‘En dat doe jij niet?’
Bellman zag eruit of hij iets wilde zeggen, maar hij bedacht zich. Hij haalde zijn schouders op. ‘Ik weet niet waar Berntsen mee bezig is, Hole. En om eerlijk te zijn, ik denk dat jij dat ook niet weet.’
‘Nou, ik weet niet hoe eerlijk jij bent, maar ik weet het een en ander over Berntsen. En Berntsen weet ook het een en ander over jou, klopt dat?’
‘Ik heb het idee dat je iets insinueert, maar ik heb geen idee wat, Hole.’
‘Jawel, dat heb je wel. Maar er valt maar weinig te bewijzen, neem ik aan, dus we laten het verder rusten. Wat ik wil weten, is waar Berntsen op uit is.’
‘Het is nu je werk om de politiemoorden te onderzoeken, Hole, niet om deze situatie te benutten om een persoonlijke heksenjacht tegen Berntsen of mij op touw te zetten.’
‘Doe ik dat?’
‘Het is nauwelijks een geheim dat jij en ik onze strubbelingen hebben gehad, Harry. Dit zie je kennelijk als een kans om terug te slaan.’
‘Hoe zit het met jou en Berntsen? Zijn daar strubbelingen? Jij hebt hem geschorst op verdenking van corruptie.’
‘Nee, dat was de tuchtraad. En dat misverstand is bijna uit de wereld geholpen.’
‘O?’
‘Het was eigenlijk mijn fout. Het was geld van mij dat op zijn rekening stond.’
‘Van jou?’
‘Hij heeft het terras van mijn huis aangelegd en ik heb hem daarvoor contant betaald. Maar ik verlangde het geld terug omdat hij een fout heeft gemaakt bij het betonstorten. Daarom heeft hij het geld niet opgegeven bij de belasting, hij wilde immers geen belasting betalen over geld dat niet van hem was. Ik heb gisteren die gegevens naar Economische Delicten gestuurd.’
‘Fout bij het betonstorten?’
‘Te nat of zoiets, het ruikt vies. Toen Economische Delicten dat bedrag op de rekening van Berntsen ontdekte, ging Truls er ten onrechte van uit dat hij mij in een pijnlijke situatie zou brengen als hij vertelde waar het geld vandaan kwam. Hoe dan ook, het is nu in orde.’
Bellman trok de mouw van zijn jas op en de wijzerplaat van zijn tag Heuer-horloge lichtte op in het donker. ‘Als je geen andere vragen over het projectiel uit mijn pistool hebt, dan heb ik andere dingen te doen, Harry. En die heb jij ook. Colleges voorbereiden bijvoorbeeld.’
‘Nou, ik gebruik al mijn tijd voor deze zaak.’
‘Je gebruikte al je tijd voor deze zaak.’
‘En dat betekent?’
‘Alleen maar dat we moeten bezuinigen waar het kan, daarom wil ik opdracht geven om met onmiddellijke ingang het gebruik van adviseurs door Hagens kleine, alternatieve onderzoeksgroep op te heffen.’
‘Ståle Aune en ik. Dat is de helft van de groep.’
‘Vijftig procent van de personele kosten. Ik feliciteer mezelf nu al met het besluit. Maar aangezien de groep op zo’n dood spoor zit, overweeg ik het hele project af te blazen.’
‘Heb je zo veel om bang voor te zijn, Bellman?’
‘Je hoeft niet bang te zijn als je het grootste dier in de jungle bent, Harry. En ik ben ondanks alles…’
‘… de commissaris. Verdomd dat je dat bent. Commissaris.’
Bellman stond op. ‘Fijn dat je dat goed hebt begrepen. En ik weet dat wanneer jullie betrouwbare medewerkers als Berntsen beginnen te beschuldigen, het dan niet gaat om een gedegen onderzoek, maar dat jullie bezig zijn met een persoonlijke vendetta geregisseerd door een verbitterde, dronken ex-politieman. Als commissaris is het mijn plicht om de naam van het korps te beschermen. Dus weet je wat ik antwoord als ik de vraag krijg waarom we de zaak van de Rus die in Come As You Are een kurkentrekker door zijn halsslagader gedraaid kreeg hebben laten rusten? Ik antwoord dat recherchewerk een kwestie is van prioriteiten stellen en dat de zaak niet is geseponeerd, maar dat die nu geen prioriteit heeft. En hoewel iedereen die ook maar zijdelings bij de politie werkt de geruchten kent over wie daarachter zit, doe ik alsof ik ze niet heb gehoord. Omdat ik de commissaris ben.’
‘Is dat een dreigement, Bellman?’
‘Waarom zou ik een docent van de politieacademie bedreigen? Een goede avond nog, Harry.’
Harry zag hoe Bellman zijn jas dichtknoopte terwijl hij de tribune af liep. Hij wist dat hij zijn mond moest houden. Hij had een troef in handen die hij achterhield voor het geval hij die nodig had. Maar nu had hij het verzoek gekregen die te spelen en hij had niets meer te verliezen. All-in. Hij wachtte tot Bellman een voet over het hek had gezet.
‘Heb je René Kalsnes wel eens ontmoet, Bellman?’
Bellman verstijfde in de beweging. Katrine had gecheckt of er een verband was te vinden tussen Bellman en Kalsnes, maar ze had niets gevonden. En als ze ook maar een restaurantrekening hadden gedeeld, via internet een kaartje voor dezelfde film hadden gekocht, naast elkaar in een vliegtuig of trein hadden gezeten, dan zou ze dat hebben ontdekt. Maar toch, hij verstijfde. Hij had aan elke kant van het hek een voet staan.