voorlopig even werkloos maakte, keek ze naar de zoekresultaten van gisteren. Ze hadden geen hits gehad op de combinatie Mikael Bellman en René Kalsnes. Toen ze had gevraagd naar een lijst van personen met wie Mikael Bellman de meeste combinatiehits had, waren er drie namen die duidelijk opvielen. Bovenaan stond Ulla Bellman. Daarna kwam Truls Berntsen. En op de derde plaats Isabelle Skøyen. Dat zijn vrouw bovenaan stond was logisch en dat de wethouder, die immers zijn baas was, op de derde plaats stond, was misschien ook niet zo vreemd.
Maar wat ze wel vreemd vond, was Truls Berntsen.
Om de simpele reden dat er een link was naar een interne notitie van Economische Delicten aan de commissaris, dus hier op het hoofdbureau geschreven. Waarin, tegen de achtergrond van een contante betaling aan Truls Berntsen waarover hij geen informatie wilde geven, toestemming werd gevraagd om een onderzoek naar vermeende corruptie te starten.
Ze kon geen antwoord vinden, dus ze ging ervan uit dat Bellman mondeling had geantwoord.
Wat ze vreemd vond, was dat de commissaris en een mogelijk corrupte politieman zo vaak met elkaar hadden gebeld en ge-sms’t, hun creditcards op dezelfde plek en hetzelfde tijdstip hadden gebruikt, gelijktijdig hadden gereisd met vliegtuig of trein, op dezelfde dag hadden ingecheckt in hetzelfde hotel, in dezelfde schiethal waren geweest. Toen Harry haar had gevraagd Bellman grondig te checken, had ze ontdekt dat de commissaris gayseks had bekeken op internet. Zou Truls zijn minnaar zijn?
Katrine zat een poos naar het scherm te kijken.
En wat dan nog? Dat hoefde niets te betekenen.
Ze wist dat Harry gisteravond op Valle Hovin een ontmoeting had gehad met Bellman. Om hem te confronteren met de vondst van de kogel. En voor hij vertrok had hij gemompeld dat hij wel een idee had wie die kogel bij het bewijsmateriaal had gestopt. Toen ze het hem vroeg, had Harry gezegd: ‘De schaduw.’
Katrine was verder teruggegaan in de tijd met de zoekopdracht.
Ze las het resultaat door.
Bellman en Berntsen hadden elkaar gevolgd in hun carrière als erwten in een peul. Die carrières waren, na de politieacademie, gestart op het politiebureau in Stovner.
Ze kreeg een lijst van de andere politiemensen die daar in die tijd werkten.
Ze liet haar blik over het scherm gaan. Stopte bij een naam. Toetste een nummer in Bergen in.
‘Dat werd ook wel tijd, juffrouw Bratt!’ zong een stem en ze voelde hoe bevrijdend ze het vond om het Bergens dialect weer te horen. ‘U had hier allang weer moeten zijn voor een onderzoek!’
‘Hans…’
‘Dokter Hans, graag. Wilt u zo goed zijn uw bovenkleding uit te trekken, juffrouw Bratt.’
‘Hou op,’ zei ze terwijl ze eigenlijk moest lachen.
‘Mag ik u vragen om de geneeskunde niet te verwarren met ongewenste seksuele intimiteiten op het werk.’
‘Ze zeiden al dat je weer terug bent.’
‘Yep, en waar zit jij op het moment?’
‘In Oslo. Ik zie op een lijst dat jij ook op het bureau van Stovner hebt gewerkt, samen met Mikael Bellman en Truls Berntsen?’
‘Dat was toen ik net van school kwam en dat was alleen vanwege een vrouw, Bratt. Een groot drama, heb ik je nooit over haar verteld?’