Home>>read Politie free online

Politie(154)

By:Jo Nesbo


Harry pakte zijn telefoon en drukte op A.

Het duurde tien seconden voor hij een grommend ‘ja’ hoorde.

‘Hoi Arnold, met mij.’

‘Harry?’

‘Ja, ben je op het werk?’

‘Het is één uur ’s nachts, Harry. Ik ben tamelijk normaal, dus ik lig in bed.’

‘Sorry, wil je verder slapen?’

‘Als je het zo vraagt: ja.’

‘Oké, maar nu je toch wakker bent…’ Hij hoorde gekreun aan de andere kant van de lijn. ‘Ik twijfel over Mikael Bellman. Jij zat immers bij Kripos toen hij daar ook werkte. Heb jij er ooit iets van gemerkt dat hij zich seksueel aangetrokken voelde tot mannen?’

Er volgde een lange stilte waarin Harry Arnolds regelmatige ademhaling hoorde en het gebonk van een trein op rails. Aan de akoestiek te horen sliep Arnold met het raam open, het leek wel of hij buiten was. Kennelijk was hij gewend aan de geluiden, ze drongen zijn slaap niet binnen. En ineens schoot er een gedachte door zijn hoofd, niet als een openbaring, meer als een losse flodder, dat het misschien in deze zaak ook zo was. Dat ze naar de geluiden die er niet waren, de gebruikelijke geluiden die ze niet hoorden en waar ze dus niet wakker van werden, moesten luisteren.

‘Slaap je, Arnold?’

‘Nee hoor, maar die gedachte is zo nieuw voor me dat ik die even moet laten bezinken. Begrijp je? Wanneer ik terugdenk en zaken in een andere context plaats, dan… En zelfs dan kan ik niet… maar het is toch duidelijk…’

‘Wat is duidelijk?’

‘Nee, nou, het gaat om Bellman en die hond van hem met die grenzeloze loyaliteit.’

‘Truls Berntsen.’

‘Juist. Die twee…’ Opnieuw een stilte. Opnieuw een trein. ‘Nee Harry, ik kan die twee niet als een homopaar zien, als je begrijpt wat ik bedoel.’

‘Ik begrijp het. Het spijt me dat ik je wakker heb gemaakt. Goedenacht.’

‘Goedenacht. Maar eh, wacht even…’

‘Hm?’

‘Er was iemand van Kripos. Ik was het bijna vergeten, maar ik kwam eens op de wc en daar stonden hij en Bellman bij de wasbakken en beiden werden helemaal rood in hun gezicht. Alsof er iets was gebeurd, als je begrijpt wat ik bedoel. Ik herinner me dat ik dat toen dacht, maar ik heb er verder geen acht op geslagen. Die kerel is wel kort daarna bij Kripos verdwenen.’

‘Hoe heette hij?’

‘Dat herinner ik me niet. Misschien is dat nog uit te zoeken, maar niet nu.’

‘Bedankt Arnold, en slaap goed.’

‘Ja, bedankt. Verder nog iets aan de hand?’

‘Niet veel, Arnold,’ zei Harry, hij verbrak de verbinding en liet de telefoon in zijn zak glijden.

Hij opende zijn andere hand.

Staarde naar de platencollectie. De sleutel lag bij W.

‘Niet veel,’ herhaalde hij.

Onderweg naar de badkamer trok hij zijn T-shirt uit. Hij wist dat het beddengoed wit, schoon en koud was. Dat de stilte buiten totaal zou zijn en dat de buitenlucht die door het open raam naar binnen kwam aangenaam bijtend was. En dat hij geen seconde zou kunnen slapen.

Toen hij in bed lag, lag hij te luisteren naar de wind. Die floot. Floot in het sleutelgat van een donkere, stokoude hoekkast.



De centraliste in de meldkamer kreeg om 4.06 uur de melding van de brand binnen. Toen ze de opwinding in de stem van de brandweerman hoorde, nam ze automatisch aan dat het om een grote brand ging, een brand die misschien omleiding van het verkeer vergde, veiligstellen van eigendommen, gewonden of dodelijke slachtoffers. Ze was daarom eerst lichtelijk verbaasd toen de brandweerman zei dat het om rookontwikkeling ging die het brandalarm had geactiveerd en dat de brand vanzelf was uitgegaan. De brand was in een bar geweest, maar er waren geen mensen meer aanwezig omdat het na sluitingstijd was. En ze werd nog verbaasder toen de brandweerman zei dat ze onmiddellijk moesten komen. Maar ze hoorde dat wat ze eerst voor opwinding bij de hulpverlener had gehouden, pure angst was. Zijn stem trilde, terwijl hij vast al het nodige had gezien tijdens het werk, kennelijk was hij niet voorbereid op wat hij nu zag.

‘Het is nog maar een meisje. Ze moet met iets zijn geslagen, er staan lege flessen drank op de bar.’

‘Waar is het?’

‘Ze… ze is helemaal misvormd. En ze is vastgebonden aan een pijp van de waterleiding.’

‘Waar is het?’

‘Het zit om haar nek. Ziet eruit als een fietsketting. Jullie moeten komen, zeg ik.’

‘Ja, maar waar…’

‘In Kvadraturen. De bar heet Come As You Are. Mijn god, het is nog maar een meisje.’





Hoofdstuk 40

Ståle Aune werd om 6.28 uur wakker van gerinkel. Hij dacht eerst om de een of andere reden dat het zijn telefoon was, maar besefte toen dat het de wekker was. Hij moest erover hebben gedroomd, maar aangezien hij net zomin geloofde in droomduiding als in psychotherapie, deed hij geen poging om die gedachtelijn te volgen, maar sloeg op de bovenkant van de wekker en sloot zijn ogen om nog twee minuten te kunnen genieten voor het halfzeven was en de andere wekker begon te piepen. Andere ochtenden hoorde hij altijd de blote voeten van Aurora op de vloer, die snel naar de badkamer rende om die als eerste te bezetten.