‘Ik zeg nee, trouw niet. Prima dame, die Rakel, maar het huwelijk is meer ellende dan vreugde. Luister naar een ervaringsdeskundige.’
‘Je bent nooit getrouwd geweest, Øystein.’
‘Precies, dat bedoel ik.’ Zijn jeugdvriend liet de gele tanden in zijn magere gezicht zien en schudde met het hoofd, waardoor zijn dunne paardenstaartje tegen de neksteun zwiepte.
Harry stak zijn sigaret aan. ‘Als ik eraan denk dat ik je als getuige heb gevraagd…’
‘Een getuige moet helder zijn, Harry, en een trouwerij en niet dronken zijn, is als tonic zonder gin.’
‘Oké, maar ik heb geen huwelijksadvies nodig.’
‘Nou, gooi het eruit. Eikeland luistert.’
De rook brandde in Harry’s keel. Zijn slijmvliezen waren het niet meer gewend dat hij twee pakjes op een dag rookte. Hij wist heel goed dat Øystein hem geen raad kon geven in deze zaak. Ook niet. Geen goede raad in elk geval. Øysteins zelf gefabriceerde logica en levensprincipes omlijstten een leven dat zo disfunctioneel was dat alleen mensen met heel speciale interesses er iets van begrepen. De steunpilaren van Eikelands vesting waren alcohol, vrijgezellenbestaan, dames van het allerlaagste allooi, een bijzonder intellect dat helaas in de uitverkoop was, een zekere trots en een overlevingsdrang die er ondanks alles in resulteerde dat er meer taxi werd gereden dan gedronken en een vermogen om het leven en de duivel recht in het gezicht uit te lachen, waar Harry hem wel om kon bewonderen.
Harry haalde adem. ‘Ik verdenk een politieman van de politiemoorden.’
‘Zet hem dan achter slot en grendel,’ zei Øystein en hij plukte een draadje shag van zijn tong. Hij stopte ineens. ‘Zei je de politiemoorden? Je bedoelt de politiemóórden?’
‘Yep. Het probleem is dat als ik deze man arresteer, hij mij meeneemt in zijn val.’
‘Waarom dan?’
‘Hij kan bewijzen dat ik die Rus in Come As You Are heb vermoord.’
Øystein staarde met grote ogen in het spiegeltje. ‘Heb jij die Rus gemold?’
‘Dus wat moet ik doen? Pak ik die man en val ik met hem mee? In dat geval heeft Rakel geen man en Oleg geen vader.’
‘Helemaal mee eens.’
‘Eens met wat.’
‘Eens dat jij hen voor je karretje spant. Het is over het algemeen handig om van die filantropen achter de hand te houden, dan slaap je veel beter. Ik heb altijd op dergelijke types vertrouwd. Herinner je je nog dat ik wegrende bij het stelen van appels terwijl ik Tresko alleen achterliet? Hij rende immers niet zo hard met al die kilo’s en op zijn houten klompen. Ik zei tegen mezelf dat Tresko meer slaag nodig had dan ik om hem op het rechte pad te krijgen, om hem moraal bij te brengen. Want dat wilde hij immers, horen bij de goede mensen? Terwijl ik, ja, ik wilde een boef worden, wat had ik nu aan slaag voor een paar gestolen appels?’
‘Ik laat niet anderen voor de schuld opdraaien, Øystein.’
‘Maar wat nu als die smeris nog anderen om zeep helpt en jij weet dat je hem had kunnen stoppen?’
‘Dat is het nu net,’ zei Harry, rook uitblazend op de sticker ‘verboden te roken’.
Øystein keek zijn vriend lang aan.
‘Nee, Harry.’
‘Wat nee?’
‘Nee…’ Øystein liet aan zijn kant het raampje open glijden en tikte wat nog over was van de peuk, twee centimeter Rizla doortrokken van speeksel, naar buiten. ‘Trouwens, ik wil het niet horen. Nee, doe het gewoon niet.’
‘Tja. Het lafste wat ik kan doen, is niets doen. Mezelf vertellen dat ik eigenlijk geen bewijs heb, wat voorlopig ook waar is. Het gewoon door laten etteren. Maar kun je daarmee leven, Øystein?’
‘Verdomme, ja. Maar bij zulke zaken ben jij een rare, Harry. De vraag is: kun jíj ermee leven?’
‘Normaal gesproken niet. Maar zoals gezegd, ik moet nu rekening houden met andere mensen.’
‘Kun je het niet zo regelen dat anderen hem pakken?’
‘Hij zal wat hij over andere politiemensen weet, gebruiken om strafvermindering te krijgen. Hij heeft als mol gewerkt en als rechercheur, hij kent alle trucs uit de doos. Bovendien zal hij door de commissaris worden gered, die weten te veel van elkaar.’
Øystein griste het pakje sigaretten uit Harry’s hand. ‘Weet je wat, Harry? Ik heb het idee dat je bij me bent gekomen om mijn zegen te krijgen voor een moord. Zijn er andere mensen die weten waar je mee bezig bent?’
Harry schudde zijn hoofd. ‘Zelfs mijn eigen onderzoeksteam niet.’
Øystein pakte een sigaret en stak die met zijn eigen aansteker aan.
‘Harry.’
‘Ja.’
‘Jij bent de meest gestoorde eenling die ik ken.’